20.2.2 Instelling gedrag aandrijving bij verlies signaal
Tabel 12: Mogelijke instellingen (aanbevolen instellingen zijn aangegeven met een grijze achtergrond)
Reactie aandrijving bij verlies signaal
E1
fail as is
fail close
fail open
fail as is
fail close
fail close
1) Bij signalen van 0 – 20 mA en 0 – 5 V kan het verlies van het signaal verkeerd geïnterpreteerd worden, aangezien E1 of E2 ook (zonder fout) kan functioneren
bij een signaal < 4 mA (eindstand DICHT = 0 mA of 0 V).
2) Signalen bij interne terugmelding:
0/4 – 20 mA van de elektronische standmelder of 0 – 5 V van de precisiepotentiometer 5 k Ω.
32
Met behulp van de printschakelaar (DIP-switch) S2-7 kan het gedrag van de
aandrijving bij het wegvallen van het stuursignaal E1 of de terugmelding E2
geprogrammeerd worden. Maar alleen bij 4 - 20 mA signalen zijn alle keuze-
mogelijkheden beschikbaar.
De hieronder vermelde racties zijn mogelijk:
Fail as is:
De aandrijving schakelt af en blijft in deze stand staan.
Fail close:
De aandrijving brengt de afsluiter in de stand DICHT.
Fail open:
De aandrijving brengt de afsluiter in de stand OPEN.