Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Zwenkaandrijvingen
SQ 05.2 – SQ 14.2
SQR 05.2 – SQR 14.2
AUMA NORM (zonder besturingseenheid)
Bedieningsinstructies
Montage en inbedrijfstelling

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor AUMA SQ 05.2

  • Pagina 1 Zwenkaandrijvingen SQ 05.2 – SQ 14.2 SQR 05.2 – SQR 14.2 AUMA NORM (zonder besturingseenheid) Bedieningsinstructies Montage en inbedrijfstelling...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    5.3 Aandrijving op afsluiter monteren....................... 13 5.3.1 Overzicht koppelbusvarianten......................14 6 Elektrische aansluiting ............................ 17 6.1 Essentiële aanwijzingen..........................17 6.2 Elektrische aansluiting S/SH (AUMA rondstekker) ..................19 6.2.1 Aansluitruimte openen ........................20 6.2.2 Kabels aansluiten..........................20 6.2.3 Aansluitruimte sluiten........................22 6.3 Toebehoren voor de elektrische aansluiting (als optie)................
  • Pagina 3 13.3 Afvoeren en recycling..........................45 14 Technische gegevens ............................46 14.1 Technische gegevens zwenkaandrijving....................46 14.2 Aandraaimomenten voor bouten........................ 48 15 Reserveonderdelenlijst............................ 49 15.1 Zwenkaandrijvingen SQ 05.2 – SQ 14.2 S / SQR 05.2 – SQR 14.2 S ............49 Trefwoordenregister ............................51...
  • Pagina 4: Veiligheidsinstructies

    Onderhoud Onderhoudsvoorschriften moeten in acht worden genomen omdat anders de veilige werking van de apparatuur niet meer is gewaarborgd. Wijzigingen aan de apparatuur zijn uitsluitend met schriftelijke toestemming van de fabrikant toegestaan. 1.2 Toepassingsgebied AUMA-zwenkaandrijvingen SQ/SQR zijn bestemd voor het bedienen van industriële afsluiters zoals vlinderkleppen en kogelkranen.
  • Pagina 5: Waarschuwingen En Aanwijzingen

    Veiligheidsinstructies Andere toepassingen zijn uitsluitend met uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de fabrikant toegestaan. Niet toegestaan is toepassing voor bijvoorbeeld: • Vloertransportmiddelen volgens EN ISO 3691 • Hijs- en hefmateriaal volgens EN 14502 • Personenliften volgens DIN 15306 en 15309 •...
  • Pagina 6: Aanwijzingen En Symbolen

    Veiligheidsinstructies 1.4 Aanwijzingen en symbolen De hieronder vermelde aanwijzingen en symbolen worden in deze bedieningsinstructies gebruikt: Het begrip Informatie vóór de tekst duidt op belangrijke opmerkingen en informatie. Informatie Het begrip Informatie staat in een handelingsinstructie en bevat belangrijke opmerkingen en informatie over een handelingsstap. Symbool voor DICHT (afsluiter gesloten) Symbool voor OPEN (afsluiter open) Resultaat van een handeling...
  • Pagina 7: Beknopte Beschrijving

    Aandrijvingen zonder besturingseenheid kunnen ook op een later tijdstip met een AUMA besturingseenheid voor de aandrijving worden uitgerust. Bij vragen hieromtrent dient ons ordernummer te worden opgegeven. Het ordernummer staat op het typeplaatje. (Zie Typeplaatje aandrijving [} 8].)
  • Pagina 8: Typeplaatje

    Typeplaatje 3 Typeplaatje Afbeelding 2: Positie van de typeplaatjes [2] [3] Typeplaatje motor Typeplaatje aandrijving Extra plaatje, bijv. KKS-plaatje Typeplaatje aandrijving Afbeelding 3: Typeplaatje aandrijving (voorbeeld) [13] [12] [10] [11] Naam van de fabrikant Adres van de fabrikant Typebenaming Ordernummer Serienummer Insteltijd Draaimomentbereik in de richting Draaimomentbereik in de richting DICHT...
  • Pagina 9: Typeplaatje Motor

