4 Bediening en configuratie
Advanced (Geavanceerd)
Printing (Afdrukken) > Advanced (Geavanceerd)
Gedetailleerd instellen van het sensorgebruik en de mediadoorvoer.
De volgende opties zijn beschikbaar:
1
Calibrate (Kalibreren)
2
Head Check
(Printkop
controleren)
3
Head Check Mode
(Printkopcontrolemo
dus)
4
Every Page
(Elke pagina)
5
Check Media Size
(Mediaformaat
controleren)
6
Adjustments
(Aanpassingen)
7
Start Online
(Online starten)
8
Feed After Error
(Doorvoeren na fout)
9
Feed At Power On
(Doorvoeren bij
inschakelen)
10
Max Feed (Max.
doorvoer)
11
Paper End (Einde
papier)
12
Head Base Position
(Basispositie
printkop)
13
Prioritize (Prioriteit)
14
Reprint (Opnieuw
afdrukken)
15
Print End Position
(Afdrukstoppositie)
82
CL4NX/CL6NX Bedieningshandleiding
Instellen van de mediasensor.
Controleren of er een draad van de printkop
los zit.
Instellen van de modus voor het controleren van
de printkop.
*Verschijnt enkel als u All (Alles) of Barcode
geselecteerd heeft in het menu Head Check
(Printkop controleren).
Instellen van het interval voor het controleren van
de printkop.
*Verschijnt enkel als u Every Page (Elke pagina)
geselecteerd heeft in het menu Head Check
Mode (Printkopcontrolemodus).
Inschakelen of uitschakelen van het controleren
van het mediaformaat.
*Verschijnt enkel als u Gap (Tussenruimte) of I-
Mark (Zwarte streepjes) geselecteerd heeft in het
menu Sensor Type (Sensortype).
Corrigeren van de verschuiving, de afdrukpositie
en de afdrukdonkerheid.
Starten in de onlinemodus bij het inschakelen.
Doorvoeren van het medium als zich een fout
voordoet.
Automatisch doorvoeren van de media bij het
inschakelen.
Instellen van de doorvoerlengte na het afdrukken.
Selecteren van de sensor voor het detecteren
van het papiereinde.
Instellen van de randpositie voor het afdrukken.
Selecteren van de prioriteitsinstelling.
Inschakelen of uitschakelen van de Opnieuw
afdrukken-functie.
Instellen van de afdrukstoppositie van het
medium.