Sneeuw/ijs-modus
Gebruiken als er bij een glad wegdek
meer tractie nodig is. De Sneeuw/
ijs-modus gebruikt een ander koppel-
curve voor het gaspedaal, zodat een
optimale tractie op een gladde onder-
grond wordt verkregen.
Bij deze optie licht het lampje
Sneeuw/ijs-modus op het DIC op.
Deze functie moet niet worden
gebruikt wanneer de auto in zand,
modder, ijs, sneeuw of kiezel is vastge-
raakt. Als de auto vastraakt, zie Als de
auto vast is komen te zitten 0 204.
Als de auto is uitgerust met AWD,
levert de Sneeuw/ijs-modus meer
koppel op de voorwielen.
Cruisecontrol
Cruisecontrole
Waarschuwing
Cruisecontrol kan gevaarlijk zijn op
plaatsen waar u niet veilig met
eenzelfde snelheid kunt rijden.
Gebruik cruise control niet op
bochtige wegen of in druk verkeer.
Cruise control kan gevaarlijk zijn op
gladde wegen. Op gladde wegen
kunnen snelle tractieveranderingen
de wielen overmatig doen slippen
en kunt u controle verliezen.
Gebruik geen cruisecontrole op
gladde wegen.
Met cruisecontrol kunt u een snelheid
van ongeveer 40 km/h (25 mph) of
hoger aanhouden zonder dat u uw
voet op het gaspedaal moet houden.
Cruisecontrol werkt niet met
snelheden lager dan 40 km/h
(25 mph).
RIJDEN EN BEDIENEN
Als de tractieregeling/elektronische
stabiliteitsregeling begint met het
beperken van de mate van wielslip
terwijl u cruise control gebruikt, wordt
de cruise control automatisch uitgezet.
Zie Tractieregeling/Elektronische stabili-
teitsregeling (ESC) 0 224. Wanneer er
bij een geactiveerde cruisecontrol
wordt gewaarschuwd voor een aanrij-
ding, wordt de cruisecontrol uitge-
schakeld. Zie Afstandsregeling (FCA)
0 246. Wanneer de wegomstandig-
heden toelaten dat cruise control
veilig kan worden gebruikt, kunt u de
functie opnieuw aanzetten.
Als er wordt geremd, wordt cruise
control uitgeschakeld.
227