24.2 Planningsaanwijzingen
Houd de volgende planningsinstructies aan voor de in-
bouw van het apparaat.
¡ De draairichting is niet wisselbaar.
¡ De afstand van de meubelromp tot het deurfrontop-
pervlak bedraagt 21 mm.
¡ Afstand meubelromp tot buitenkant van de deur-
greep bedraagt 72 mm.
¡ Houd rekening met het uitsteeksel bij het front voor
het openen van laden aan de zijkant.
¡ Houd bij de planning van een hoekoplossing reke-
ning met een deuropeningshoek van tenminste
110°.
¡ Als u het apparaat onder een kookplaat inbouwt,
een afstand tussen de onderkant van de kookplaat
en de bovenkant van de behuizing van de oven van
minstens 15 mm in acht nemen. De planningsin-
structies van de kookplaten, vooral wat betreft de
ventilatie, de gasaansluiting en de elektrische aan-
sluiting in acht nemen.
24.3 Afmetingen van het apparaat
Hier vindt u de afmetingen van het apparaat.
24.4 Inbouwmeubel voorbereiden
Vereiste: Inbouwmeubels dienen tot 90°C en aangren-
zende meubelfronten tot 70°C temperatuurbestendig te
zijn.
Voor de ventilatie van het apparaat een ventilatie-uit-
1.
snijding van minstens 20 x 500 mm in de tussenbo-
dem van de inbouwkast maken.
2.
Zorg ervoor dat de aansluitdoos zich buiten de in-
bouwnis bevindt.
De uitsnijdingswerkzaamheden aan het meubel uit-
3.
voeren en dan het apparaat plaatsen.
Verwijder na de uitsnijwerkzaamheden de spanen.
4.
Spanen kunnen de werking van elektrische compo-
nenten hinderen.
Niet-bevestigde meubels met een gebruikelijke, in
5.
de handel verkrijgbare montagehoek aan de wand
bevestigen.
Het apparaat slechts zo hoog inbouwen dat de klant
6.
de passende toebehoren zonder probleem kan ver-
wijderen.
24.5 Elektrische aansluiting
Om het apparaat elektrisch veilig te kunnen aansluiten,
dient u deze aanwijzingen in acht te nemen.
¡ Op een geschikte zekering van de huisinstallatie let-
ten. Spanning en frequentie van het apparaat moe-
ten met de elektrische installatie overeenkomen, zie
typeplaatje.
¡ Het apparaat voldoet aan beveiligingsklasse I en
mag alleen met een geaarde aansluiting worden ge-
bruikt.
¡ De zekering via B- of C-automaat is vereist.
¡ Een alpolige scheidingsschakelaar met minstens 3
mm contactopening bij de installatie gebruiken. De
stekker dient na de inbouw nog toegankelijk te zijn.
¡ Bij een apparaat zonder aansluitkabel, deze alleen
volgens het aansluitschema aansluiten. De meege-
leverde koperbruggen indien nodig inbouwen.
Bij een verkeerde aansluiting kan het apparaat wor-
den beschadigd.
¡ De netaansluitkabel moet van het type H05 VV-F of
hoger zijn.
¡ De geel-groene ader voor de aansluiting van de ge-
aarde leiding moet voor het apparaat 10 mm langer
zijn dan de andere aders.
¡ Voor een inbouwdiepte van 550 mm de aansluitka-
bel in het gebied van de afgeschuinde behuizings-
hoek rechts omlaag leiden.
24.6 LAN-aansluiting op het thuisnetwerk
Dit apparaat is geschikt voor netwerken. U kunt het ap-
paraat middels een LAN-kabel op het thuisnetwerk aan-
sluiten. Een LAN-kabel is niet inbegrepen in de leve-
ring.
LAN-aansluiting realiseren
Steek voor de inbouw van het apparaat een LAN-ka-
1.
bel in de aansluiting op de achterkant van het appa-
raat.
Borg de LAN-kabel met de trekontlasting.
2.
Sluit de LAN-kabel aan op een netwerkaansluiting.
3.
24.7 Apparaat inbouwen
LET OP!
Schroevendraaiers met scherpe randen kunnen het be-
dieningspaneel beschadigen.
Gebruik een geschikte schroevendraaier.
▶
Maak geen krassen op het bedieningspaneel.
▶
Montagehandleiding nl
53