Settings (Instellingen)
Tools (Extra) > Reset (Resetten) > Select (Selecteren) > Settings
(Instellingen)
Selecteren van de items die gereset moeten worden.
De volgende opties zijn mogelijk:
• User Reset (Gebruikersreset): herstellen van de initiële instellingen.
• User Reset (-Interface) (Gebruikersreset (- interface)): herstellen van
de initiële instellingen die niet in het menu Interface staan.
• Factory Reset (Fabrieksreset): herstellen van de initiële status bij
vertrek uit de fabriek.
• Factory Reset (-Interface) (Fabrieksreset (- interface)): herstellen van
de initiële status bij vertrek uit de fabriek van de items die niet in het
menu Interface staan.
• Interface: herstellen van de initiële instellingen in het menu Interface.
• Printing (Afdrukken): herstellen van de initiële instellingen in het menu
Printing (Afdrukken).
Selecteer het item dat gereset moet worden met de
vervolgens op de rechterschermtoets om te resetten.
Het bevestigingsscherm verschijnt.
Druk op de linkerschermtoets om te annuleren of op de
rechterschermtoets om te resetten.
Zie
paragraaf 7.1 Lijst met initiële waarden
elk van de items.
Profiles (Profielen)
Tools (Extra) > Profiles (Profielen)
Behouden van het aangepaste profiel van de printerconfiguraties.
De naam van het laatste geladen profiel wordt weergegeven tussen
haakjes.
De volgende opties zijn beschikbaar:
1
Delete
(Verwijderen)
2
Load (Laden)
3
Save (Opslaan)
4
Start with
(Opstarten met)
voor de initiële waarde van
Verwijderen van het profiel van de printer.
*Niet beschikbaar als er geen profiel
opgeslagen is.
Laden van het profiel van de printer.
*Niet beschikbaar als er geen profiel
opgeslagen is.
De huidige printerconfiguraties opslaan als een
nieuw profiel.
Selecteren van het profiel dat geladen moet
worden bij het opstarten van de printer.
*Niet beschikbaar als er geen profiel
opgeslagen is.
4 Bediening en configuratie
/
-toetsen en druk
CL4NX/CL6NX Bedieningshandleiding
191