Inhoudsopgave
Advertenties
Non-RFID Warning (Niet-RFID-waarschuwing)
Interface > RFID > Non-RFID Warning (Niet-RFID-waarschuwing)
Instellen van de waarschuwing voor een niet-RFID-fout.
De volgende opties zijn mogelijk:
• Enabled (Ingeschakeld): de niet-RFID-waarschuwing weergeven bij
een fout.
• Disabled (Uitgeschakeld): de niet-RFID-fout negeren.
Als Non-RFID warning (Niet-RFID-waarschuwing) ingeschakeld is en er
wordt een RFID-tag geplaatst, dan wordt als een afdruktaak zonder RFID-
opdracht wordt verstuurd een foutwaarschuwing weergegeven vóór het
afdrukken zodat de RFID-tag niet verkwist wordt.
Druk op de CANCEL-toets om het waarschuwingsbericht te wissen.
Log RFID Data (RFID-gegevenslog)
Interface > RFID > Log RFID Data (RFID-gegevenslog)
Instellen van de logfunctie voor het registreren van de RFID-gegevens.
De gegevenslog kan tot 100 tags met informatie registreren.
De volgende opties zijn mogelijk:
• Enabled (Ingeschakeld): inschakelen van de logfunctie voor het
registreren van de RFID-gegevens.
• Disabled (Uitgeschakeld): uitschakelen van de logfunctie voor het
registreren van de RFID-gegevens.
Opmerking
UID-gegevens worden geregistreerd als de module HF is.
Data To Record (Te registreren gegevens)
Interface > RFID > Data To Record (Te registreren gegevens)
Instellen van de te registreren gegevens als de functie Log RFID Data
(RFID-gegevenslog) ingeschakeld is.
De volgende opties zijn mogelijk:
• EPC and TID (EPC en TID): opslaan van de EPC- en TID-gegevens.
• EPC: opslaan van de EPC-gegevens.
• TID: opslaan van de TID-gegevens.
*Verschijnt enkel als de module UHF is.
4 Bediening en configuratie
CL4NX/CL6NX Bedieningshandleiding
U
H
HF
F
U
H
HF
F
U
H
HF
F
153
Advertenties
Inhoudsopgave
