4 Bediening en configuratie
EXT 9PIN
Interface > External I/O (Externe I/O) > Signals (Signalen) > EXT 9PIN
Instellen van het outputsignaal van EXT 9PIN.
De volgende opties zijn mogelijk:
• MODE1 (Modus 1): het outputsignaal wordt actief als er resterende
afdrukgegevens zonder fout zijn in de onlinemodus.
• MODE2 (Modus 2): het outputsignaal wordt actief als de printer online
staat.
EXT Mode (EXT-modus)
Interface > External I/O (Externe I/O) > Signals (Signalen) > EXT Mode
(EXT-modus)
Instellen van het externe signaal (EXT)-type.
De volgende opties zijn mogelijk:
• TYPE1
• TYPE2
• TYPE3
• TYPE4
Type
TYPE1
TYPE2
TYPE3
TYPE4
*Zie
paragraaf 7.7.6 Extern signaal (EXT)-interface
Tijdschema van het
144
CL4NX/CL6NX Bedieningshandleiding
Functiedetails
Het Klaar met afdrukken-signaal (PREND) is Hoog vóór het
afdrukken van etiketten en wordt Laag als het afdrukken
voltooid is. Het signaalniveau wordt Hoog na 20 ms.
Het Klaar met afdrukken-signaal (PREND) is Laag vóór het
afdrukken van etiketten en wordt Hoog als het afdrukken
voltooid is. Het signaalniveau wordt Laag na 20 ms.
Het Klaar met afdrukken-signaal (PREND) is Hoog vóór het
afdrukken van etiketten, wordt Laag vanaf het begin tot aan
het einde van het afdrukken en wordt weer Hoog als het
afdrukken voltooid is.
Het Klaar met afdrukken-signaal (PREND) is Laag vóór het
afdrukken van etiketten, wordt Hoog vanaf het begin tot aan
het einde van het afdrukken en wordt weer Laag als het
afdrukken voltooid is.
EXT-outputsignaal.
voor het