6.
Geef het aangepaste formaat een naam en definieer het formaat van het papier
op het scherm Aangepast papierformaat screen.
Opmerking Het papierformaat dat u zojuist hebt gedefinieerd, zal enkel
beschikbaar zijn wanneer u de Afdrukvoorkeuren of het dialoogvenster
Pintereingenschappen sluit en opnieuw opent.
7.
Klik op het tabblad Papier/kwaliteit en selecteer het aangepaste papierformaat
uit het vervolgmenu Papierformaat: .
8.
Klik op OK.
9.
Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Afdrukken op speciaal papier (Mac OS X)
Opmerking Voordat u op aangepast papier kunt afdrukken, moet u het
aangepaste formaat instellen in de HP-software die bij de printer is geleverd. Zie
voor instructies Speciale papierformaten instellen (Mac OS X)
1.
Laad het juiste papier in de lade. Zie Plaats papier voor meer informatie.
2.
Gebruik een van de volgende procedures om een papierformaat te selecteren,
afhankelijk van uw toepassing:
Vanuit Pagina-instelling
a.
b.
c.
-of-
Vanuit Afdrukken
a.
b.
c.
3.
Klik in het pop-upmenu op Papierverwerking.
4.
Klik boven Bestemming papierformaat op Aanpassen aan papierformaat en
selecteer dan het speciale papierformaat.
5.
Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Pagina-
instelling.
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap
3.
Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op
Afdrukken.
Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
aanwezig).
Afdrukken op speciaal en aangepast papier
37