Stuurwielschakelaars
Het infotainmentsysteem kan met de
stuurbedieningsknoppen worden
bediend. Zie "Stuurbedienings-
knoppen" in de Infotainmenthand-
leiding.
Verwarming stuurwiel
: Als de auto een verwarmd stuur-
wiel heeft, druk dan hierop om de
verwarming in of uit te schakelen. Bij
het inschakelen van de functie gaat er
een controlelampje naast de knop
branden.
Het duurt ongeveer drie minuten
voordat het stuurwiel wordt
verwarmd.
Claxon
a
Druk op
op het stuurwielelement
om de claxon te laten klinken.
Ruitenwisser/sproeier
Zet het contact in ACC/ACCESSORY of
ON/RUN en zet de ruitenwisserhendel
omhoog of omlaag om de wissersnel-
heid te kiezen.
HI : Gebruikt voor snelle wisslagen.
LO : Gebruikt voor langzame
wisslagen.
INSTRUMENTEN EN KNOPPEN
AUTO : Gebruik deze instelling voor
de intervalstand wanneer Rainsense
uitgeschakeld is, of voor Rainsense--
wisbewegingen wanneer hij ingescha-
keld is. Beweeg de hendel omhoog
naar AUTO voor de intervalstand.
Draai vervolgens de ring op de wisser-
hendel omhoog om de intervalstand te
verkorten, of omlaag om deze te
verlengen. Indien Rainsense is geacti-
veerd, raadpleeg dan "Rainsense "
verderop in dit hoofdstuk.
Als de voorruitwissers onderweg
worden gebruikt, gaat de buitenver-
lichting automatisch aan als de licht-
schakelaar in de stand AUTO staat. De
overgangstijd voor het gaan branden
van de lampen varieert met de wisser-
113