Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Cadillac CT6 Gebruikershandleiding pagina 305

Inhoudsopgave

Advertenties

304
VERZORGING VAN DE AUTO
Afstemmingsproces
TPMS-sensor
Elke TPMS-sensor heeft een unieke
identificatiecode. Na het rouleren van
de wielen of het vervangen van een of
meer TPMS-sensoren moet de identifi-
catiecode worden afgestemd op de
nieuwe band/wielpositie. Het TPMS-af-
stemmingsproces moet ook worden
uitgevoerd als een reserveband is
vervangen door een rijband met
TPMS-sensor. Het waarschuwings-
lampje en het DIC-bericht moeten bij
de volgende contactcyclus uitgaan/
verdwijnen. De sensoren zijn met een
TPMS-programmeertool afgestemd op
de band/wielposities. Hierbij geldt de
volgende volgorde: band bestuurders-
zijde voor, band passagierszijde voor,
band passagierszijde achter en band
bestuurderszijde achter. Raadpleeg uw
dealer voor service of voor het
aanschaffen van een programmeertool.
Het kost twee minuten om de eerste
band/wiel-positie af te stemmen en in
totaal vijf minuten om de alle vier
band/wiel-posities af te stemmen.
Duurt het langer, dan wordt het
afstemproces gestopt en moet het
opnieuw worden gestart.
Het TPMS-sensorafstemmings-
proces is:
1. Trek de handrem aan.
2. Zet de voedingsmodus op ON/
RUN/START. Zie Standen contact-
slot 0 209.
3. Zorg dat het infodisplay van het
TPMS aanstaat. De informatiedis-
plays van het DIC zijn via het
Settings menu (menu instel-
lingen) in en uit te schakelen. Zie
Bestuurdersinformatiecentrum
(DIC) 0 143.
4. Gebruik de vijfwegknop voor het
DIC rechts op het stuurwiel om
naar het bandenspannings-
scherm onder de informatiepa-
gina van het DIC te scrollen. Zie
Bestuurdersinformatiecentrum
(DIC) 0 143.
5. Houd SEL in het midden van de
vijfstandenknop van het DIC
ingedrukt.
De claxon klinkt twee keer om
aan te geven dat de ontvanger
zich in de opnieuw leren-modus
bevindt en het bericht
PROGRAMMEREN BANDEN-
SPANNINGS. ACTIEF wordt
weergegeven op het DIC-scherm.
6. Start met de band bestuurders-
zijde voor.
7. Plaats de programmeertool naast
de bandwang, bij het ventiel.
Druk vervolgens op de knop om
de TPMS-sensor te activeren. Een
kort signaal van de claxon beves-
tigt dat de sensoridentificatie-
code op deze band en wielpositie
is afgestemd.
8. Ga verder met de band passa-
gierszijde voor en herhaal de
procedure van stap 7.
9. Ga verder met de band passa-
gierszijde achter en herhaal de
procedure van stap 7.
10. Ga naar de band bestuurderszijde
achter en herhaal de procedure
in stap 7. De claxon klinkt
tweemaal om aan te geven dat de
sensoridentificatiecode is
afgestemd op de band bestuur-
derszijde achter en het
TPMS-sensorafstemmingsproces
niet langer actief is. Het bericht

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave