Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Cadillac CT6 Gebruikershandleiding pagina 87

Inhoudsopgave

Advertenties

86
STOELEN EN VEILIGHEIDSSYSTEMEN
Er een kritieke storing in het
airbagsysteem of passagiersdetec-
tiesysteem zit.
Wanneer het passagiersdetectiesys-
teem de frontairbag en de knieairbag
van de buitenste zitplaats voorin heeft
uitgeschakeld, blijft het UIT-lampje
branden om u eraan te herinneren dat
de airbags uit zijn. Zie Waarschuwings-
lampje status airbag passagiers-
zijde 0 133.
Het passagiersdetectiesysteem moet
de frontairbag en de knieairbag voor
de buitenste zitplaats voorin inscha-
kelen, zodra het systeem detecteert
dat een persoon met een volwassen
lichaamsgrootte goed op de buitenste
zitplaats voorin gaat zitten. Wanneer
het passagiersdetectiesysteem toelaat
dat de airbag(s) wordt/worden
ingeschakeld, blijft de AAN-indicatie
branden om u aan de actieve airbag(s)
te herinneren.
Bij sommige kinderen, onder wie
kinderen in kinderzitjes, en erg kleine
volwassenen worden de frontairbag en
de knieairbag voor de buitenste
zitplaats voorin soms wel en soms niet
uitgeschakeld door het passagiersde-
tectiesysteem. Dit is afhankelijk van
de zithouding en lichaamsbouw van
de persoon in kwestie. Iedereen in de
auto die een kinderzitje is ontgroeid,
moet zijn veiligheidsgordel goed
dragen - ongeacht of deze inzittende
een airbag heeft.
Waarschuwing
Wanneer de airbagcontrolelamp
oplicht en blijft branden, zit er iets
verkeerd in het airbagsysteem. Laat
de auto meteen repareren om letsel
bij u of anderen te voorkomen. Zie
Lampje airbag ingeschakeld 0 132
voor meer informatie, waaronder
belangrijke veiligheidsinformatie.
Wanneer de AAN-indicatie
brandt bij een kinderzitje
Het passagiersdetectiesysteem is
ontworpen om de frontairbag en
knieairbag voor de buitenste zitplaats
voorin uit te schakelen als het
systeem vaststelt dat hier een kind in
een kinderzitje aanwezig is. Wanneer
na montage van een kinderzitje de
AAN-indicatie brandt:
1. Zet het contact uit.
2. Verwijder het kinderzitje uit
de auto.
3. Verwijder eventuele voorwerpen
van de stoel, zoals dekens,
kussens, stoelhoezen, verwar-
mings- of massagekussens.
4. Installeer het kinderzitje weer
aan de hand van de aanwijzingen
van de fabrikant van het kinder-
zitje en raadpleeg Kinderzitjes
vastzetten (Met veiligheidsgordel in
voorstoel) 0 102 of Kinderzitjes
vastzetten (Met veiligheidsgordel in
achterbank) 0 100.
Zorg dat het gordeloprolmecha-
nisme vergrendeld is door de
schoudergordel bij het plaatsen
van het kinderzitje geheel uit het
mechanisme te trekken, ook als
het kinderzitje van een veilig-
heidsgordelblokkering voorzien
is. Na het instellen van de
blokkering van het mechanisme
kan de gordel strak worden
getrokken maar niet uit het
mechanisme worden getrokken.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave