3.8.1 Personen in de gevarenzone..................... 37 3.8.2 Met de machine rijden........................ 37 3.8.3 Rijden op hellingen........................37 3.8.4 Dwarshelling..........................38 3.8.5 Werkbedrijf met trillen........................ 38 3.8.6 Machine parkeren........................38 3.9 Tanken............................39 3.10 Wat te doen in noodsituaties....................40 D.ONE...
Pagina 4
5.6 Koelvloeistofstand controleren....................73 5.7 Rubber buffer controleren......................74 Bediening............................. 75 6.1 Inleidende opmerkingen......................76 6.1.1 Active Zone System........................77 6.1.2 Informatie voor radiobedrijf......................78 6.2 Machine in bedrijf nemen......................80 6.2.1 Afstandsbediening voorbereiden....................80 6.2.2 Afstandsbediening controleren....................81 D.ONE...
Pagina 5
8.7.2 Waterafscheider controleren, reinigen..................122 8.8 Om de 250 bedrijfsuren / Jaarlijks................... 123 8.8.1 Motorolie en oliefilterpatroon vervangen.................. 123 8.8.2 V-riem controleren, spannen....................124 8.8.3 Luchtfilter vernieuwen......................125 8.8.4 Luchtaanzuigleidingen controleren..................126 8.8.5 Huis van de opwekas, olie verversen..................127 D.ONE...
Pagina 6
10.4.3 Hoofdzekering........................165 10.5 Motorstoringen........................166 10.6 Storingen afstandsbediening (kabelbedrijf)................. 168 10.7 Storingen afstandsbediening (radiobedrijf)................. 170 10.8 Storingen Active Zone System....................171 10.9 Foutcode-indicatie........................172 10.10 Invoercodes via de indicatie-eenheid invoeren..............173 Verwerking............................175 11.1 Machine definitief stilleggen....................176 D.ONE...
Pagina 7
Inhoudsopgave Aanhangsel............................177 12.1 Foutcodelijst..........................178 12.2 Invoercode voor de besturing....................189 D.ONE...
In het kader van de technische ontwikkeling behouden wij ons wij- zigingen zonder voorafgaande aankondiging voor. Deze gebruiksaanwijzing en onderhoudshandleiding is ook ver- krijgbaar in andere talen. Bovendien kunt u de catalogus van vervangingsonderdelen onder vermelding van het serienummer van uw machine verkrijgen. D.ONE...
Pagina 11
Inleiding – Voorwoord Garantie- en aansprakelijkheidsvoorwaarden van de algemene verkoop- en levervoorwaarden van Dynapac GmbH blijven door voornoemde of later gegeven informatie onverminderd van kracht. Wij wensen u veel succes met uw Dynapac machine. D.ONE...
Pagina 15
Aantal cilinders Vermogen ISO 3046 14,5 Toerental 2600 Soort aandrijving hydrostatisch Bandage aangedreven Remmen Bedrijfsrem hydrostatisch Handrem hydromechanisch Besturing Soort besturing Knikscharnier Bediening van de besturing hydrostatisch Opweksysteem Trillende bandage voor + achter Soort aandrijving hydraulisch Frequentie (2520) (vpm) D.ONE...
Pagina 16
8 ... 30 Krachtontneming bij 12 V Beschermklasse IP 55 Frequentie beschermveld Transponder in afstandsbediening Spanning (kabelbedrijf) 9 ... 30 Spanning (accubedrijf) Zendfrequentiebereik 868/916 Antenne beschermveld Beschermklasse IP 55 Zender Frequentieband F-band Zendfrequentiebereik 868/916 Aantal kanalen Krachtontneming ca. 10 D.ONE...
Geluidsdrukniveau op de bedie- = 84 dB(A), vastgesteld volgens ISO 11201 en EN 500. ningsplaats WAARSCHUWING! Gehoorverlies door hoge lawaaibelasting! – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (gehoorbescherming). Gegarandeerd geluidsniveau = 109 dB(A), vastgesteld volgens ISO 3744 en EN 500. D.ONE...
Pagina 18
Technische gegevens – Geluidsgegevens D.ONE...
