6.5
Referentiekalibratie van de werkstand uitvoeren
Procedure
30124695-02-200
01.09.00.00
Om de waarborgen dat de jobcomputer correct herkent, wanneer uw machine in de werkstand
staat, moet u een kalibratie uitvoeren. Een handmatige controle van de zaaigoedpositionering in
het veld is absoluut noodzakelijk.
Toestanden bij de referentiekalibratie
Machine is niet in de werkstand
Schakelpunt: wanneer deze machinehoogte wordt onderschreden, schakelen de doseringen in
(inschakelhoogte)
Schakelpunt: wanneer deze machinehoogte wordt overschreden, stoppen de doseringen
(uitschakelhoogte)
Machine is in werkstand
1.
- Zaaien stoppen.
2.
>
3.
>
BAH0085-4 - 11.17
Jobcomputer voor het werk configureren
>
- Bevestig.
- Open het venster voor de referentiekalibratie
6
49