7.7.6
Extern signaal (EXT)-interface
Deze interface is ontworpen om de printer te verbinden met andere randapparaten.
Basisspecificaties
Connector
Signaalniveaus
Connectorpinspecificaties
Pinnr.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Centronics IDC-type 14-pins (vrouwelijk)
Hoog niveau:
+ 4,2 tot + 5 V
Laag niveau:
+ 0 tot + 0,7 V
7
14
I/O
Output
Einde papier:
Geeft een laag signaal als het einde van het lint gedetecteerd wordt.
-
GND Massareferentie
Output
Einde lint:
Geeft een laag signaal als het einde van het lint gedetecteerd wordt.
Output
Apparaatfout:
Geeft een laag signaal als een fout, zoals printkop open,
gedetecteerd wordt.
Input
Afdrukstartsignaal (PRIN):
Drukt één medium af als een laag signaal gedetecteerd wordt.
Output
Klaar met afdrukken/Einde afdrukken-signaal (PREND):
Geeft een signaal als de media-afdruk voltooid is.
Input
Opnieuw afdrukken-signaal (PRIN2):
Drukt de eerder afgedrukte inhoud opnieuw af als een laag signaal
gedetecteerd wordt.
Input
Externe voedingsuitgang: 5 V
Output
Offline:
Geeft een laag signaal af als de printer in de offlinemodus is.
Output
Lint bijna op:
Geeft een hoog signaal als 'lint bijna op' gedetecteerd wordt.
-
-
-
+ 24 V ± 10%
-
VCC + 5 V
-
-
1
8
Beschrijving
CL4NX/CL6NX Bedieningshandleiding
7 Appendix
297