WAARSCHUWING! Levensgevaar of gevaar van zware verwon- dingen bij niet-inachtneming! Zo gekenmerkte plaatsen wijzen op een gevaar- lijke situatie, die tot de dood of zware verwon- dingen kan leiden als de waarschuwing niet in acht wordt genomen. D.ONE...
Werkschoenen Ter bescherming tegen zware vallende delen en uit- glijden op een gladde ondergrond. Werkhandschoenen Ter bescherming van de handen tegen schaafwonden, steken of diepere verwondingen, tegen irriterende en bij- tende stoffen en tegen verbrandingen. D.ONE...
Bij het besturen van de machine van de tegenovergelegen kant is er geen overeenkomst tussen het activeren van de regelorganen voor de rijbewegingen en de betreffende stuurbeweging van de machine. De afstandsbediening moet doelmatig vóór het lichaam worden gedragen. D.ONE...
Als de volgende randvoorwaarden worden aangehouden, dan ligt de gebruiksduur van de machine gewoonlijk in het bereik van meerdere duizenden bedrijfsuren: Regelmatige veiligheidscontrole door een deskundige / bekwame persoon Tijdige uitvoering van de voorgeschreven onderhoudswerk- zaamheden Onmiddellijke uitvoering van vereiste reparatiewerkzaamheden Uitsluitend gebruik van originele onderdelen D.ONE...
Neem de nationale wetten en voorschriften in acht. Rechten, plichten en gedragsregels voor de bestuurder resp. de bediener: De bestuurder resp. de bediener moet: over zijn rechten en plichten geïnstrueerd zijn, een voor de inzetvoorwaarden adequate beschermende uitrus- ting dragen, de gebruiksaanwijzing gelezen en begrepen hebben, D.ONE...
Pagina 25
Personen die onder invloed van alcohol, medicamenten of verdo- vende middelen zijn, mogen de machine niet bedienen, onder- houden of repareren. Onderhoud en reparatie vereisen speciale kennis en mogen alleen door opgeleid vakpersoneel worden uitgevoerd. D.ONE...
3.3.4 Beschadigingen, gebreken, misbruik van veiligheidsinrichtingen Machines die functioneel en in het verkeer niet veilig zijn, moeten onmiddellijk buiten bedrijf gesteld en mogen tot aan reparatie zoals voorgeschreven niet ingezet worden. Veiligheidsinrichtingen en -schakelaars mogen niet verwijderd of onwerkzaam gemaakt worden. D.ONE...
Maatregelen bij onopzettelijk vrijkomen Hantering en opslag Begrenzing en bewaking van de blootstelling/Persoonlijke beschermende uitrusting Fysische en chemische eigenschappen Stabiliteit en reactiviteit Toxicologische opgaven Opgaven met betrekking tot het milieu Informatie over de verwerking Opgaven over het transport Wetgeving Overige informatie D.ONE...
MILIEU! Dieselbrandstof is schadelijk voor het milieu! – Dieselbrandstof altijd bewaren in reservoirs die voldoen aan de voorschriften. – Gemorste dieselbrandstof meteen binden met een oliebindmiddel en volgens de voorschriften verwerken. – Dieselbrandstof en brandstoffilters volgens de voorschriften verwerken. D.ONE...
MILIEU! Olie is schadelijk voor het milieu! – Olie altijd bewaren in reservoirs die voldoen aan de voorschriften. – Gemorste olie meteen binden met een olie- bindmiddel en volgens de voorschriften ver- werken. – Olie en oliefilters milieuvriendelijk verwerken. D.ONE...
Koelvloeistof is schadelijk voor het milieu! – Koelvloeistof en koelvloeistofadditieven altijd bewaren in reservoirs die voldoen aan de voor- schriften. – Gemorste koelvloeistof meteen binden met een oliebindmiddel en volgens de voorschriften ver- werken. – Koelvloeistof volgens de voorschriften ver- werken. D.ONE...
– Bij werkzaamheden aan de accu geen sie- raden (horloges, kettingen enz.) dragen. – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (werkhandschoenen, beschermende werkkle- ding, veiligheidsbril). MILIEU! Accuzuur is schadelijk voor het milieu! – Accu en accuzuur milieuvriendelijk verwerken. D.ONE...
