5.9
Rijpadenschakeling configureren
Procedure
5.10
Rijpadenschakeling gebruiken
30124695-02-200
01.09.00.00
Wanneer u een precisiezaaimachine gebruikt, moet u in het venster "Instellingen/Rijpaden" de vol-
gende parameters configureren:
Definieert de werkbreedte van de veldspuit, waarvoor u de rijpaden wilt aanleggen.
Definieert de spoorbreedte van de tractor.
Definieert, hoeveel rijen u voor het aanleggen van een rijpad per wiel moet uitschakelen.
Per wiel kunnen 1-3 rijen worden uitgeschakeld.
Definieert, waar u met het werken wilt beginnen: "Veldrand links" / "Veldrand rechts"
Zo gaat u te werk, wanneer u de rijpadenschakeling van een precisiezaaimachine configureert:
U heeft de rijpadenschakeling geactiveerd.
1. Druk in het werkvenster op:
>
⇨ Venster "Instellingen/Rijpaden" verschijnt.
2. Stel de parameters in.
⇨ U heeft de rijpadenschakeling van de precisiezaaimachine geconfigureerd.
De jobcomputer kan u helpen bij het aanmaken van de rijpaden voor andere voertuigen, zoals
bijvoorbeeld de veldspuit. Een rijpad wordt aangemaakt, door de zaaislangen naar de zaaikouters te
sluiten. Daardoor wordt achter de machine een bereik gecreëerd, waar niets wordt gezaaid. Wanneer
de rijpadenschakeling is geactiveerd, wordt het aantal oversteken geteld, om bij een bepaald aantal
de rijpaden aan te leggen. Het aantal wordt verhoogd, zodra u de machine uit de grond tilt.
BAH0085-4 - 11.17
Machine op het veld bedienen
5
27