Vervangen van het oliefilter
Olie-opvangbak onder het oliefilter plaatsen, het oliefilter (1)
met de oliefiltersleutel verwijderen, door deze linksom te
draaien.
Pakkingring van het nieuwe oliefilter met motorolie insme-
ren.
Oliefilter aanbrengen en met de hand vastdraaien; niet de
oliefiltersleutel gebruiken.
Vullen van motorolie
Draai de olievuldop (1) open en vul motorolie volgens de
paragraaf Onderhoudsmiddelen (blz. 118).
Vulhoeveelheid KX36-3:
Vulhoeveelheid KX41-3:
Olievuldop vastdraaien/plaatsen.
Motor starten, de navolgende indicatie resp. de controle-
lamp motoroliedruk moet onmiddellijk na het aanspringen
van de motor uitgaan; zo niet, motor onmiddellijk uitschake-
len en geschoold personeel op de hoogte stellen.
Motor ca. 2 min laten draaien en vervolgens uitschakelen. Na
een wachttijd van 5 min oliepeil controleren.
Oliepeilstok (1) eruit trekken en met een schone doek afvegen.
Oliepeilstok weer helemaal terugplaatsen en opnieuw eruit trekken. Het oliepeil moet zich in het bereik "A"
bevinden. Bij een te laag oliepeil motorolie bijvullen. De oliehoeveelheid tussen de onder- en bovenkant
van het bereik "A" bedraagt bij de KX36-3 1,55 l en bij de KX41-3 1,05 l.
Het bedrijf met een te laag of te hoog oliepeil kan tot motorschade leiden.
Bij het verversen van de olie moet de motorolie tot het "MAX"-merkstreepje worden gevuld.
Motorkap sluiten.
102
2,6 l
3,6 l
Onderhoud