3.6
Verrichtingen van smeren en onderhoud
Elke 50 uren (wekelijks)
3.6.12 Reiniging waterafscheider
De reiniging van de waterafscheider moet u op de machine
uitvoeren, die op een effen en stevig oppervlak staat, met uit-
geschakelde motor en accu-scheidingsschakelaar en gesloten
gasfles.
Procedé voor het reinigen van de waterafscheider:
•
Open de motorkap (1).
•
Open de linker afdekkap van de vultrechter (2).
•
Plaats een doorzichtige brandstofbestendige opvangbak
onder de waterafscheider (3).
•
Ondersteun de waterafscheider (3) met een sleutel op de
moer (4).
•
Draai de aftapplug van de waterafscheider (5) met behulp
van de schroevendraaier los (ongeveer 3-4 slagen) totdat de
vloeistof er begint uit te stromen.
•
Controleer of er in de vloeistof, die opgevangen wordt in de
opvangbak, een scheidingslijn is tussen het condenswater
(beneden) en de motorbrandstof (boven).
•
Als er schone motorbrandstof uitstroomt, houd de wateraf-
scheider (3) met een sleutel op de moer (4) vast en draai de
aftapplug van de waterafscheider (5) vast.
•
Sluit de linker afdekkap van de vultrechter (2).
•
Sluit de motorkap (1).
Blijf voorzichtig, bij het aftappen van het condensaat
kan brandstof terechtkomen op hete motoronderdelen
en ontbranden.
Er
bestaat
risico
op
motoronderdelen.
De reiniging van de waterafscheider moet u op de machi-
ne uitvoeren, die op een effen en stevig oppervlak staat,
met uitgeschakelde motor en accu-scheidingsschakelaar
en gesloten gasfles.
Rook niet tijdens het reinigen van de waterafscheider, er
is brandgevaar.
Gebruik bij de reiniging van de waterafscheider de voor-
geschreven beschermingsmiddelen.
Controleer de dichtheid na het beëindigen van de reini-
ging van waterafscheider.
Als er condensatie van water in de brandstoftank gede-
tecteerd wordt, voer het procedé voor het reinigen van
de waterafscheider vroeger uit.
Voorkom dat de vloeistof in de grond lekt.
148
brandwonden
door
hete
1
3
4
2
D451122
452056
5
452057
F80W