Het controlelampje voor beide
systemen zit in de instrumentengroep.
Dit lampje zal:
Knipperen terwijl TCS de wielslip
beperkt.
Knipperen terwijl StabiliTrak actief
ingrijpt.
Gaan branden en aan blijven
wanneer één van deze systemen
niet werkt.
Als een van beide systemen niet
aan gaat of niet activeert, toont het
Driver Information Center (DIC) een
melding;
gaat dan aan en blijft aan
om erop te wijzen dat het systeem
niet functioneert en de bestuurder
niet ondersteunt bij de besturing van
de auto. De auto blijft veilig om mee
te rijden maar de bestuurder moet zijn
rijstijl wel aanpassen.
Als
aan gaat en blijft branden:
1. Breng de auto tot stilstand.
2. Zet de motor af en wacht 15
seconden.
3. Start de motor.
4. Rijd de auto.
Als
aan gaat en blijft, heeft de auto
meer tijd nodig om het probleem te
diagnosticeren. Raadpleeg de dealer
als het probleem aanhoudt.
Systemen aan- en uitzetten
RIJDEN EN BEDIENEN
Voorzichtig
Rem niet herhaaldelijk of versnel
niet te fel wanneer TCS uitstaat.
Hierdoor kan de aandrijving van de
auto beschadigd worden.
Om alleen TCS uit te zetten, drukt u
op
en laat u deze weer los. Op de
instrumentengroep gaat het lampje
voor uitgeschakelde Traction Control
branden en op het DIC verschijnt het
bijbehorende bericht. Zie Niveaurege-
lingsysteem, berichten 0 157.
Om TCS weer aan te zetten, drukt u
op
en laat u deze weer los. Op
de instrumentengroep dooft het
lampje
voor uitgeschakelde
Traction Control.
Om zowel TCS als StabiliTrak uit te
zetten, houdt u
ingedrukt totdat
het lampje Tractie uit
en Stabili-
Trak OFF
op de instrumentengroep
gaat en blijft branden. De bijbeho-
225