Inhoudsopgave
Advertenties
4 Bediening en configuratie
Port2 (Poort 2)
Interface > Network (Netwerk) > Services > Ports (Poorten) > Port2 (Poort 2)
Instellen van het poortnummer.
Het instelbereik is van 1 tot 65535.
Elke poort (1, 2 en 3) moet op andere waarden ingesteld worden.
Port3 (Poort 3)
Interface > Network (Netwerk) > Services > Ports (Poorten) > Port3 (Poort 3)
Instellen van het poortnummer.
Het instelbereik is van 1 tot 65535.
Elke poort (1, 2 en 3) moet op andere waarden ingesteld worden.
Flow Control (Datatransportbesturing)
Interface > Network (Netwerk) > Services > Ports (Poorten) > Flow Control
(Datatransportbesturing)
Instellen van het communicatieprotocol.
De volgende opties zijn mogelijk:
• Status4
• Status4 ENQ
• Status3
• Status5
• None (Geen)
BCC
Interface > Network (Netwerk) > Services > Ports (Poorten) > BCC
Inschakelen of uitschakelen van de BCC-functie.
Verschijnt enkel als u Status5 geselecteerd heeft in het menu Flow
Control (Datatransportbesturing).
De volgende opties zijn mogelijk:
• Enabled (Ingeschakeld): de BCC-controlefunctie inschakelen.
• Disabled (Uitgeschakeld): de BCC-controlefunctie uitschakelen.
120
CL4NX/CL6NX Bedieningshandleiding
Advertenties
Inhoudsopgave
