Bedrijf
De voorgloeicontrolelamp brandt kort. Na het uitgaan van de controlelamp kan de motor worden
gestart.
De motoroliedruk-controlelamp brandt en gaat uit, nadat de motor is aangesprongen.
De laadstroomcontrolelamp brandt en gaat uit, nadat de motor is aangesprongen.
Indien de waarschuwingslamp brandstofreserve brandt, bevindt zich slechts 5,1 l brandstof in de
tank, graafmachine aftanken (blz. 82).
Startschakelaar in stand START draaien en houden, totdat de motor aanspringt; vervolgens startschake-
laar loslaten.
Linker bedieningsconsole neerlaten, totdat de vergrendeling van de bedieningshendels vastklikt.
Motor met stationair toerental kort laten warmdraaien.
Motor met laag toerental gebruiken, totdat de bedrijfstemperatuur is bereikt.
Voor het werken het vereiste motortoerental afstellen.
Motortoerentalhendel in richting
Indicaties en controlelampen gedurende het bedrijf controleren (blz. 59).
De navolgende beschrijving geldt voor de graafmachine KX41-3.
Starten van de motor
Motortoerentalhendel (1) in richting
De graafmachine is met een diefstalbeveiliging
voorzien. Als de graafmachine met een verkeerde
sleutel wordt gestart verschijnt op het display de
melding:
Indien zich metalen delen zoals bijv. sleutelring of
andere sleutels aan de sleutelbos hangen kan dat
tot startproblemen leiden.
Indien de vergrendeling van de bedieningshendels niet omhoog staat verschijnt de melding:
zetten, totdat het vereiste toerental is bereikt.
zetten.
57