5.1
Gebruikswijze kiezen en starten
▸ Indien het toestel is uitgeschakeld: druk eerst op de instelknop.
▸ Indien het apparaat zich in een ander menu bevindt: Raak de sensortoets
– Op het display verschijnt het keuzemenu voor de bedrijfsmodi.
▸ Bedrijfsmodus selecteren
– De instellingen van de bedrijfsmodus verschijnen op het display; boven de tempe-
ratuur staat een voorgestelde waarde.
▸ Naar behoefte waarden voor tijdsduur, einde, temperatuur resp. temperatuurstand en
doeltemperatuur instellen en bevestigen.
Tip and go
Zodra alle voor de bedrijfsmodus benodigde instellingen zijn aangebracht, is op het dis-
play gedurende 20 seconden een aflopende balk te zien. Als er in deze tijd geen verdere
instellingen worden aangebracht, wordt de werking automatisch gestart. Als er een instel-
ling gewijzigd wordt, dan gaat Tip and go opnieuw van start.
U kunt de duur van Tip and go aanpassen (zie pagina 38) in de persoonlijke in-
stellingen of u kunt Tip and go deactiveren.
▸ Om de werking direct te starten, d. w. z. zonder Tip and go, kiest u .
– Indien ingesteld, vermeldt het display en het digitale display de aflopende restduur.
De ingestelde bedrijfsmodus kan na de start niet meer worden gewijzigd.
Bij toestellen zonder greep: de greep blijft zowel tijdens het bedrijf als na einde be-
drijf naar buiten geschoven. Deze wordt pas naar binnen geschoven als het toestel
voldoende is afgekoeld.
Overzicht display
3
2
1
5.2
Instellingen controleren en wijzigen
▸ Symbool voor gewenste instelling kiezen.
▸ Om de waarde te wijzigen: draai de instelknop naar rechts of links.
▸ Bevestig de instelling door op de instelknop te drukken.
– In het display verschijnen de instellingen van de gebruikswijze.
– Boven het betreffende symbool is de gewijzigde waarde zichtbaar.
Het einde kan alleen gedurende de eerste 60 seconden van het bedrijf worden ge-
wijzigd.
4
1
Instellingen van de bedrijfsmodus
2
Huidige positie van de instelknop/
geselecteerde instelling
5
3
Tip and go
6
4
Bedrijfsmodus met symbool
5
Ingestelde waarden/voorgestelde waarden
6
Symbolen voor instellingen
5 Bediening
aan.
17