4.4.2
Het menu Interface
In het menu Interface zijn de volgende instelopties beschikbaar:
Interface
1
Network
(Netwerk)
2
IEEE1284
3
RS-232C
4
USB
5
Bluetooth
6
Ignore CR/LF
(CR/LF negeren)
7
Ignore CAN/DLE
(CAN/DLE
negeren)
8
External I/O
(Externe I/O)
9
RFID
(enkel CL4NX)
LET OP
Wijzig geen instellingen in het menu Interface als er nog afdruktaken in het geheugen van de printer zitten.
Voltooi de afdruktaak of annuleer de afdruktaak voor u instellingen wijzigt.
Network (Netwerk)
Interface > Network (Netwerk)
Om LAN en wireless LAN te gebruiken als interface tussen de host en de
printer.
De volgende opties zijn beschikbaar:
1
Settings
(Instellingen)
2
Services
3
Advanced
(Geavanceerd)
Instellen van de LAN-verbinding en de wireless
LAN-verbinding.
Instellen van de IEEE1284-verbinding.
Instellen van de RS-232C-verbinding.
Instellen van de USB-verbinding.
Instellen van de Bluetooth-verbinding.
Instellen van het negeren van CR/LF-codes.
Instellen van het negeren van CAN/DLE-codes.
Instellen van het externe signaal (EXT).
Instellen van de RFID.
*Verschijnt enkel bij RFID-modellen.
Instellen van het LAN of wireless LAN of
selecteren van de interface.
Instellen van de verbindingspoort, NTP, LPD,
FTP of SNMP.
Instellen van de geavanceerde functie voor
de interface.
4 Bediening en configuratie
CL4NX/CL6NX Bedieningshandleiding
93