Het passagiersdetectiesysteem werkt
met sensoren die in de voorstoel en
gordel zitten van de passagier op de
buitenste zitplaats voorin. De sensoren
zijn ontworpen om goed op hun plaats
zittende passagiers te detecteren. Deze
sensoren bepalen of de frontairbag en
de knieairbag voor de buitenste
zitplaats voorin wel of niet geactiveerd
mag worden.
Volgens de ongevalsstatistieken is het
veiliger dat kinderen goed vastgezet
op de achterbank zitten in een kinder-
zitje, passend bij hun gewicht en
grootte.
Zo mogelijk moeten kinderen van 12
jaar en jonger op de achterbank
plaatsnemen.
Plaats een achterwaarts gericht
kinderzitje nooit voorin. Een kind dat
tegen de rijrichting in zit, loopt dan
grote risico's als de airbag werkt.
Waarschuwing
Een kind in een naar achteren
gericht kinderzitje kan zwaar of
dodelijk letsel oplopen als de airbag
van de voorpassagier afgaat. Dit
komt doordat de achterkant van het
achterwaarts gericht kinderzitje erg
dicht bij de airbag zou zitten. Een
kind in een voorwaarts gericht
kinderzitje kan zwaar of dodelijk
letsel oplopen als de airbag van de
voorpassagier afgaat en de passa-
giersstoel naar voren staat.
Geen enkel systeem werkt foutloos,
ook al is/zijn de frontairbag(s) van
de buitenste voorpassagier door het
passagiersdetectiesysteem uitge-
schakeld. Niemand kan garanderen
dat een airbag onder bijzondere
omstandigheden toch wordt geacti-
veerd, zelfs niet wanneer deze is
uitgeschakeld.
Plaats nooit een achterwaarts
gericht kinderzitje op de voorstoel,
zelfs niet als de airbag is uitgescha-
STOELEN EN VEILIGHEIDSSYSTEMEN
Waarschuwing
(Vervolg)
keld. Als u een voorwaarts gericht
kinderzitje op de buitenste voorpas-
sagiersstoel vastzet, moet u de stoel
zo ver mogelijk naar achteren
plaatsen. Het is beter om het
kinderzitje op de achterbank vast te
zetten. Overweeg om een andere
auto te gebruiken om het kind te
vervoeren als er geen achterbank
aanwezig is.
Het passagiersdetectiesysteem is
ontworpen om de frontairbag en de
knieairbag voor de buitenste zitplaats
voorin in de volgende gevallen uit te
schakelen:
De buitenste zitplaats voorin
is leeg.
Het systeem herkent dat er een
kind in een kinderzitje
aanwezig is.
Een passagier op de buitenste
zitplaats voorin haalt zijn of haar
gewicht tijdelijk van de zitting.
85