Bij het optillen erop letten dat de last niet ongecontroleerd gaat bewegen. Indien vereist de last onder controle houden met behulp van leikabels. Na het transport de knikscharnierbeveiliging losmaken, aangezien de machine anders niet gestuurd kan worden. D.ONE...
Na het starten alle indicatie-instrumenten controleren. Uitlaatgassen niet inademen, omdat deze giftige stoffen bevatten die schade aan de gezondheid, bewusteloosheid of de dood tot gevolg kunnen hebben. Bij bedrijf in gesloten of gedeeltelijk gesloten ruimtes voor vol- doende ventilatie zorgen. D.ONE...
Bij ver- keerde aansluiting ontstaat ernstige schade aan de elektrische installatie. Motor nooit starten door kortsluiten van de elektrische aanslui- tingen aan de starter, omdat de machine zich onmiddellijk in bewe- ging kan zetten. D.ONE...
De afstandsbediening nooit zonder toezicht ergens laten liggen. Als er tegelijkertijd meerdere machines in gebruik zijn, moeten vóór inbedrijfstelling de systeemnummers op afstandsbediening en ont- vanger worden vergeleken om per ongeluk starten van een andere machine in het bereik uit te sluiten. D.ONE...
Op hellingen voorzichtig en altijd in een rechte lijn naar boven of beneden rijden. De bodemgesteldheid en weersinvloeden hebben invloed op het stijgvermogen van de machine. Een vochtige of losse ondergrond vermindert het contact met de grond van de machine bij hellingen aanzienlijk. Verhoogd ongeval- lenrisico! D.ONE...
Geparkeerde machines die een hindernis vormen beveiligen door opvallende maatregelen. Bij het parkeren op hellingen de machine door geschikte maatre- gelen beveiligen tegen wegrollen. D.ONE...
Geen brandstof morsen. Uitlopende brandstof opvangen, niet in de grond weg laten sijpelen. Gemorste brandstof wegvegen. Vuil en water ver houden van de brandstof. Een ondichte brandstoftank kan tot een explosie leiden. Voor een dichte zitting van de tankdop zorgen, evt. meteen vervangen. D.ONE...
Aanslagmiddelen mogen niet door machinedelen beschadigd worden. Voor personen bestaat levensgevaar, als ze onder zwevende lasten komen of daaronder staan. Bij het optillen erop letten dat de last niet ongecontroleerd gaat bewegen. Indien vereist de last onder controle houden met behulp van leikabels. D.ONE...
Stilstand van de motor afwachten en ca. 15 minuten wachten. Bij het eerste proefdraaien niet in de gevarenzone komen. Bij ondichtheden onmiddellijk een garage opzoeken. Motorolie bij bedrijfstemperatuur aflaten - verbrandingsgevaar! Overgelopen olie afvegen, uitlopende olie opvangen en milieu- vriendelijk verwerken. D.ONE...
Maatregelen bij langere stillegging Als de machine gedurende langere tijd buiten bedrijf wordt gesteld, dan moeten verschillende voorwaarden vervuld en zowel vóór als na de stillegging onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd worden Ä Hoofdstuk 8.13.6 „Maatregelen bij langere stillegging van de machine” op pagina 150. D.ONE...
Voor uw veiligheid – Onderhoudswerkzaamheden Het vastleggen van een maximale opslagduur is als deze maatre- gelen worden getroffen niet vereist. 3.11.7 Na de onderhoudswerkzaamheden Alle bescherminrichtingen weer aanbrengen. Alle onderhoudskleppen en onderhoudsdeuren weer sluiten. D.ONE...
Voor uw veiligheid – Reparatie 3.12 Reparatie Bij defecte machine waarschuwingsbord aanbrengen. Machine pas na reparatie weer in bedrijf nemen. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door een deskundige/ bevoegde persoon. Bij de vervanging van veiligheidsrelevante componenten mogen uitsluiten originele onderdelen worden gebruikt. D.ONE...
Voor uw veiligheid – Bebording 3.13 Bebording Stickers en borden volledig en leesbaar houden en absoluut in acht nemen. Beschadigde en onleesbare stickers of borden onmiddellijk ver- nieuwen. D.ONE...
Pagina 46
Inbetriebnahme wöchentlich avant la mise en service hebdomadairement anterior a la puesta en servicio cada semana annual / 250 h jährlich / 250 h annuellement / 250 h anualmente / 250 h B-924-0047 Afb. 11 D.ONE...
