5 Bediening
5.9
Timer
De timer werkt als een eierwekker. De timer kan altijd en onafhankelijk van alle andere
functies worden gebruikt.
Timer instellen en starten
▸ Tip de sensortoets
– Het display toont de voorgestelde waarde «10min».
▸ De gewenste tijdsduur instellen door aan de instelknop te draaien.
– Het display toont de tijdsduur alsook het einde van de timer.
De instelling wordt verricht:
▪ tot 10 minuten in stappen van 10 seconden, bijv. 9min. 50s.
▪ vanaf 10 minuten in stappen van een minuut, bijv. 1h 12min.
▪ vanaf 10 uur in stappen van een uur, bijv. 18h.
De maximale tijdsduur van de timer bedraagt 99h.
▸ Op de instelknop drukken om te bevestigen.
– De timer wordt gestart.
– Indien geen bedrijfsmodus met ingestelde tijdsduur actief is, wordt de resterende
tijd van de timer op het digitale display weergegeven.
– De sensortoets
– Indien het toestel zich vóór het instellen van de timer in een ander menu bevond,
bijv. bedrijfsmodi: het menu resp. het daarin geselecteerde submenu wordt weerge-
geven, bijv. een actieve bedrijfsmodus.
– Indien het toestel zich niet in een ander menu bevond: het display wordt zwart.
Controleren en wijzigen
▸ Tip de sensortoets
– Op het display wordt de resterende tijd weergegeven.
▸ Door aan de instelknop te draaien kan de tijdsduur ingekort of verlengd worden.
▸ Het inkorten/verlengen bevestigen.
Timer afgelopen
Na afloop van de ingestelde tijdsduur:
– weerklinkt een geluidssignaal.
– wordt op het display «Timer afgelopen» weergegeven.
▸ Om de melding te sluiten
Timer voortijdig uitschakelen
▸ Tip de sensortoets
– Op het display wordt de resterende tijd weergegeven.
▸ De timer op 0 zetten door aan de instelknop te draaien en bevestigen.
Of, indien de timer de enige actieve functie is:
▸ Sensortoets
aantippen.
Of, indien het toestel moet worden uitgeschakeld:
▸ Sensortoets
2 × aantippen.
22
aan.
brandt wit.
aan.
selecteren.
aan.