Inhoudsopgave
Advertenties
1. Temperatuurregeling aan
bestuurders- en passagierszijde
2. Ventilatorregeling
3. Stoelverwarming en -ventilatie
bestuurders- en passagierszijde
(indien aanwezig)
4. Achterruitverwarming
5. Ontwaseming
6. UIT (aanjager)
7. Recirculatie
8. AUTO (automatische bediening)
Knoppen klimaatregeling
Knoppen aanraakscherm klimaatre-
1. Weergave buitentemperatuur
BEDIENINGSORGANEN VOOR KLIMAATREGELING
geling
2. Temperatuurregeling aan
bestuurders- en passagierszijde
3. Ventilatorregeling
4. A/C (airconditioning)
5. Keuze klimaatregeling (knop
bedieningspaneel)
6. SYNC (temperatuursynchroni-
satie)
7. Bedieningsorganen luchttoevoer-
stand bestuurder en passagier
8. Ontwasemen
9. Statuslampje luchtverfrisser
(mits aanwezig)
Aanraakscherm klimaatregeling
U regelt de instellingen voor de venti-
lator, de luchtverdelingsmodus, de
airconditioning, de temperatuur aan
de bestuurders- en passagierszijde en
SYNC door in het startscherm van
Infotainment CLIMATE (klimaat) aan
te raken of door op het aanraakscherm
van het bedieningspaneel op de
klimaatknop te drukken. U kunt
vervolgens een keuze maken op de
startpagina die voor de klimaatrege-
ling verschijnt. Zie de handleiding van
het Infotainmentsysteem.
191
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
