Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1 / SARExC 07.1 – SARExC 16.1
met besturingseenheid AMExC 01.1
20. Positioner (optie)
20.1 Technische gegevens
20.2 Einstellung
30
Tabel 10: Technische gegevens positioner
Stuursignaal (ingang E1, nominale waarde)
Terugmelding (ingang E2, werkelijke waarde)
Gevoeligheid (dode band) ∆E (P9)
Fijnafstemming "Sens" (P7) (alleen zinvol bij
uitgaande toerentallen <16 1/min)
Pauzetijd "t-off "(P10)
Ingangsweerstand
Regelbedrijf met takt-bedrijf (niet noodzakelijk voor instelling positioner):
Looptijd "t-on " (P8) effectief tot een
regelafwijking ≤ 25 %; daarna vermindert de
ingestelde waarde met een factor 3.
De positioner in de besturingseenheid AMExC 01.1 wordt overeenkomstig de
gegevens van de bestelling geprogrammeerd en samen met de aandrijving
voor uitlevering ingesteld.
Het is echter mogelijk, dat later op basis van waarden van het regelsysteem,
die vooraf niet bekend waren, de instelling van de positioner moet worden
aangepast. Vóór het aanpassen van de instelling dient de programmering van
de positioner te worden gecontroleerd.
.
Controleer de programmering van de logica-printplaat overeenkomstig de
inhoud van paragraaf 19.2.
Overneemfunctie AFSTAND (zie tabel 9) dient bij een
positioner uitgeschakeld te zijn.
.
Verwijder de afdekplaat (afb. S1) en stel de gewenste programmering in op
de printplaat van de positioner (afb. S2) overeenkomstig de gegevens van
tabel 11 en tabel 12.
Let erop, dat vóór het instellen het stroomcircuit voor de
terugmelding E2 (zie schakelschema) gesloten is (meet-
apparaat of draadbrug). Als het signaal E2 ontbreekt, brandt
LED (V10) "E1/E2 < 4 mA" (afb. S1) en reageert de positioner
niet.
Afb. S1: Afdekplaat positioner
Sticker met indicatie signalen
in voorbeeld: E1 = 4 – 20 mA, E2 = 4 – 20 mA)
Bedieningsinstructies
0/4 – 20 mA (optie: 0 – 5 V)
0/4 – 20 mA (optie: 0 – 5 V)
0,5 % – 2,5 %
min. 0,25 %
0,5 – 10 s
250 Ohm
0,5 – 15 s
V10 (rood)
P10
P8