Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1
met besturingseenheid AMExC 01.1
12. Instelling DUO-wegschakelaars (optie)
12.1 Instelling voor richting DICHT (zwart veld)
12.2 Instelling richting OPEN (wit veld)
18
Elke gewenste toepassing kan worden ingeschakeld of uitgeschakeld door
middel van de twee tussenstandschakelaars.
Gebruik bij het instellen van het schakelpunt (tussenstand)
dezelfde draairichting als later tijdens elektrisch bedrijf.
.
.
Breng de afsluiter in de gewenste tussenstand.
Druk instelspindel G (afb. K-2) in, draai deze al ingedrukt houdend met een
schroevendraaier (5 mm) in de richting van de pijl en let daarbij op wijzer H.
Onder een duidelijk voelbaar en hoorbaar klikken springt wijzer H telkens
90° verder, totdat punt C bereikt is. Draai langzaam verder, als wijzer H nog
90° van punt C verwijderd is. Stop met draaien als punt C bereikt is en laat
instelspindel G los. Indien u abusievelijk toch te ver gedraaid heeft ( geklik na
het verspringen van de wijzer), draai de instelspindel dan verder in dezelfde
richting en herhaal de instelhandeling.
Afb. K-2: Meld- en stuureenheid
T
C
H
.
.
Breng de afsluiter in de gewenste tussenstand.
Druk instelspindel K (afb. K-2) in, draai deze al ingedrukt houdend met een
schroevendraaier (5 mm) in de richting van de pijl en let daarbij op wijzer L.
Onder een duidelijk voelbaar en hoorbaar klikken springt wijzer L telkens
90° verder, totdat punt F bereikt is. Draai langzaam verder, als wijzer L nog
90° van punt F verwijderd is. Stop met draaien als punt F bereikt is en laat
instelspindel K los. Indien u abusievelijk toch te ver gedraaid heeft ( geklik na
het verspringen van de wijzer), draai de instelspindel dan verder in dezelfde
richting en herhaal de instelhandeling.
G
Bedieningsinstructies
P
F
E
K