Pagina 47
Voor uw veiligheid – Bebording Dynapac Engine Oil 200 API CJ-4 / ACEA E9/E7 Part No.: 4812161855 (5 l) / 4812161856 (20 l) Hydraulic Oil B-924-0048 Afb. 12 Waarschuwingsbord - pletgevaar Afb. 13 D.ONE...
Pagina 48
B-DEC-0197 Afb. 15 Waarschuwingsbord - California Proposition 65 WARNING California Proposition 65 Warning This product contains chemicals that cause cancer + chemicals that are reproductive toxicants B-DEC-0316 Afb. 16 Verbodsbord - hogedrukreinigen Afb. 17 D.ONE...
Pagina 50
Voor uw veiligheid – Bebording Informatiebord - asarme motorolie Dynapac Engine Oil 200 API CJ-4 / ACEA E9/E7 Part No.: 4812161855 (5 l) / 4812161856 (20 l) B-924-0042 Afb. 22 Informatiebord - vulopening diesel Diesel B-DEC-0215 Afb. 23 Informatiebord - vulopening hydraulische olie...
Pagina 51
Inbetriebnahme wöchentlich avant la mise en service hebdomadairement anterior a la puesta en servicio cada semana annual / 250 h jährlich / 250 h annuellement / 250 h anualmente / 250 h B-DEC-0320 Afb. 29 D.ONE...
Pagina 52
Voor uw veiligheid – Bebording Informatiebord - gegarandeerd geluidsvermogensniveau Afb. 30 Typeplaatje van de machine (voorbeeld) Made by Designation Type Nominal Power Operating Mass Year of Construction Serial-No. Ammerländer Str. 93 D-26203 Wardenburg Made in Germany B-924-0002 Afb. 31 D.ONE...
Voor uw veiligheid – Veiligheidscomponenten 3.14 Veiligheidscomponenten B-720-0146 Afb. 32 Noodstop-schakelaar Beschermkap Besturing Accuhoofdschakelaar Drukbegrenzingsklep Bescherminrichtingen voor de detectie van personen Knikscharnierbeveiliging Motorkap D.ONE...
Pagina 54
Voor uw veiligheid – Veiligheidscomponenten D.ONE...
Display- en bedieningselementen – Indicatiemodule 4.2 Indicatiemodule B-720-0035 Afb. 35 Controle- en waarschuwingslampen Indicatieveld voor bedrijfsuren en foutcodes Functietoets F2 Functietoets F1 D.ONE...
Pagina 58
Brandt als de kantelhoek van de machine zijdelings meer dan 45° hoek of in rijrichting meer dan 60° bedraagt. Motor wordt afgezet. Om verder te rijden de motor opnieuw starten en de machine voor- zichtig uit de gevarenzone rijden. D.ONE...
Accuhoofdschakelaar vergrendeld Normale stand, bedrijf Tegen de klok in Accuhoofdschakelaar uittrekbaar draaien Isoleert accu’s van het boordnet, bijv. ter beveiliging tegen onbevoegd gebruik Afzonderlijke besturingsapparaten kunnen ondanks uitgetrokken accu- hoofdschakelaar verder met het B-720-0073 boordnet zijn verbonden Afb. 36 D.ONE...
Accuhoofdschakelaar aan Normale stand, bedrijf Tegen de klok in Accuhoofdschakelaar afsluitbaar draaien Isoleert accu’s van het boordnet, bijv. ter beveiliging tegen onbevoegd gebruik Afzonderlijke besturingsapparaten kunnen ondanks eraf getrokken accu- hoofdschakelaar verder met het B-924-0030 boordnet zijn verbonden Afb. 37 D.ONE...
Afb. 40 4.5.3 Tuimelschakelaar rijniveaus Stand "Voor" Rijniveau 2 Stand "Achter" Rijniveau 1 Het trillen wordt in rijniveau 2 automatisch uitge- schakeld. B-720-0021 Afb. 41 4.5.4 Tuimelschakelaar motortoerental Stand "Voor" Stand volle last Stand "Achter" Stationaire stand B-720-0020 Afb. 42 D.ONE...