    Vermeld bij vragen over het product altijd dit nummer. Op onze website http://www.auma.com via Service & Support > myAUMA bieden wij een service aan, waarmee een bevoegde gebruiker door het invoeren van het ordernummer onder meer orderrelevante documenten zoals schakelschema’s en...
  • Pagina 10 Typeplaatje DataMatrix-code Met onze AUMA Assistant App kunt u de DataMatrix-code inscannen, waarmee u als geautoriseerde gebruiker directe toegang krijgt tot orderrelevante documenten van het product zonder dat u het order- of serienummer hoeft in te voeren. Afbeelding 5: Link naar de AUMA Assistant App...
  • Pagina 11: Transport En Opslag

    SQ 12.2/ SQR 12.2 SQ 14.2/ SQR 14.2 Vermelde gewicht omvat zwenkaandrijving AUMA NORM, met draaistroommotor, elektrische aansluiting in standaarduitvoering, ongeboorde koppelbus en handwiel. Houd bij andere aandrijfvormen rekening met extra gewichten. Vermelde gewicht omvat zwenkaandrijving AUMA NORM, met draaistroommotor, elektrische aansluiting in standaarduitvoering en handwiel, inclusief voet en hefboom.
  • Pagina 12: Opslag

    SQ 12.2/ SQR 12.2 SQ 14.2/ SQR 14.2 Vermelde gewicht omvat zwenkaandrijving AUMA NORM, met wisselstroommotor, elektrische aansluiting in standaarduitvoering, ongeboorde koppelbus en handwiel. Houd bij andere aandrijfvormen rekening met extra gewichten. Vermelde gewicht omvat zwenkaandrijving AUMA NORM, met wisselstroommotor, elektrische aansluiting in standaarduitvoering en handwiel, inclusief voet en hefboom.
  • Pagina 13: Montage

    Montage 5 Montage 5.1 Montagepositie Bij gebruik van vet als smeermiddel kan het hier beschreven product in elke willekeurige montagepositie worden gebruikt. Bij gebruik van olie in plaats van vet in de aandrijvingsbehuizing (schakelruimte) is een verticale montagepositie, met de flens naar beneden, verplicht. Het gebruikte soort smeermiddel is op het typeplaatje van de aandrijving vermeld (afkorting F...= vet;...
  • Pagina 14: Overzicht Koppelbusvarianten

    Montage 5.3.1 Overzicht koppelbusvarianten Opbouw Afbeelding 8: Aansluiting afsluiter via koppelbus Boorgat met spiebaan Binnenvierkant Toepassing • Voor afsluiters met aansluitingen conform EN ISO 5211 • Voor draaiende, niet-stijgende spindel 5.3.1.1 Aandrijving (met koppelbus) monteren Koppelbussen zonder boorgat resp. voorgeboorde koppelbussen moeten vóór de montage van de aandrijving op de afsluiter passend voor de as van de afsluiter gereed worden bewerkt (bijv.
  • Pagina 15 Afbeelding 9: Voorbeelden: koppelbus plaatsen Koppelbus As afsluiter Madeschroef Schotelveerring en bout met veerring Afbeelding 10: Montageposities koppelbus Tabel 6: Montagepositie van de koppelbus met inbouwmaten conform de definitie van AUMA Maten [mm] SQ 05.2 SQ 07.2 SQ 10.2 SQ 12.2 SQ 14.2 EN ISO 5211 X max.
  • Pagina 16 Montage Afbeelding 11: Aandrijving plaatsen. ð Informatie: Let daarbij op de centrering (indien aanwezig) en zorg ervoor dat de flenzen geheel aanliggen. 7. Indien de flensboringen niet met de schroefdraden overeenstemmen: handwiel iets draaien totdat de boorgaten in één lijn liggen. 8.
  • Pagina 17: Elektrische Aansluiting

    Indien het schema niet meer beschikbaar is, kan het onder vermelding van het ordernummer (zie typeplaatje) worden opgevraagd of direct van onze website (http://www.auma.com) worden gedownload. Beschadiging van de afsluiter bij aansluiting zonder besturingseenheid AANWIJZING voor de aandrijving! à...
  • Pagina 18 Elektrische aansluiting Afbeelding 12: Voorbeeld typeplaatje van de motor Stroomsoort Netspanning Netfrequentie Beveiliging en ontwerp/ Ter beveiliging tegen kortsluiting en voor het vrijschakelen van de aandrijving moet de berekening door klant/ klant/contractor zorgen voor zekeringen en lastscheiders of installatieautomaten. contractor De stroomwaarde voor het ontwerp en de berekening van de afzekering resulteert uit de stroomopname van de motor (zie Typeplaatje motor [} 9]).
  • Pagina 19: Elektrische Aansluiting S/Sh (Auma Rondstekker)

    Stuursignaalcontacten als optie tevens als crimp-aansluiting. Uitvoering S (standaard) met drie kabelingangen. Uitvoering SH (verhoogd) met extra kabelingangen. Ten behoeve van het aansluiten van de kabels wordt de AUMA rondstekker losgetrokken en de rondstekker female uit het deksel weggenomen.
  • Pagina 20: Aansluitruimte Openen

    Elektrische aansluiting 6.2.1 Aansluitruimte openen Afbeelding 14: Aansluitruimte openen Deksel (afbeelding toont uitvoering S) Bouten deksel O-ring Bouten rondstekker female Rondstekker female Kabelingang Blindstop Kabelwartel (niet bij de levering inbegrepen) Elektrische schok door gevaarlijke spanning! GEVAAR Overlijden of ernstig lichamelijk letsel. à...
  • Pagina 21 Elektrische aansluiting Signaalcontacten 0,25 – 2,5 mm² (flexibel) 0,5 – 0,7 Nm (1 tot 50) 0,34 – 2,5 mm² (massief) Bij storing(en): gevaarlijke spanning bij NIET aangesloten aardingskabel! WAARSCHUWING Elektrische schok mogelijk à Alle aardingskabels aansluiten. à Aansluitpunt aardingskabel op de externe aardingskabel van de aansluitkabel aansluiten.
  • Pagina 22: Aansluitruimte Sluiten

    Elektrische aansluiting 6.2.3 Aansluitruimte sluiten Afbeelding 17: Aansluitruimte sluiten Deksel (afbeelding toont uitvoering S) Bouten deksel O-ring Bouten rondstekker female Rondstekker female Blindstop Kabelwartel (niet bij de levering inbegrepen) Kortsluiting door inklemmen van de kabels! WAARSCHUWING Elektrische schok en functiestoringen mogelijk. à...
  • Pagina 23: Toebehoren Voor De Elektrische Aansluiting (Als Optie)

    Elektrische aansluiting 6.3 Toebehoren voor de elektrische aansluiting (als optie) 6.3.1 Parkeerstekker Afbeelding 18: Parkeerstekker, voorbeeld met stekker S en deksel Toepassing Parkeerstekker voor het veilig ophangen van een losgekoppelde stekker of deksel. Ter voorkoming van het aanraken van de contacten en ter bescherming tegen omgevingsinvloeden.
  • Pagina 24: Extern Aansluitpunt Voor Aarding

    Elektrische aansluiting 6.3.3 Extern aansluitpunt voor aarding Afbeelding 20: Aansluitpunt voor aarding zwenkaandrijving Toepassing Een zich extern bevindende aansluiting voor aarding (klembeugel) voor de aansluiting op de potentiaalvereffening. Tabel 9: Dwarsdoorsneden aansluitkabels en aandraaimomenten aansluitpunt voor aarding Soort kabel Dwarsdoorsneden aansluitkabels Aandraaimomenten enkel- en meerdraads 2,5 mm²...
  • Pagina 25: Bediening

    Bediening 7 Bediening 7.1 Handmatige bediening De aandrijving kan voor de instelling en inbedrijfstelling bij het uitvallen van de motor of bij stroomuitval in de handmatige bediening bediend worden. Via een ingebouwd omschakelmechanisme wordt de handmatige bediening ingeschakeld. De handmatige bediening wordt automatisch ontkoppeld als de motor ingeschakeld wordt.
  • Pagina 26 Bediening Hoe te werk te gaan 1. Voedingsspanning inschakelen. 2. Om de afsluiter te sluiten, motorbedrijf in de richting DICHT inschakelen. ð Asafsluiter draait tegen de wijzers van de klok in in de richting DICHT.
  • Pagina 27: Weergaven (Als Optie)

    Weergaven (als optie) 8 Weergaven (als optie) 8.1 Mechanische standaanwijzing via pijlmarkering Afbeelding 22: Mechanische standaanwijzing Eindstand OPEN bereikt Eindstand DICHT bereikt Pijlmarkering op het deksel Eigenschappen • is onafhankelijk van de stroomvoorziening • dient als indicatie aandrijving in bedrijf: schijfje mechanische standaanwijzing draait indien de aandrijving een beweging uitvoert en toont bijgevolg continu de stand van de afsluiter (Bij de uitvoering „rechtsdraaiend sluiten“...
  • Pagina 28: Meldingen (Uitgangssignalen)

    Meldingen (uitgangssignalen) 9 Meldingen (uitgangssignalen) 9.1 Terugmeldingen van de aandrijving Schakelaars kunnen als enkelvoudige schakelaar (1 NC en 1 NO), als tandemschakelaar (2 NC en 2 NO) of als drievoudige schakelaar (3 NC en 3 NO) zijn uitgevoerd. De exacte uitvoering is aangegeven in het aansluitschema of op het specifieke technische gegevensblad van de desbetreffende order.
  • Pagina 29: Inbedrijfstelling (Basisinstellingen)

    Inbedrijfstelling (basisinstellingen) 10 Inbedrijfstelling (basisinstellingen) 10.1 Eindaanslagen in de zwenkaandrijving De interne eindaanslagen begrenzen de hoekverdraaiing. Ze beschermen de afsluiter bij weigering van het wegschakelmechanisme tijdens motorbedrijf en dienen als begrenzing tijdens de handmatige bediening met het handwiel. Zij mogen niet voor het uitschakelen op basis van draaimoment in de eindstanden tijdens de normale werking worden gebruikt.
  • Pagina 30: Eindaanslag Dicht Instellen

    Inbedrijfstelling (basisinstellingen) Tabel 12: Afmetingen/bouwgrootte (mm) Afmetingen/bouwgrootte 05.2 07.2 10.2 12.2 14.2 (mm) T (bij 90°) min. 10.1.1 Eindaanslag DICHT instellen Hoe te werk te gaan 1. Afsluitstop [3] verwijderen. 2. Met het handwiel de afsluiter in eindstand DICHT brengen. 3. Indien de eindstand van de afsluiter niet wordt bereikt: Instelbout iets tegen de wijzers van de klok in (linksom) draaien totdat de eindstand DICHT van de afsluiter correct kan worden ingesteld.
  • Pagina 31: Schakelruimte Openen

    Inbedrijfstelling (basisinstellingen) Aansluitend op deze instelling kan direct de eindstandherkenning OPEN worden ingesteld. 10.2 Schakelruimte openen Voor de hieronder vermelde instellingen moet de schakelruimte worden geopend. Hoe te werk te gaan 1. Bouten [2] losdraaien en het deksel [1] van de schakelruimte wegnemen. Afbeelding 27: Schakelruimte openen Deksel Bouten deksel...
  • Pagina 32: Wegschakelmechanisme Instellen

    Inbedrijfstelling (basisinstellingen) Ook tijdens handmatige bediening kan het draaimomentmechanisme worden aangesproken. Afbeelding 29: Meetkoppen draaimoment Meetkop zwart voor draaimoment Meetkop wit voor draaimoment richting richting DICHT OPEN Borgschroefjes Schaalschijfjes Hoe te werk te gaan 1. Beide borgschroefjes [3] van de wijzerschijf losdraaien. 2.
  • Pagina 33: Eindstand Open (Wit Veld) Instellen

    Inbedrijfstelling (basisinstellingen) 3. Instelspindel [1] continu ingedrukt houden en met een schroevendraaier in de richting van de pijl draaien; let daarbij op de wijzer [2]: bij voelbaar en hoorbaar ratelen springt de wijzer [2] steeds 90° verder. 4. Staat de wijzer [2] 90° voor punt [3]: dan alleen nog langzaam verder draaien. 5.
  • Pagina 34: Wegschakelmechanisme Controleren

    Inbedrijfstelling (basisinstellingen) Afbeelding 31: Draairichting (bij uitvoering „rechtsdraaiend sluiten“) 10.5.2 Wegschakelmechanisme controleren Hoe te werk te gaan 1. Aandrijving handmatig in de beide eindstanden van de afsluiter brengen. 2. Het wegschakelmechanisme is juist ingesteld als: ð schakelaar WSR/LSC naar eindstand DICHT schakelt schakelaar WOEL/LSO naar eindstand OPEN schakelt ð...
  • Pagina 35: Schakelruimte Sluiten

    Inbedrijfstelling (basisinstellingen) Afbeelding 33: Weergave OPEN 6. Afsluiter nog eenmaal in de eindstand DICHT zetten. 7. Instelling controleren: indien het symbool (DICHT) niet meer met de pijlmarkering op het deksel in één lijn staat: 7.1 Instelling herhalen. 10.7 Schakelruimte sluiten Indien er opties (zoals bijv. potentiometer, standmelder) aanwezig zijn: huis van de aandrijving pas sluiten, nadat alle opties in de aandrijving werden ingesteld.
  • Pagina 36: Inbedrijfstelling (Instellingen Van Als Optie Te Verkrijgen Uitvoeringen)

