4 Bediening en configuratie
Prioritize (Prioriteit)
Printing (Afdrukken) > Advanced (Geavanceerd) > Prioritize (Prioriteit)
Opgeven of bij de printerconfiguratie de instelling via de printer of de
instelling via de functieopdracht prioriteit heeft.
De volgende opties zijn mogelijk:
• Commands (Functieopdracht): de instelling via de functieopdracht
heeft prioriteit.
• Settings (Instellingen): de instelling via de printer heeft prioriteit.
Reprint (Opnieuw afdrukken)
Printing (Afdrukken) > Advanced (Geavanceerd) > Reprint
(Opnieuw afdrukken)
Inschakelen of uitschakelen van de Opnieuw afdrukken-functie.
De volgende opties zijn mogelijk:
• Enabled (Ingeschakeld): inschakelen van de Opnieuw afdrukken-
functie.
• Disabled (Uitgeschakeld): uitschakelen van de Opnieuw afdrukken-
functie.
Als u Enabled (Ingeschakeld) geselecteerd heeft bij Reprint (Opnieuw
afdrukken), dan kunt u de vorige gegevens opnieuw afdrukken door op de
rechterschermtoets (Reprint - Opnieuw afdrukken) in het onlinescherm te
drukken.
Opmerking
De vorige gegevens gaan verloren als u de printer uitschakelt.
Print End Position (Afdrukstoppositie)
Printing (Afdrukken) > Advanced (Geavanceerd) > Print End Position
(Afdrukstoppositie)
Instellen van de mediastoppositie of -snijpositie als het sensortype
ingesteld is op None (Geen). Deze instelling geeft ook de hoeveelheid
witruimte aan vanaf de mediastoppositie.
Het instelbereik is als volgt:
Het instelbereik verschilt afhankelijk van de afdrukresolutie van de printer.
<CL4NX>
• 203 dpi: 0 tot 20.000 dots
• 305 dpi: 0 tot 18.000 dots
• 609 dpi: 0 tot 9600 dots
<CL6NX>
• 203 dpi: 0 tot 20.000 dots
• 305 dpi: 0 tot 18.000 dots
92
CL4NX/CL6NX Bedieningshandleiding