188
BEDIENINGSORGANEN VOOR KLIMAATREGELING
Sensor
De zoninstraling wordt gemeten door
de zonnesensor die bovenop het
instrumentenpaneel bij de voorruit zit.
Voor een optimaal comfort gebruikt
de klimaatregeling de sensorinfor-
matie om de temperatuur, aanjager-
snelheid, recirculatie en luchtverdeling
aan te passen.
Als deze sensor is afgedekt, kan het
automatische klimaatregelsysteem
niet goed werken.
Klimaatregeling achterin
De klimaatregeling achterin bevindt
zich aan de achterkant van de
middenconsole. De instellingen
kunnen worden gewijzigd met de
klimaatregelknoppen en het aanraak-
scherm achterin.