I-Mark Slice Level (Zwarte streepjes-drempelniveau)
Printing (Afdrukken) > Advanced (Geavanceerd) > Calibrate (Kalibreren) >
I-Mark Slice Level (Zwarte streepjes-drempelniveau)
Instellen van het streepjessensordrempelniveau.
Het instellen gebeurt als volgt:
1. Gebruik de volgende formule om het drempelniveau te berekenen.
[(Hoog niveau - laag niveau) x 0,7 + laag niveau = drempelniveau]
2. Selecteer I-Mark Slice Level (Zwarte streepjes-drempelniveau) in het
menu Calibrate (Kalibreren) en druk op de
/
3. Druk op de
-toetsen om de waarde bij Slice level
(Drempelniveau) te wijzigen. Stel bij Slice level (Drempelniveau) het in
stap 1 berekende niveau in.
4. Druk op de rechterschermtoets om de waarde te bevestigen.
Opmerking
Als u Slice Level (Drempelniveau) ingesteld heeft op 0,0 (V), dan stelt de
printer het niveau automatisch in.
Head Check (Printkop controleren)
Printing (Afdrukken) > Advanced (Geavanceerd) > Head Check
(Printkop controleren)
Automatisch controleren of er een draad van de printkop los zit.
De volgende opties zijn mogelijk:
• Off (Uit): controleren van de printkop uitgeschakeld.
• All (Alles): het volledige afdrukgebied controleren.
• Barcode: enkel het gebied voor het afdrukken van een barcode
controleren. Het controleren van de printkop is niet van toepassing bij
barcodes afgedrukt als grafische gegevens.
LET OP
Het controleren van de printkop is bedoeld om te controleren of er een
draad van de printkop los zit. Deze functie garandeert niet de leesbaarheid
van de barcode.
Head Check Mode (Printkopcontrolemodus)
Printing (Afdrukken) > Advanced (Geavanceerd) > Head Check Mode
(Printkopcontrolemodus)
Instellen van de methode voor het controleren van de printkop.
Verschijnt enkel als u All (Alles) of Barcode geselecteerd heeft in het
menu Head Check (Printkop controleren).
De volgende opties zijn mogelijk:
• Always (Altijd): de printkop controleren bij elk object.
• After Batch (Na batch): de printkop controleren voor het starten en na
het beëindigen van het afdrukken. Als er teruggevoerd wordt, dan
wordt de printkop gecontroleerd voor het starten van het afdrukken, na
het stoppen van het afdrukken en tijdens het terugvoeren.
• Every Page (Elke pagina): de printkop controleren telkens als het
opgegeven aantal media bereikt wordt.
-toets.
CL4NX/CL6NX Bedieningshandleiding
4 Bediening en configuratie
87