Stand "I" Ontsteking in, laadcontrolelamp en waarschuwingslamp motoroliedruk branden (testfunctie). Bij lage temperaturen brandt de contro- lelamp voorgloeien op de indicatiemo- dule. B-720-0040 Afb. 44 4.5.7 Starttoets Startschakelaar stand Motor start. "I" en startknop indrukken B-720-0076 Afb. 45 D.ONE...
Hij vergrendelt in eindstand automatisch. De machine wordt meteen afgeremd. De motor wordt afgezet. Uitschakelen/Ontgren- Noodstopschakelaar tot de aanslag naar delen boven trekken. B-SWI-1588 Afb. 47 4.5.10 Knop signaalhoorn Indrukken Signaalhoorn weerklinkt B-720-0075 Afb. 48 D.ONE...
B-720-0037 1 minuut voor het uitschakelen klinkt bovendien een waarschuwingssignaal. Afb. 49 Afstandsbediening al bij oplichten aan de kabel aansluiten en machine omschakelen op kabelbedrijf (accu wordt geladen) of accu vervangen. D.ONE...
Pagina 66
Display- en bedieningselementen – Afstandsbesturing D.ONE...
– Bij werkzaamheden aan de machine garan- deren, dat de motor niet kan worden gestart. Ä Hoofdstuk 6.5 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 96. Beschermkappen openen en borgen. Na afsluiten van de werkzaamheden beschermkappen weer sluiten. D.ONE...
Brandstoftank en brandstofleidingen controleren op toestand en dichtheid. Koelsysteem controleren op vervuiling, beschadigingen en dichtheid. Schroefverbindingen controleren op vaste zitting. Motor en uitlaatsysteem controleren op dichtheid. Riemaandrijving controleren op beschadiging. Machine en afstandsbediening controleren op vervuiling en beschadigingen. D.ONE...
De oliepeilstok weer eruit trekken. ð Het oliepeil moet tussen de "MIN"- en "MAX"-markering liggen. Om bij te vullen de omgeving van de vulopening reinigen. Deksel eraf schroeven en motorolie bijvullen tot aan de B-720-0083 "MAX"-markering. Afb. 51 Oliepeilstok erin steken. Deksel sluiten. D.ONE...
Evt. huis van de rijaandrijving resp. van de opwekas contro- Ä Hoofdstuk 10 „Hulp bij storingen” op pagina 159. leren Om bij te vullen de omgeving van de vulopening reinigen. Deksel eraf nemen en hydraulische olie bijvullen. Deksel sluiten. D.ONE...
– Persoonlijke beschermende uitrusting dragen B-720-0109 (werkhandschoenen, beschermende werkkle- Afb. 57 ding, veiligheidsbril). Om bij te vullen de omgeving van de vulopening reinigen. Deksel eraf nemen en koelvloeistof bijvullen tot aan de "MAX"-markering. Deksel sluiten. B-720-0059 Afb. 58 D.ONE...
Al naargelang de uitrusting kan dit in twee bedrijfsmodi gebeuren: Kabelbedrijf (1) Radiobedrijf (2) De functies van de afstandsbediening zijn in beide bedrijfsmodi hetzelfde. Voor radiobedrijf moeten echter bijzondere bedieningsinstructies en functiecontroles in acht worden genomen. B-720-0112 Afb. 61 D.ONE...
De bediener moet zich bij elke inbedrijfstelling vertrouwd maken met de grootte van de beschermvelden en de werking van het Ä Hoofdstuk 6.2.3 „Active Zone Active Zone System controleren System controleren” op pagina 85. B-720-0119 Afb. 65 D.ONE...
ð De accu wordt geladen. B-720-0029 Afb. 67 Met de tuimelschakelaar omschakelen op kabelmodus. Is de motor uit, motor opnieuw starten Ä Hoofdstuk 6.2.4 „Motor starten” op pagina 87. Verder werken met de machine in kabelbedrijf. B-720-0013 Afb. 68 D.ONE...
Afstandsbediening omsnoeren en voor het lichaam dragen. ca. 1 m approx. 1.1 yd B-720-0012 Afb. 70 Bij kabelbedrijf beschermkap (1) verwijderen en kabel (2) aan afstandsbediening aansluiten. B-720-0029 Afb. 71 Met de tuimelschakelaar de gewenste bedrijfsmodus kiezen. B-720-0013 Afb. 72 D.ONE...
