Machine op het veld bedienen
5
5
De machine op het veld bedienen
5.1
Instelwaarde invoeren
20
In het venster "Instellingen/doseerapparaat" kunt u voor elk doseerapparaat de volgende
parameters instellen of inzien.
Druk in het werkvenster op:
⇨ Venster "Instellingen/doseerapparaat" verschijnt.
Definieert het actueel gekozen doseerapparaat.
1: Zaaigoed
2: Kunstmest (optie)
3: Microgranulaat (optie)
4: Microgranulaat (optie)
Definieert, hoeveel zaaigoed of kunstmest per hectare moet worden uitgebracht.
Definieert bij de precisiezaaimachine, hoeveel korrels per omwenteling van het doseerwiel worden
uitgebracht.
Slaat de instellingen voor het gekozen doseerapparaat op.
▪ "Min. snelheid"
Geeft de minimale snelheid aan, die voor het strooien nodig is.
▪ "Max. snelheid"
Geeft de maximaal mogelijke snelheid voor het strooien aan. Wanneer de maximaal mogelijke
snelheid wordt overschreden, stopt de applicatie automatisch.
▪ "Aanpassing"
Definieert, met hoeveel procent de instelwaarde moet worden veranderd, wanneer u deze tijdens
het uitbrengen handmatig verandert (zie pagina 46).
BAH0085-4 - 11.17
30124695-02-200
01.09.00.00