Hoofdstuk 1
2.
Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de
lade. Controleer of de stapel overeenkomt met de lijn op de breedtegeleider, en
niet hoger komt dan de papierstapellijnmarkering in de lade.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
3.
Stel de papiergeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt
geplaatst en plaats de lade terug in de printer.
4.
Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
Aangepast papierformaat
Plaats papier met een speciaal formaat aan de hand van deze instructies.
Let op Gebruik alleen papier van aangepast formaat dat wordt ondersteund door
de printer. Zie Papierspecificaties voor meer informatie.
Opmerking Plaats alleen standaardpapier in lade 2.
1.
Trek Papierlade 1 naar buiten.
2.
Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de
lade. Controleer of de stapel overeenkomt met de lijn op de breedtegeleider, en
niet hoger komt dan de papierstapellijnmarkering in de lade.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
20
Aan de slag