3.6.25 Controle toestand voor- en achterwielen
Controle van de toestand van de voor- en achterwielen moet
u op de machine uitvoeren, die op een effen en stevig oppervlak
staat, met uitgeschakelde motor en accu-scheidingsschakelaar.
Procedé voor de controle van de toestand van voor- en ach-
terwielen:
•
De machine op een stevig en effen oppervlak plaatsen.
•
Laat de afwerkbalk op de grond zakken.
•
Controleer de toestand van het wielbandprofiel (1).
•
Controleer de toestand van profiel van de achterbanden (2)
aan de linker- en rechter machinekant.
•
Indien nodig, vervang de voor- of achterwielen.
Notitie
Bij het vervangen van de achterwielen (2) aan de linker- of rech-
ter machinekant, draai de bouten van de wielen (3) vast met een
aanhaalmoment van 48 Nm (35,4 lbft).
Controle van de toestand van de voor- en achterwielen
moet u op de machine uitvoeren, die op een effen en
stevig oppervlak staat, met uitgeschakelde motor en
accu-scheidingsschakelaar.
Gebruik voorgeschreven beschermingsmiddelen bij de
controle of vervanging van de voor- en achterwielen.
Er bestaat verwondinggevaar door het vallen van de
afwerkbalk.
F80W
HANDLEIDING ONDERHOUD
1
3
2
D451253A
D451254A
165