Uitrusting van de machine configureren
7
7.3.4.1
Parameter "Minimum PWM"
7.3.4.2
Parameter "Maximum PWM"
7.3.5
Configuratie van de ERC-module
Procedure
66
TIP
Met de parameter "Minimum PWM" wordt het startpunt van de doseerapparaten gedefinieerd.
U bevindt zich in niveau 1.
Voer een minimale PWM-waarde in. De ingestelde waarde geeft het percentage van het maximale
toerental aan van een aandrijving of lineaire aandrijving.
U kunt meerdere PWM-parameters voor verschillende aandrijvingen en lineaire aandrijvingen
invoeren.
U bevindt zich in niveau 1.
Voer een maximale PWM-waarde in. De ingestelde waarde geeft het percentage van het maximale
toerental aan van een aandrijving of lineaire aandrijving.
U kunt meerdere PWM-parameters voor verschillende aandrijvingen en lineaire aandrijvingen
invoeren.
Wanneer u op uw precisiezaaimachine ERC-modules gebruikt, moet u deze configureren:
▪ "Inschakelspanning"
Spanning, waarmee de uitschakelkoppeling tijdens het inschakelen wordt gevoed.
▪ "Houdspanning"
Spanning, waarmee de uitschakelkoppeling na het inschakelen wordt gevoed.
▪ "Inschakelduur"
Tijd, gedurende welke de uitschakelkoppeling met de inschakelspanning wordt gevoed.
▪ "Modulevertraging"
Tijd tussen het inschakelen van de afzonderlijke modules.
1. Druk in het werkvenster op:
>
⇨ Venster "Instellingen" verschijnt.
U bevindt zich in niveau 1.
2. - Open het configuratievenster voor de ERC-modules.
3.
4.
- Vraag de status op.
⇨ Er verschijnt een zandloper, terwijl de status wordt opgevraagd.
⇨ In de regels "Aantal herkende modules" en "Gevonden rijen" ziet u de status. Deze
status wordt aan de jobcomputer overgedragen.
BAH0085-4 - 11.17
>
>
30124695-02-200
01.09.00.00