    Inbedrijfstelling (instellingen van als optie te verkrijgen uitvoeringen) 11 Inbedrijfstelling (instellingen van als optie te verkrijgen uitvoeringen) 11.1 Potentiometer De potentiometer functioneert als stelwegsensor en strekt tot vaststelling van de stand van de afsluiter. Instelelementen De potentiometer bevindt zich in de schakelruimte van de aandrijving. Voor het instellen dient de schakelruimte te worden geopend.
  • Pagina 37: Meetbereik Instellen

    Inbedrijfstelling (instellingen van als optie te verkrijgen uitvoeringen) Gegevens 3- en 4-draadssysteem 2-draadssysteem Omgevingstemperatuur –60 °C tot +80 °C Melderpotentiometer 5 kΩ Spanningsvoorziening mogelijk via: meld- en stuureenheden AC, AM of externe voedingsadapter Afhankelijk van het temperatuurbereik van de aandrijving: zie typeplaatje Instelelementen De RWG bevindt zich in de schakelruimte van de aandrijving. Voor het instellen dient de schakelruimte te worden geopend.
  • Pagina 38: Elektronische Standmelder Ewg 01.1

    Inbedrijfstelling (instellingen van als optie te verkrijgen uitvoeringen) 11.3 Elektronische standmelder EWG 01.1 De elektronische standmelder EWG 01.1 strekt tot vaststelling van de stand op afstand of algemeen tot terugmelding van de stand van de afsluiter. Hij genereert op basis van de door de Hall-sensoren geregistreerde stand van de afsluiter een stroomsignaal van 0 – 20 mA of 4 – 20 mA.
  • Pagina 39 Inbedrijfstelling (instellingen van als optie te verkrijgen uitvoeringen) Ter controle van de uitgangsstroom kan op de meetpunten (+/–) een meettoestel voor 0 – 20 mA worden aangesloten (bij 2-draadssystemen is het aansluiten van een meettoestel absoluut noodzakelijk). a) Er kan zowel een meetbereik van 0/4 – 20 mA als een meetbereik van 20 –  0/4 mA (omkeerbedrijf) worden ingesteld.
  • Pagina 40: Stroomwaarden Aanpassen

    Inbedrijfstelling (instellingen van als optie te verkrijgen uitvoeringen) ð Indien de stroomwaarde fluctueert (bijv. tussen 4,0 – 4,2 mA): LED signalering eindstanden uitschakelen. Zie LED-signalering eindstanden in-/uitschakelen [} 40]. 11.3.2 Stroomwaarden aanpassen De in de eindstand ingestelde stroomwaarden (0/4/20 mA) kunnen op elk moment worden aangepast.
  • Pagina 41: Richting Dicht (Zwart Veld) Instellen

    Inbedrijfstelling (instellingen van als optie te verkrijgen uitvoeringen) Afbeelding 38: Instellingselementen voor het wegschakelmechanisme Instelspindel: richting DICHT (zwart Wijzer: richting DICHT (zwart veld) veld) Punt: tussenstand DICHT ingesteld Instelspindel: richting OPEN (wit veld) (zwart veld) Wijzer: richting OPEN (wit veld) Punt: tussenstand OPEN ingesteld (wit veld) 11.4.1 Richting DICHT (zwart veld) instellen Hoe te werk te gaan 1.
  • Pagina 42: Verhelpen Van Storingen

    Het meetbereik 0/4 – 20 mA op de De LED op de EWG pulseert a) enkel of b) AUMA Service aanvragen. standmelder EWG kan niet worden drievoudig in de instelmodus: ingesteld. a) EWG is niet gekalibreerd.
  • Pagina 43: Motorbeveiliging (Thermische Bewaking)

    Verhelpen van storingen 2. Testknop [2] in de pijlrichting WÖL/LSO draaien: wegschakelaar OPEN treedt in werking. 12.2 Motorbeveiliging (thermische bewaking) Ten behoeve van de bewaking van de temperatuur in de motorwikkeling zijn in de motorwikkeling PTC-weerstanden of thermoknopen geïntegreerd. De motorbeveiliging wordt aangesproken zodra de maximaal toegestane temperatuur van de wikkelingen is bereikt.
  • Pagina 44: Reparatie En Onderhoud

