7.3.7
Configuratie van de lineaire sensoren
Procedure
7.3.7.1
Parameter "Aanvangswaarde"
7.3.8
Configuratie van de deelbreedten
Procedure
30124695-02-200
01.09.00.00
De waarden, die u bij de configuratie van de lineaire sensor moet invoeren, vindt u in het
specificatieblad van de sensorfabrikant.
Ga als volgt te werk, om het configuratievenster op te roepen:
1. Stop het zaaien:
2. Druk in het werkvenster op:
>
3. Voer het wachtwoord in
⇨ Venster "Instellingen" verschijnt.
U heeft het venster voor de configuratie opgeroepen.
4. Druk in het venster "Instellingen/Machine" op:
>
⇨ U kunt de lineaire sensoren configureren.
Voer in, welke waarde de lineaire sensor aan het begin altijd meet.
Ga als volgt te werk, om het configuratievenster op te roepen:
1. Stop het zaaien:
2. Druk in het werkvenster op:
>
⇨ Venster "Instellingen" verschijnt.
U heeft het venster voor de configuratie opgeroepen.
3. Druk in het venster "Instellingen/Machine" op:
⇨ U kunt de deelbreedten configureren.
4.
- Start het venster voor het volgende deel van hetzelfde type.
BAH0085-4 - 11.17
Uitrusting van de machine configureren
>
>
>
>
>
7
69