luchtkwaliteit" bij Personalisering
voertuig 0 161 voor het uit- en inscha-
kelen van de automatische ontwa-
seming.
Ionisator : Als de auto is uitgerust
met een luchtverfrisser, verfrist deze
de lucht in de auto door deze te
ontdoen van vervuiling door pollen,
geurtjes en stof. Als het klimaatregel-
systeem aan is en de luchtverfrisser
ingeschakeld is, brandt het status-
lampje luchtverfrisser op het aanraak-
scherm van de klimaatregeling. Zie
"Klimaat- en luchtkwaliteit" bij Perso-
nalisering voertuig 0 161 voor het uit-
en inschakelen van de luchtverfrisser.
Achterruitverwarming
: Druk op de knop om de achter-
ruitverwarming aan of uit te zetten.
De ontwaseming van de achterruit kan
worden ingesteld op Automatische
regeling. Zie "Klimaat- en luchtkwali-
teit" onder Personalisering voertuig
0 161. Wanneer u hebt gekozen voor
automatische achterruitverwarming,
wordt de achterruitverwarming
automatisch ingeschakeld bij een lage
binnentemperatuur en een buitentem-
peratuur van 4 °C (40 °F) of lager.
BEDIENINGSORGANEN VOOR KLIMAATREGELING
De bovenste elementleidingen op de
achterruit zijn antenneleidingen en
worden bij het activeren van de
ontwaseming niet warm.
De buitenspiegelverwarming gaat bij
inschakeling van de achterruitontwa-
seming aan om de buitenspiegels
condens- of ijsvrij te maken.
Voorzichtig
Probeer ijs of andere aanslag niet
met een scheermesje of ander
scherp voorwerp van de binnenkant
van de voorruit of achterruit te
verwijderen. U kunt namelijk het
verwarmingselement op de achter-
ruit beschadigen en de zenderont-
vangst van uw radio aantasten.
Reparaties vallen niet onder de
garantie van de auto.
Stoelverwarming en -ventilatie
bestuurders- en passagierszijde
(indien aanwezig) : Druk op
om alleen de bestuurders- of passa-
giersrugleuning te verwarmen.
J
Druk op
of
rugleuning van de bestuurders- of
passagiersstoel te verwarmen.
Druk op
of
van de bestuurders- en de passagiers-
stoel in te schakelen. Zie Voorstoelen
met stoelverwarming en -ventilatie 0 66.
Werking van klimaatregeling bij
starten op afstand : Indien voorzien
van de functie Motor op afstand
starten, wordt de klimaatregeling
mogelijk ingeschakeld wanneer u de
motor op afstand start. Het systeem
gebruikt de voorgaande instellingen
van de bestuurder om het voertuigin-
terieur te verwarmen of te koelen. De
achterruitverwarming kan bij een start
op afstand inschakelen als het buiten
koud is. Het controlelampje voor de
achterruitverwarming brandt niet bij
een start op afstand. Als de auto is
uitgerust met stoelverwarming of
-ventilatie, wordt deze tijdens het
starten op afstand mogelijk ingescha-
I
keld. Zie Voertuig starten op afstand
of
0 34 en Voorstoelen met stoelverwar-
ming en -ventilatie 0 66.
187
z
om de zitting en de
{
om de verwarming