Graafmachine aftanken
Bij het aftanken van de graafmachine is het roken, open licht en het gebruik van andere ontste-
kingsbronnen verboden. De gevarenzone moet met borden worden aangegeven. In de gevaren-
zone moet zich een brandblusser bevinden.
Gemorste brandstof moet onmiddellijk met oliebindmiddel worden gebonden. Het besmette olie-
bindmiddel moet volgens de geldende milieubeschermingsbepalingen worden afgevoerd.
De opslag van dieselolie mag, indien er geen pomp ter beschikking staat, alleen in daarvoor
goedgekeurde jerrycans plaatsvinden.
De graafmachine moet op tijd worden afgetankt, zodat de tank niet wordt leeggereden. Lucht in
het brandstofsysteem kan de inspuitpomp beschadigen.
Motor uitschakelen.
Tankdop (1) met sleutel openen en dop door linksom te
draaien openen.
Dieselolie tot aan de onderkant van de vulpijp vullen.
Tankdop bevestigen en de zijklep sluiten.
Ontluchten van het brandstofsysteem
Nadat de graafmachine is leeggereden of de waterafscheider is schoongemaakt, moet het
brandstofsysteem worden ontlucht.
Om te ontluchten de startschakelaar in stand RUN zetten. De elektrische brandstofpomp ontlucht binnen
ca. 60 s het brandstofsysteem.
Indien niet voldoende ontlucht werd, gaat de motor weer uit. In dit geval de procedure herhalen.
82
Bedrijf