„Afstandsbediening voorbereiden” op pagina 80. Bij gelijktijdige inzet van meerdere machines, systeemnum- mers op afstandsbediening en ontvanger vergelijken. ð Systeemnummers van beide apparaten moeten overeen- stemmen. Evt. veranderen van afstandsbediening. Tuimelschakelaar motortoerental in stand "MIN" schakelen. B-720-0074 Afb. 74 D.ONE...
Pagina 82
Tuimelschakelaar trillen in stand "Midden" schakelen. B-720-0014 Afb. 75 Tuimelschakelaar rijniveaus in stand "Achter" schakelen. B-720-0104 Afb. 76 Contactsleutel in stand "I" draaien. B-720-0077 Afb. 77 Afstandsbediening controleren Rijhendel naar voor of achter drukken en vasthouden. AUTOMATIC B-720-0022 Afb. 78 D.ONE...
Pagina 83
ð De machine moet in de gekozen richting rijden. B-720-0022 Afb. 81 Stuurhendel naar links of rechts drukken. ð De machine moet in de gekozen richting bewegen. Rijhendel loslaten. AUTOMATIC ð De machine moet afremmen tot hij stilstaat. B-720-0023 Afb. 82 D.ONE...
Pagina 84
Bediening – Machine in bedrijf nemen Noodstopschakelaar activeren. ð De machine moet meteen stoppen en de motor wordt afgezet. Evt. machine handmatig uitzetten. Bij niet juiste werking, afstandsbediening stilleggen en onze klantenservice informeren. Machine pas na reparatie in bedrijf nemen. B-SWI-1588 Afb. 83 D.ONE...
Met de afstandsbediening achter de machine gaan staan. Machine langzaam naar zich toe laten rijden, tot deze stopt. Afstand tussen machine en behuizing van de afstandsbedie- ning meten. > 1,2 m > 1.3 yd Gewenste waarde > 1,2 m (1.3 yd) B-720-0056 Afb. 86 D.ONE...
Pagina 86
Bediening – Machine in bedrijf nemen Meting vóór de machine herhalen. Als de afstand achter of voor niet wordt bereikt, Active Zone System controleren en laten repareren. > 1,2 m > 1.3 yd B-720-0057 Afb. 87 D.ONE...
Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Gehoorbescherming Voorwaarden: Accuhoofdschakelaar ingeschakeld Beschermkappen en klep gesloten en vergrendeld Noodstop-schakelaar ontgrendeld Rijhendel en stuurhendel in neutrale stand Tuimelschakelaar motortoerental in stand "MIN" schakelen. B-720-0074 Afb. 88 Tuimelschakelaar trillen in stand "Midden" schakelen. B-720-0014 Afb. 89 D.ONE...
Pagina 88
Als het buiten koud is, vóór het starten tot 10 seconden wachten (voorgloeien). Startknop drukken. ð De starter draait de motor door. AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – Motor vóór het begin van het werk korte tijd warm laten lopen. Motor niet direct onder vollast laten draaien. B-720-0043 Afb. 92 D.ONE...
Nooit hellingen die groter zijn dan het maximale stijgvermogen van de machine op rijden. De bodemgesteldheid en weersinvloeden hebben invloed op het stijgvermogen van de machine. Een vochtige of losse ondergrond vermindert het contact met de grond van de machine bij hellingen aanzienlijk. Verhoogd ongeval- lenrisico! D.ONE...
Afb. 93 Tuimelschakelaar motortoerental in stand "Voor" schakelen. B-720-0020 Afb. 94 WAARSCHUWING! Verwondingen door omkantelen van de machine! – Bij bedrijf zonder bandageverbreding rij- niveau 2 niet inschakelen. Met de tuimelschakelaar Rijniveaus het gewenste rijniveau kiezen. B-720-0021 Afb. 95 D.ONE...
Pagina 91
Stuurhendel naar links of rechts drukken. ð De machine stuurt in de juiste richting. AUTOMATIC B-720-0023 Afb. 97 Om de machine te stoppen de rijhendel in stand "Midden" zetten. ð De machine remt af tot stilstand. AUTOMATIC B-720-0024 Afb. 98 D.ONE...
