Opbouw en werking
Beschrijving van de bedieningselementen
1.
Linker bedieningshendel
Met de linker bedieningshendel kan de bovenwagen worden gedraaid en de arm worden bewogen, zie na-
volgende tabel.
De afbeelding toont, in combinatie met de navolgende tabel, de
functies voor de linker en rechter bedieningshendel.
Bedieningshendel
Rechter bedienings-
hendel
Linker bedienings-
hendel
2.
Vergrendeling van de bedieningshendels
Ten behoeve van het in- en uitstappen in de cabine wordt de console geheven, door de vergrendeling van
de bedieningshendel omhoog te trekken. De motor kan alleen met geheven console worden gestart. De
bedieningselementen werken alleen met neergelaten console en met de vergrendeling van de bedienings-
hendel in stand "beneden".
Bij graafmachines met cabine is alleen de linker bedieningshendelvergrendeling gemonteerd.
3.
Pedaal extra circuit
Met het pedaal extra circuit kan extra apparatuur worden bediend.
4./5. Rijhendel linker en rechter rupsband
Met deze rijhendels kan de graafmachine vooruit, achteruit en in bochten worden gereden. De linker rij-
hendel stuurt de linker en de rechter rijhendel de rechter rupsband.
6.
Boomzwenkpedaal
Met dit pedaal kan de boom naar rechts en links worden gezwenkt.
7.
Rechter bedieningshendel
Met de rechter bedieningshendel kan de boom en de bak worden bewogen. Zie voorafgaande afbeel-
ding/rechter bedieningshendel.
8.
Claxondrukknop
Met de claxondrukknop kan de voertuigclaxon worden bediend.
9.
Dozerbladhendel
Met de dozerbladhendel kan het dozerblad worden geheven en neergelaten. Het dozerblad kan worden
neergelaten door de hendel naar voren te drukken; het kan worden geheven door de hendel naar achteren
te trekken.
Beweging
1
Boom omlaag
2
Boom omhoog
3
Bak intrekken
4
Bak uitzwenken
A
Arm uitzwenken
B
Arm intrekken
C
Bovenwagen linksom draaien
D
Bovenwagen rechtsom draaien
41