16
KORT EN BONDIG
Het statuslampje van de passagiers-
airbag op de dakconsole licht op
wanneer u de auto start. Zie
Waarschuwingslampje status airbag
passagierszijde 0 133.
Spiegel afstellen
Buitenspiegel
1. Beweeg de selectieknop naar L
(links) of R (rechts) om de
spiegel aan de bestuurders- of
passagierszijde te kiezen.
2. Verstel de spiegel door op een
van de vier pijltjes te drukken.
3. Zet de keuzeschakelaar op
de spiegel te deselecteren.
De auto heeft elektrisch inklapbare
spiegels. Zie Elektrisch bediende buiten-
spiegels 0 48.
Binnenspiegel
Verstelling
Pas de binnenspiegel aan voor een
goed zicht op het gebied achter
uw auto.
Zelfdimmende binnenspiegel
Bij automatisch dimmen is er minder
verblinding van koplampen van
achterliggers. De dimfunctie schakelt
in wanneer de auto wordt gestart.
Achtercameraspiegel
Mits aanwezig, levert deze zelfdim-
mende binnenspiegel een groothoek-
camerabeeld van de zone achter de
auto. Stel de spiegel omwille van het
gebruiksgemak zo af dat u goed zicht
op de zone achter de auto hebt
wanneer het display uit is. Zie Spiegel
camera achter 0 50.
Stuurwiel afstellen
om
Elektrisch kantelbaar en telesco-
pisch verstelbaar stuurwiel
Druk op de knop om het kantelbare en
telescopische stuurwiel omhoog en
omlaag of vooruit en achteruit te
verplaatsen.
Verstel het stuurwiel nooit tijdens het
rijden.
Interieurverlichting
Plafondverlichting
De plafondverlichting zit in de
plafondconsole.