Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1 Bedieningsinstructies Deze instructies zijn van toepassing op de (regel)aandrijvingen, serie Geldigheid bedieningsinstructies: SA(R)ExC 07.1 – SA(R)ExC 16.1, met een besturingseenheid AMExC 01.1. Deze instructies gelden alleen voor de uitvoering “rechtsdraaiend sluiten”, d.w.z.
Pagina 3
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 Bedieningsinstructies met besturingseenheid AMExC 01.1 Pagina Besturingseenheid AMExC 01.1 19.1 Functie van de diagnose-LED’s op de interface-printplaat (standaarduitvoering) 19.2 Programmering van de logica-printplaat 19.3 NOOD-OPEN en NOOD-DICHT signaal (optie) Elektronische positioner (optie) 20.1...
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1 Bedieningsinstructies Veiligheidsinstructies Toepassingsgebied AUMA aandrijvingen zijn bestemd voor het bedienen van industriële afsluiters, zoals ventielen, schuifafsluiters, vlinderkleppen en kogelkranen. In geval van andere toepassingen is overleg met de fabriek noodzakelijk.
Pagina 6
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1 Bedieningsinstructies 1) Gebaseerd op een omgevingstemperatuur van 20 °C en een gemiddelde draaimomentbelasting overeenkomstig de technische gegevens van SAExC. Een overschrijding van het type bedrijf is niet toegestaan.
Pagina 7
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 Bedieningsinstructies met besturingseenheid AMExC 01.1 Tabel 2: Technische gegevens besturingseenheid AMExC 01.1 Explosieveiligheidsklasse zie gegevens aandrijving EG-typetest certificaat zie gegevens aandrijving Motorbescherming standaard: PTC-weerstanden (volgens DIN 44082) in aandrijving PTC-tripping device met de mogelijkheid om het device te resetten d.m.v.
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1 Bedieningsinstructies Aanvullende informatie voor de legenda van de aansluitschema’s Toelichting A: Indien de aandrijving is voorzien van een signaalgever (S5), kan met behulp van de signaalgever het knippersignaal “aandrijving in bedrijf” worden gerealiseerd (het openen en sluiten van potentiaalvrije contacten).
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 Bedieningsinstructies met besturingseenheid AMExC 01.1 Transport en opslag Transporteer het materiaal in een stevige verpakking naar de plaats van bestemming. Bevestig hijs- en hefmateriaal nooit aan het handwiel.
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1 Bedieningsinstructies Montage op afsluiter / Controleer de aandrijving vóór de montage op beschadi- reductiekast gingen. Beschadigde onderdelen dienen door originele onderdelen vervangen te worden.
Pagina 11
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 Bedieningsinstructies met besturingseenheid AMExC 01.1 Op maat bewerken van de draadbus (aandrijfvorm A): Afb. B-1 Aandrijfvorm A draadbus 80.3 80.01/80.02 80.2 Het is niet noodzakelijk om de aansluitflens van de aandrijving te verwijderen.
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1 Bedieningsinstructies Handbediening De aandrijving kan handmatig bediend worden bij instelling en inbedrijfname, in geval van het eventueel uitvallen van de motor en bij een eventuele stroomuitval.
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 Bedieningsinstructies met besturingseenheid AMExC 01.1 Elektrisch aansluiten Bij werkzaamheden in explosiegevaarlijke omgevingen dienen de Europese normen EN 60079-14 “Electrical Installa- tions in Hazardous Areas” en EN 60079-17 “Inspection and Maintenance of Electrical Installations in Hazardous Areas”...
Contacten messing (Ms) messing (Ms) messing (Ms) vertind 1) Geschikt voor aansluiting van koperdraden. Bij toepassing van aluminium is overleg met AUMA noodzakelijk Plug-in klemmenstrook De elektrische aansluiting wordt gerealiseerd door middel van klemmen (afb. Afb. G-4: Elektrische aansluiting G-4). De uitvoering van de aansluitruimte is overeenkomstig explosieveilig- heidsklasse “EEx e”...
10 mm 2,5 mm flexibel, 4 mm massief 1) Geschikt voor aansluiting van koperdraden. Bij toepassing van aluminium is overleg met AUMA noodzakelijk. 2) Optioneel met schroefverbinding. Verwarmingselement AUMA aandrijvingen zijn standaard voorzien van een verwarmingselement. Tenzij iets anders aangegeven is in de order, wordt de voedingsspanning voor het verwarmingselement intern verzorgd.