    à Reparatie- en onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd als de apparatuur niet in bedrijf is. Service & Support AUMA biedt een uitgebreid servicepakket aan zoals bijv. reparatie en onderhoud, maar ook scholingen voor het personeel van de klant. Contactadressen vindt u op onze website www.auma.com.
  • Pagina 45: Afvoeren En Recycling

    Reparatie en onderhoud 13.3 Afvoeren en recycling AUMA producten zijn producten met een lange levensduur. Maar eens komt het moment waarop zij moeten worden vervangen. De apparatuur is modulair opgebouwd en kan daardoor gescheiden en gesorteerd worden naar: • elektronica-afval •...
  • Pagina 46: Technische Gegevens

    De exacte uitvoering staat op het specifieke technische gegevensblad van de desbetreffende order vermeld. Het specifieke technische gegevensblad van de desbetreffende order staat op onze website http://www.auma.com als download in de Duitse en Engelse taal ter beschikking (vermelding van het ordernummer noodzakelijk).
  • Pagina 47 Technische gegevens Uitvoering en functies Koppelbus met kerfvertanding t.b.v. Standaard: Koppelbus ongeboord de verbinding met de as van de Opties: Koppelbus op maat bewerkt met boorgat met spiebaan, binnenvierkant of DD volgens EN afsluiter ISO 5211 Aansluiting afsluiter Afmetingen volgens EN ISO 5211, zonder centrering Met voet en hefboom (optie) Hefboom Van nodulair gietijzer, met twee of drie boorgaten voor het bevestigen van een stangenstelsel.
  • Pagina 48: Aandraaimomenten Voor Bouten

    Vervuilingsgraad 4 (in gesloten toestand), vervuilingsgraad 2 (intern) IEC 60664-1 Trillingsvastheid conform 2 g, 10 tot 200 Hz (AUMA NORM), 1 g, 10 tot 200 Hz (voor aandrijvingen met besturingseenheid voor de IEC 60068-2-6 aandrijving AC of AM) Bestand tegen schokken en trillingen tijdens de start-up resp. bij storingen van de installatie. Geldt voor zwenkaandrijvingen in de uitvoering AUMA NORM en in de uitvoering met besturingseenheid voor de aandrijving, elk met AUMA rondstekker.
  • Pagina 49: Reserveonderdelenlijst

    Reserveonderdelenlijst 15 Reserveonderdelenlijst 15.1 Zwenkaandrijvingen SQ 05.2 – SQ 14.2 S / SQR 05.2 – SQR 14.2 S...
  • Pagina 50 Bij iedere bestelling van onderdelen a.u.b. het type toestel en ons ordernummer vermelden (zie typeplaatje). Er mogen uitsluitend originele AUMA-reserveonderdelen worden gebruikt. Bij toepassing van andere fabricaten vervalt de garantie en is elke vorm van aansprakelijkheid van AUMA uitgesloten. De afbeelding van de reserveonderdelen kan afwijken van de geleverde onderdelen.
  • Pagina 51: Trefwoordenregister

    Als optie te verkrijgen uitvoeringen  36 Aansluitschema  17 Basisinstellingen  29 Afsluitstoppen  18 Isolatieklasse  9 Afvoeren  45 Assistant App  10 AUMA Assistant App  10 Jaar van productie  9 Bediening  25 Kabels  18 Bedrijfsmodus  9, 46 Kabelwartels  18 Beschermingsgraad  8, 9, 48 Keuringsplaatje  9...
  • Pagina 52 Trefwoordenregister Recycling  45 Reserveonderdelenlijst  49 Richtlijnen  4  36 Schakelaar  17 Schakelaar controleren  42 Schakelschema  9, 17 Schijfje mechanische standaanwijzing  34 Serienummer  8, 9 Service  44 Signalering eindstanden  40 Smering  44 Soort smeermiddel  8 Standaanwijzing  34 Standmelder EWG  38 Standmelder RWG  36 Stroomsoort  9, 17...
  • Pagina 56 AUMA Riester GmbH & Co. KG Location Muellheim P.O. Box 1362 79373 Muellheim, Germany Tel +49 7631 809 - 0 Fax +49 7631 809 - 1250 info@auma.com www.auma.com Y005.559/039/nl/1.23 Ga voor gedetailleerde informatie over de AUMA producten naar: www.auma.com...

Inhoudsopgave