Onderhoud
Controleren van de rupsbandspanning
De rupsband staat met de naad () midden tussen de ge-
leidestukken (1).
Rupsbanddoorhanging, zoals op de afbeelding weergege-
ven, controleren.
Rupsbanddoorhanging "A"
Indien de rupsbanddoorhanging groter is dan 15 mm, moet
de rupsband worden nagespannen.
Zo nodig rupsband spannen of ontspannen.
Motor starten en geheven rupsband kort laten draaien.
Voorzichtig; de omgeving van de draaiende rupsband moet vrij van personen zijn. Na het draaien
moet de startschakelaar in stand STOP worden gezet en de contactsleutel worden verwijderd.
Rupsbandspanning opnieuw controleren, zo nodig afstellen.
Dezelfde werkzaamheden aan de tweede rupsband uitvoeren.
Afstellen van de rupsbandspanning
Spannen
Vetspuit op de smeernippel (1) plaatsen.
Vetspuit bedienen, totdat de voorgeschreven rupsband-
spanning is bereikt.
10-15 mm
113