Veiligheidsaanwijzingen voor het starten van de motor
De graafmachine is met een diefstalbeveiliging (blz. 85) uitgerust.
Voordat de graafmachine voor de eerste keer op een werkdag wordt gestart, moeten de werk-
zaamheden vóór het dagelijks in bedrijf stellen worden uitgevoerd (blz. 49).
Waarborgen, dat zich geen personen in het bereik van de graafmachine bevinden. Indien niet
kan worden voorkomen, dat zich personen in de buurt van de graafmachine bevinden, moeten
deze worden gewaarschuwd door kort te claxonneren.
Waarborgen, dat alle bedieningselementen in de neutrale stand staan.
Het starten van de graafmachine is alleen toegestaan, indien de gebruiker op de bestuurders-
stoel zit.
Voordat de motor wordt gestart, moet de werkplaats voor de desbetreffende gebruiker worden
ingericht (blz. 53).
Startpoging onderbreken, indien de motor bij het starten niet onmiddellijk aanslaat. Na een korte
wachttijd opnieuw proberen te starten. Indien de motor na meerdere startpogingen niet aanslaat,
moet vakpersoneel op de hoogte worden gesteld. Indien de accu leeg is, moet de graafmachine
met starthulp worden gestart (blz. 80).
Geen startpilot, of dergelijk werkende middelen als starthulp gebruiken.
Starten van de motor KX36-3
Motortoerentalhendel (1) in richting
Contactsleutel in de startschakelaar (2) plaatsen en in stand
RUN zetten.
56
zetten.
Bedrijf