Inhoudsopgave
Advertenties
2.5
Werking van de machine
2.5.11 Machine en motor stoppen
Het stoppen van de machine:
•
Stop en rem de machine door de stuurknuppel (8) in de po-
sitie neutraal (N) te zetten. Het controlelampje van de par-
keerrem (23) licht op.
•
Stel m.b.v. de motortoerental instelschakelaar (10) het stati-
onair toerental in.
•
Draai de sleutel in het contactslot (11) naar de positie "0".
•
Haal de sleutel uit het contactslot (11) en koppel de ac-
cu-scheidingsschakelaar los.
Noodstop van de machine:
Activering:
•
Druk op de noodremknop (1).
•
De machine wordt geremd, motor wordt uitgeschakeld, ook
de distributie van materiaal op de bandtransporteur wordt
gestopt en de trileenheden en afwerkbalk gasverwarming
worden uitgeschakeld.
•
De controlelampjes voor het opladen van de accu (21), het
smeren van de motor (22) en noodstoppen (26) lichten op
het display.
Deactivering:
•
Trek de noodremknop (1) uit door deze licht te draaien. Ver-
plaats de stuurknuppel (8) naar de positie neutraal (N), in
deze positie kan de machine opnieuw gestart worden.
Gebruik enkel in geval van een storing als de motor niet
met de sleutel in het contactslot gestopt kan worden, of
in geval van een ernstig gevaar, als de machine niet ge-
stopt kan worden door de stuurknuppel (8) in de positie
neutraal (N) te zetten!
Bij het opzijzetten van de machine altijd de accu-schei-
dingsschakelaar uitschakelen.
Na het opzijzetten van de machine, bescherm het dash-
board en de motorruimte door de afdekking van het
dashboard en motorkap af te sluiten tegen ongeoorloof-
de toegang van andere personen.
86
1
11
10
STOP
23
12V
0V
22
21
F
8
STOP
12V
0V
14V
0
P
R
8
452021
26
14V
452004
F80W
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