In automatisch bedrijf wordt het trillen bij het opstarten van de machine automatisch ingeschakeld. Bij het stoppen schakelt het trillen automatisch uit. Daardoor wordt uitgesloten dat er zich dwarsgoten vormen bij stil- staande machine en ingeschakeld trillen. 6.4.2 Trillen Automatisch Tuimelschakelaar rijniveaus in stand "Achter" schakelen. B-720-0104 Afb. 99 D.ONE...
Pagina 93
ð De machine rijdt in de gewenste rijrichting en het trillen wordt ingeschakeld. AUTOMATIC B-720-0022 Afb. 102 Om het trillen uit te schakelen de rijhendel terug bewegen richting "Midden". ð Het trillen wordt uitgeschakeld en de machine remt af tot AUTOMATIC hij stilstaat. B-720-0024 Afb. 103 D.ONE...
Na einde van het werk tuimelschakelaar trillen in stand "Midden" zetten. B-720-0014 Afb. 104 6.4.3 Trillen handmatig Tuimelschakelaar rijniveaus in stand "Achter" schakelen. B-720-0104 Afb. 105 Tuimelschakelaar trillen in stand "Achter" schakelen. B-720-0027 Afb. 106 Rijhendel langzaam in de gewenste rijrichting drukken. AUTOMATIC B-720-0022 Afb. 107 D.ONE...
Pagina 95
Trillen bij stilstaande machine leidt tot dwarsgoten! – Trillen niet inschakelen bij stilstaande machine. Met kantelschakelaar trillen het trillen met de gewenste amplitude inschakelen. B-720-0025 Afb. 108 Om het trillen uit te schakelen de tuimelschakelaar trillen in stand "Midden" zetten. B-720-0014 Afb. 109 D.ONE...
Bij kabelbedrijf de kabel (2) eraf nemen en de beschermkap (1) erop schroeven. AANWIJZING! De afstandsbediening kan door het bin- nendringen van water beschadigd raken! – Afstandsbediening niet reinigen met een waterstraal. B-720-0029 Afstandsbediening na het werkbedrijf reinigen met een schone doek of een borstel. Afb. 112 D.ONE...
Pagina 97
Bediening – Machine beveiligd neerzetten Afstandsbediening (2) in de houder (3) zetten en de klep (1) sluiten. B-720-0019 Afb. 113 D.ONE...
Bedrijfsduur van de afstandsbediening met een volle accu: ca. 60 uur. 6.6.1 Accu vervangen Contactsleutel in stand "0" draaien en uittrekken. B-720-0028 Afb. 114 Accu naar voor indrukken en naar beneden uit het vakje nemen. Wisselaccu in het vakje zetten en vastklikken. B-720-0078 Afb. 115 D.ONE...
Accuhoofdschakelaar inschakelen. Beschermkap (1) eraf nemen en kabel (2) aansluiten aan de afstandsbediening. ð De accu wordt geladen. Wanneer de accu is geladen, de accuhoofdschakelaar tegen de klok in draaien en eraf trekken resp. afsluiten (speciale uitrusting). B-720-0029 Afb. 116 D.ONE...
Accu's uit de afstandsbediening halen en in het laadapparaat leggen. Afb. 119 Netadapter van het acculaadapparaat aansluiten aan een stroombron. De beide LED's op het laadapparaat en op de netadapter moeten oplichten. ð De groene LED op de lader knippert als de accu geladen Afb. 120 D.ONE...
Machine verladen / Transport – Voorbereiding voor het transport 7.1 Voorbereiding voor het transport Alle losse voorwerpen aan de machine verwijderen of veilig bevestigen. Alle beschermkappen en kleppen sluiten en vergrendelen. D.ONE...
Machine voorzichtig op het transportvoertuig rijden. B-720-0104 Rekening houden met de positie van het zwaartepunt. Afb. 122 Motor afzetten en de contactsleutel eruit trekken. Ä Hoofdstuk 8.2.2.1 „Knik- Knikscharnierbeveiliging inleggen scharnierbeveiliging inleggen” op pagina 109. D.ONE...
