40
SLEUTELS, PORTIEREN EN RUITEN
functie "Geen vergrendeling bij open
portier" kan met behulp van de
persoonlijke instellingenmenu's aan of
uit worden gezet. Zie Personalisering
voertuig 0 161.
Veiligheidssloten
De auto heeft kindersloten in de
achterportieren om te voorkomen dat
de achterpassagiers de portieren van
binnenuit openen.
Handbediende kindersloten
Indien aanwezig zit het kinderslot op
de binnenrand van de achterportieren.
Het kinderslot gebruiken:
1. Zet de hendel omlaag in de
vergrendelde stand.
2. Sluit het portier.
3. Doe hetzelfde bij het andere
achterportier.
Een achterportier openen terwijl het
kinderslot is ingeschakeld:
1. Ontgrendel het portier met de
binnenhandgreep, met de elektri-
sche portiervergrendelingsscha-
kelaar of met de RKE-zender.
2. Open het portier van buitenaf.
Wanneer het kinderslot ingeschakeld
is, kunnen volwassenen en oudere
kinderen het achterportier niet van
binnenuit openen. Schakel de kinder-
sloten uit om de portieren weer van
binnenuit te kunnen openen.
Het kinderslot uitschakelen:
1. Ontgrendel het portier en open
het van buitenaf.
2. Ontgrendel door de hendel
omhoog te zetten. Doe hetzelfde
bij het andere portier.
Portieren
KOFFERDEKSEL
Waarschuwing
Als wordt gereden met geopende
achterklep of achterklep, of met
voorwerpen die uitsteken tussen de
klep en de carrosserie, kunnen
uitlaatgassen het voertuig binnen-
dringen. Uitlaatgassen bevatten
koolmonoxide (CO) dat onzichtbaar
en reukloos is. Het kan bewuste-
loosheid en zelfs de dood tot gevolg
hebben.
Als u met geopende achterklep of
achterklep moet rijden:
Sluit alle ruiten.
Zet de luchtmonden op of
onder het bedieningspaneel
helemaal open.
Stel de klimaatregeling zo in
dat alleen lucht van buiten
naar binnen wordt geblazen