Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1
met besturingseenheid AMExC 01.1
20.6 Afregelen positioner eindstand OPEN (invers bedrijf)
Tabel 15
Mogelijke LED-signalering:
(zie afbeeldingen S3 en S4)
LED's niet branden
LED
(V27 geel) brandt
LED
(V28 groen) brandt
36
Bij een standaarduitvoering leidt een maximaal ingaand signaal (E1 = 20 mA)
.
ertoe, dat de afsluiter in de eindstand OPEN gebracht wordt.
Door de codeschakelaar S3-7 (afb. S2) in stand "1" te brengen, kan de
.
signaaldefinitie omgekeerd worden en invers bedrijf gerealiseerd worden.
Indien de aandrijving is voorzien van een RWG (optie), moeten de aan-
sluitingen 7 (rood) en 5 (zwart) op de RWG-printplaat (afb. P-1) verwisseld
.
worden.
Indien de aandrijving is voorzien van een potentiometer (optie), moeten de
aansluitingen 21 (rood) en 22 (zwart) in de potentiometer verwisseld worden.
Vóór het instellen van de potentiometer dient men zich ervan
te vergewissen, dat het wegschakel- en het draaimoment-
mechanisme van de aandrijving en de terugmelding
(paragrafen 15 en 16) ingesteld zijn.
.
.
Zet de keuzeschakelaar (lokale bediening) in de stand LOCAL (plaatselijk).
.
Breng de aandrijving met de drukknop
.
Activeer het stuursignaal E1 (0 mA of 4 mA; zie schakelschema).
Draai potentiometer "t-off" (P10) naar links tot de aanslag (tegen de wijzers
van de klok in, afb. S2).
Het ontbreken van de signalen E1/E2
polariteit wordt door LED (V10) „E1/E2 < 4 mA" (afb. S1 of S2)
aangeduid.
.
Sluit de voltmeter (0 - 5 V) aan op de meetpunten MP3 en MP4 voor het
meten van de nominale waarde (afb. S2).
Voor E1 (nominale waarde) = 0 mA dient 0 V gemeten te worden.
Voor E1 (nominale waarde) = 4 mA dient 1 V gemeten te worden.
Indien de gemeten waarde niet correct is: corrigeer de nominale waarde in
.
de controlekamer.
Sluit de voltmeter aan op de meetpunten MP2 en MP1 voor het meten van de
werkelijke waarde.
Voor E2 (werkelijke waarde) = 0 mA geeft de voltmeter 0 V aan.
Voor E2 (werkelijke waarde) = 4 mA geeft de voltmeter 1 V aan.
Indien de gemeten waarde niet correct is: stel de terugmelding opnieuw in
overeenkomstig de inhoud van paragrafen 15 en 16 en regel de positioner
opnieuw af.
Vereiste instelling in eindstand DICHT:
(zie afbeeldingen S3 en S4)
draai potentiometer "0" (P3) een klein beetje naar rechts totdat
LED
(V28 groen) brandt.
draai potentiometer "0" (P3) een klein beetje naar rechts totdat
LED
(V27 geel) uitgaat en LED
draai potentiometer "0" (P3)naar links totdat LED
niet meer brandt.
draai daarna potentiometer "0" (P3) een kleein beetje naar rechts totdat
LED
(V28 groen) weer brandt.
Bedieningsinstructies
in de eindstand OPEN.
of een verkeerde
(V28 groen) brandt.
(V28 groen)