4 Bediening en configuratie
Retries (Pogingen)
Interface > RFID > Retries (Pogingen)
Instellen van het aantal pogingen voor opnieuw afdrukken voor de RFID-
fout.
Het instelbereik is van 0 tot 9.
Als u instelt op 0, dan wordt het RFID-foutscherm weergegeven en wordt
het afdrukken vervolgd.
Mark bad tags (Slechte tags markeren)
Interface > RFID > Mark bad tags (Slechte tags markeren)
Instellen van de foutafdruk voor de RFID-tagfout.
• Enabled (Ingeschakeld): inschakelen van de RFID-foutafdrukfunctie.
• Disabled (Uitgeschakeld): uitschakelen van de RFID-foutafdrukfunctie.
Voor meer details over de RFID-foutafdruk, zie
Afdrukken van
MCS
Interface > RFID > MCS
Instellen van MCS (Multi vendor Chip-based Serialization). Verschijnt enkel
als de module UHF is. De volgende opties zijn beschikbaar:
1
MCS
2
Chip Manufacturer
(Chipfabrikant)
3
Pre-Encoded Tag
(Vooraf
gecodeerde tag)
4
Assign Prefix
(Toewijzing
voorvoegsel)
5
MCS Prefix Digit
(Bitlengte MCS-
voorvoegsel)
6
Input Prefix
(Voorvoegsel
invoeren)
150
CL4NX/CL6NX Bedieningshandleiding
RFID-tagfouten.
Inschakelen of uitschakelen van MCS (Multi
vendor Chip-based Serialization).
Instellen van de chipfabrikant van de RFID-tag.
*Verschijnt enkel als u Enabled (Ingeschakeld)
geselecteerd heeft in het menu MCS.
Inschakelen of uitschakelen van de vooraf
gecodeerde tag.
*Verschijnt enkel als u Enabled (Ingeschakeld)
geselecteerd heeft in het menu MCS.
Instellen hoe het 3-cijferige voorvoegsel
toegewezen moet worden.
*Verschijnt enkel als u Enabled (Ingeschakeld)
geselecteerd heeft in het menu MCS.
Instellen van de bitlengte van het 3-cijferige
voorvoegsel.
*Verschijnt enkel als u Enabled (Ingeschakeld)
geselecteerd heeft in het menu MCS.
Invoeren van het 3-cijferige voorvoegsel.
*Verschijnt enkel als u Enabled (Ingeschakeld)
geselecteerd heeft in het menu MCS.
paragraaf 7.5.1
U
H
HF
F
U
H
HF
F
U
H
HF
F