4 Bediening en configuratie
Inner Method (Interne methode)
Interface > Network (Netwerk) > Settings (Instellingen) > Wi-Fi >
EAP Conf. (EAP-configuratie) > Inner Method (Interne methode)
Interface > Network (Netwerk) > Settings (Instellingen) > Wi-Fi >
WPA Conf. (WPA-configuratie) > EAP Conf. (EAP-configuratie) >
Inner Method (Interne methode)
Instellen van de interne methode.
Verschijnt enkel als u FAST, PEAP of TTLS geselecteerd heeft in het
menu EAP Mode (EAP-modus).
• Als u FAST geselecteerd heeft in het menu EAP Mode (EAP-modus),
dan zijn de opties MSCHAPv2, GTC en TLS.
• Als u PEAP geselecteerd heeft in het menu EAP Mode (EAP-modus),
dan zijn de opties MSCHAPv2, GTC, MD5, OTP en TLS.
• Als u TTLS geselecteerd heeft in het menu EAP Mode (EAP-Modus),
dan zijn de opties MSCHAPv2, MSCHAP, CHAP, PAP, EAP-GTC,
EAP-MD5, EAP-MSCHAPv2, EAP-OTP en EAP-TLS.
Username (Gebruikersnaam)
Interface > Network (Netwerk) > Settings (Instellingen) > Wi-Fi >
EAP Conf. (EAP-configuratie) > Username (Gebruikersnaam)
Interface > Network (Netwerk) > Settings (Instellingen) > Wi-Fi >
WPA Conf. (WPA-configuratie) > EAP Conf. (EAP-configuratie) >
Username (Gebruikersnaam)
Instellen van de gebruikersnaam.
U kunt letters, cijfers en symbolen invoeren tussen de 0 en 63 tekens.
Password (Wachtwoord)
Interface > Network (Netwerk) > Settings (Instellingen) > Wi-Fi > EAP
Conf. (EAP-configuratie) > Password (Wachtwoord)
Interface > Network (Netwerk) > Settings (Instellingen) > Wi-Fi > WPA
Conf. (WPA-configuratie) > EAP Conf. (EAP-configuratie) > Password
(Wachtwoord)
Instellen van het wachtwoord.
U kunt letters, cijfers en symbolen invoeren tussen de 0 en 32 tekens.
116
CL4NX/CL6NX Bedieningshandleiding