NTP
Interface > Network (Netwerk) > Services > NTP
Instellen van de functies voor NTP.
De NTP-functie haalt de tijdsinformatie op van de NTP-server via het
netwerk en stelt de tijd in op de printer.
De volgende opties zijn beschikbaar:
1
Enable
(Inschakelen)
2
Fout
3
Time Server IP
(IP tijdserver)
Enable (Inschakelen)
Interface > Network (Netwerk) > Services > NTP > Enable (Inschakelen)
Inschakelen of uitschakelen van de NTP-functie.
De volgende opties zijn mogelijk:
• Enabled (Ingeschakeld): inschakelen van de NTP-functie.
• Disabled (Uitgeschakeld): uitschakelen van de NTP-functie.
Error (Fout)
Interface > Network (Netwerk) > Services > NTP > Error (Fout)
Wel of niet weergeven van de NTP-foutmelding indien gedetecteerd.
De volgende opties zijn mogelijk:
• Enabled (Ingeschakeld): de foutmelding wordt weergegeven.
• Disabled (Uitgeschakeld): de foutmelding wordt niet weergegeven.
Time Server IP (IP tijdserver)
Interface > Network (Netwerk) > Services > NTP > Time Server IP (IP tijdserver)
Instellen van het IP-adres van de NTP-server.
Het instelbereik is van 0.0.0.0 tot 255.255.255.255.
Het IP-adres moet normaal ingesteld worden op 0.0.0.0 (standaard) wat
betekent dat de wereldwijde NTP-servers automatisch toegewezen worden.
Stel in op een geldig IP als de tijdsynchronisatie gewenst is voor een
specifieke server.
Inschakelen of uitschakelen van de NTP-
functie.
Wel of niet weergeven van de NTP-foutmelding
indien gedetecteerd.
Instellen van het IP-adres van de NTP-server.
4 Bediening en configuratie
CL4NX/CL6NX Bedieningshandleiding
121