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1 Bedieningsinstructies 10. Het openen van Voor de hieronder vermelde instelwerkzaamheden (paragraaf 11 tot 17) moet de schakelruimte de schakelruimte geopend worden en moet het schijfje van de mechanische standaanwijzing - althans voor zover deze in de aandrijving gemonteerd is - verwijderd worden.
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1 Bedieningsinstructies 12. Instelling DUO-wegschakelaars (optie) Elke gewenste toepassing kan worden ingeschakeld of uitgeschakeld door middel van de twee tussenstandschakelaars. Gebruik bij het instellen van het schakelpunt (tussenstand) dezelfde draairichting als later tijdens elektrisch bedrijf.
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 Bedieningsinstructies met besturingseenheid AMExC 01.1 13. Instelling draaimomentschakelaars 13.1 Instelling Het ingestelde draaimoment moet geschikt zijn voor de afsluiter! Deze instelling mag alleen met toestemming van de afsluiterfabrikant gewijzigd worden! Afb.
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1 Bedieningsinstructies 14. Proefdraaien Werkzaamheden aan een geopende en onder spanning staande aandrijving mogen alleen worden verricht, als men zich ervan verzekerd heeft dat tijdens de duur van de werkzaamheden geen explosiegevaar bestaat.
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 Bedieningsinstructies met besturingseenheid AMExC 01.1 14.2 Controle instelling wegschakelaars: Zet de keuzeschakelaar in de stand “UIT (0)” (zie afb. M-6). Afb. M-6: Keuzeschakelaar op lokale bediening De voedingsspanning van de besturingseenheid wordt niet onderbroken in de stand UIT.
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1 Bedieningsinstructies 15. Instelling potentiometer (optie) — Voor terugmelding op afstand — Breng de afsluiter in de eindstand DICHT. Indien van toepassing: verwijder het schijfje van de mechanische standaanwijzing.
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 Bedieningsinstructies met besturingseenheid AMExC 01.1 16. Instelling elektronische standmelder RWG (optie) — Voor een terugmelding op afstand of een externe aansturing — Controleer na de montage van de aandrijving op de afsluiter de instelling door het uitgangssignaal te meten aan de daarvoor bestemde meetpunten (zie paragraaf 16.1 of 16.2).
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1 Bedieningsinstructies 16.1 Instelling 2-draadssysteem 4 – 20 mA en 3-/4-draadssystem 0 – 20 mA einstellen Sluit de spanning aan op de elektronische standmelder. Breng de afsluiter in de eindstand DICHT.
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 Bedieningsinstructies met besturingseenheid AMExC 01.1 16.2 Instelling 3-/4-draadssysteem 4 – 20 mA Sluit de spanning aan op de elektronische standmelder. Breng de afsluiter in de eindstand DICHT. Verwijder (indien aanwezig) het schijfje van de mech. standaanwijzing.
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1 Bedieningsinstructies 17. Instelling mechanische standaanwijzing (optie) Een bijbehorend tandwielkastje is in de fabriek al in de aandrijving gemon- teerd. Als naderhand het aantal omwentelingen per slag gewijzigd wordt, moet...
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 Bedieningsinstructies met besturingseenheid AMExC 01.1 19. Besturingseenheid AMExC 01.1 Let tijdens alle werkzaamheden aan de besturingseenheid op het volgende. Werkzaamheden aan een geopende en onder spanning staande aandrijving mogen alleen verricht worden, als men zich ervan vergewist heeft dat tijdens de werkzaamheden geen explosiegevaar bestaat.
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1 Bedieningsinstructies 19.2 Programmering logica-printplaat De wijze van afschakelen, weg- of draaimomentafhankelijk (schakelaar S1-2 en schakelaar S3-2, afb. R-3), dient door de afsluiterfabrikant te worden vastgesteld.
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 Bedieningsinstructies met besturingseenheid AMExC 01.1 19.3 NOOD-OPEN en NOOD-DICHT (5e karakter in aansluitschema MSP … C, D of P) signaal (optie) Als een EMERGENCY-stuursignaal gegeven wordt, brengt de aandrijving de afsluiter in de aangegeven eindstand (functioneert bij alle drie de standen van de keuzeschakelaar: LOCAL (plaatselijk), OUT (uit) en REMOTE (afstand)).
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1 Bedieningsinstructies 20.2.2 Instelling gedrag aandrijving bij verlies signaal Met behulp van de printschakelaar (DIP-switch) S2-7 kan het gedrag van de aandrijving bij het wegvallen van het stuursignaal E1 of de terugmelding E2 geprogrammeerd worden.
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 Bedieningsinstructies met besturingseenheid AMExC 01.1 20.3 Afregelen positioner eindstand DICHT (standaarduitvoering) Vóór het instellen van de positioner dient men zeker te stellen, dat het wegschakel-, het draaimomentmechanisme van de aandrijving en de terugmelding (paragrafen 15 en 16) in- gesteld zijn.
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1 Bedieningsinstructies 20.4 Afregelen positioner in de eindstand OPEN (standaarduitvoering) Breng de aandrijving door het indrukken van de drukknop (lokale bediening) in de eindstand OPEN.
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1 Bedieningsinstructies 20.6 Afregelen positioner eindstand OPEN (invers bedrijf) Bij een standaarduitvoering leidt een maximaal ingaand signaal (E1 = 20 mA) ertoe, dat de afsluiter in de eindstand OPEN gebracht wordt.
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 Bedieningsinstructies met besturingseenheid AMExC 01.1 20.7 Afregelen positioner in de eindstand DICHT (invers bedrijf) Breng de aandrijving met behulp van de drukknop (lokale bediening) in de eindstand DICHT.
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1 Bedieningsinstructies 20.8 Positioner in Split Range versie (optie) Voor Split Range wordt een gemodificeerde variant van de positioner gebruikt. Een positioner in standaarduitvoering is niet geschikt voor de Split Range toepassing.
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1 Bedieningsinstructies 21. Timer (optie) Met behulp van de timer-printplaat kan de looptijd van de aandrijving voor de gehele stelweg of voor een deel daarvan worden verlengd.
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 Bedieningsinstructies met besturingseenheid AMExC 01.1 21.3 Instelling begin en eind van puls/pauzesturing d.m.v. DUO-wegschakelmechanisme (optie) Het begin en het eind van de pulspauzesturing kunnen ook worden ingesteld via externe schakelaars (potentiaalvrije contacten toepassen).
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1 Bedieningsinstructies 21.4 Loop- en pauzetijden instellen Loop- en pauzetijden kunnen onafhankelijk van elkaar met behulp van de vier potentiometers R10 t/m R13 tussen 1 seconde en 30 seconden worden ingesteld.
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 Bedieningsinstructies met besturingseenheid AMExC 01.1 21.5 Zekeringen Drukvaste behuizing! Controleer vóór het openen, dat er geen explosieve gassen zijn en dat de spanning uitgescha- keld is. De zekeringen (afb. V1 en V2) zijn toegankelijk na het verwijderen van de frontplaat van de MATIC (lokale bediening).
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1 Bedieningsinstructies 22. Onderhoud Neem bij onderhoud de hieronder vermelde punten in acht: Een regelmatige inspectie en onderhoudsbeurt (minstens elke drie jaar) door geschoold personeel, overeenkomstig de norm EN 60079-17 “Inspection and Maintenance of Elec-...
25. Service AUMA biedt een uitgebreid servicepakket aan (o.a. onderhoud en revisie). Een overzicht van de adressen van de AUMA kantoren en vestigingen treft u aan op pagina 56 en op Internet (www.auma.com).
Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1 Bedieningsinstructies met besturingseenheid AMExC 01.1 Opmerking: Wij verzoeken u om bij uw bestelling het type Auma aandrijving, het commissienummer en - indien aanwezig - het Auma Benelux ordernummer op te geven (zie voor deze gegevens het typeplaatje). Type Omschrijving...
Pagina 49
Bedieningsinstructies met besturingseenheid AMExC 01.1 Opmerking: Wij verzoeken u om bij uw bestelling het type van de Auma Matic besturingseenheid, het commissienummer en indien aanwezig - het Auma Benelux ordernummer op te geven (zie voor deze gegevens het typeplaatje). Type...
Pagina 51
AMExC 01.1 Opmerking: Wij verzoeken u om bij uw bestelling het type van de Auma Matic besturingseenheid, het commissienummer en - indien aanwezig - het Auma Benelux ordernummer op te geven (zie voor deze gegevens het typeplaatje). Type...