Altijd geschikte aanslagmiddelen aan de aanslagpunten gebruiken. Aanslagmiddelen alleen gebruiken in de voorgeschreven belasting- srichting. Aanslagmiddelen mogen niet door machinedelen beschadigd worden. Aanslagmiddelen aanbrengen aan de gekenmerkte sjor- punten. Machine op transportvoertuig met vier spanriemen veilig vastsjorren. B-720-0103 Afb. 123 D.ONE...
Knikscharnierbeveiliging inleggen scharnierbeveiliging inleggen” op pagina 109. Aanslagmiddelen aanbrengen aan de centrale ophanging. GEVAAR! Levensgevaar door zwevende lasten! – Niet onder zwevende lasten komen of daaronder staan. Machine voorzichtig optillen en neerzetten op de beoogde plaats. B-720-0034 Afb. 124 D.ONE...
Knikscharnierbeveiliging loszetten „Knikscharnierbeveiliging loszetten” op pagina 110. Tuimelschakelaar rijniveaus in stand "Achter" schakelen. GEVAAR! Levensgevaar door wegglijdende of omkantelende machine! – Garanderen dat er zich geen personen ophouden in de gevarenzone. Machine voorzichtig van het transportvoertuig rijden. B-720-0104 Afb. 125 D.ONE...
Bedrijfsstoffen, filters, afdichtelementen en poetsdoeken na uitvoe- ring van de onderhoudswerkzaamheden milieuvriendelijk ver- werken. Alle veiligheidsinrichtingen na uitvoering van de onderhoudswerk- zaamheden weer aanbrengen. Alle onderhoudskleppen en onderhoudsdeuren na uitvoering van de onderhoudswerkzaamheden weer sluiten. De aanduidingen rechts/links hebben altijd betrek- king op de rijrichting. D.ONE...
Knikscharnierbeveiliging inleggen WAARSCHUWING! Gevaar van gekneld raken door indraaien van de machine! – Bij lopende motor nooit in het knikscharnierbe- reik van de machine komen. Besturing in middelste stand brengen en machine stoppen. Motor afzetten en de contactsleutel eruit trekken. D.ONE...
Gevaar van gekneld raken door indraaien van de machine! – Bij lopende motor nooit in het knikscharnierbe- reik van de machine komen. Aanslagbout uittrekken en knikscharnierbeveiliging uit het oog terugzwenken in de houder. Aanslagbout weer laten arrêteren. B-720-0081 Afb. 128 D.ONE...
Als de olieverversingsintervallen niet binnen één jaar bereikt worden, dan moet een motorolieverversing onafhankelijk van het aantal bereikte bedrijfsuren minstens 1 x per jaar worden uitge- voerd. Het olieverversingsinterval moet gehalveerd worden wanneer het zwavelgehalte in de brandstof boven de 0,5 % ligt. D.ONE...
Gevaar van motorschade! – Bijmengingen van petroleum en de toevoeging van "vloeiverbeteraars" (brandstofadditieven) zijn niet toegelaten. 8.3.2.3 Opslag Sporen van zink, lood en koper kunnen al tot afzettingen in de injectiemondstukken leiden, met name bij de moderne common-rail injectiesystemen. D.ONE...
Als het antivriesmiddel gemengd werd, geen koelerreinigings- middel gebruiken. Het antivriesmiddel bevat een tegen corrosie beschermend middel. Als dit wordt vermengd met het reinigings- middel, kan zich slik vormen en het koelsysteem beschadigd raken. Antivriesconcentratie Vriespunt 50 % -37 °C (-35 °F) D.ONE...
Neem bij omschakeling van hydraulische olie op basis van mine- rale olie op biologisch afbreekbare hydraulische olie op esterbasis contact op met de smeertechnische dienst van de betreffende olie- fabrikant resp. met onze klantendienst. D.ONE...
Pagina 115
Gevaar van schade aan de hydraulische instal- latie! – Na de omschakeling de hydraulische oliefilters extra controleren op vervuiling. – Regelmatige olieanalyses met het oog op het gehalte water en minerale olie laten uitvoeren. – Hydraulische oliefilter ten laatste om de 500 bedrijfsuren vernieuwen. D.ONE...
114 of biologisch afbreekbare olie op esterbasis Ä Hoofdstuk 8.3.5.2 „Biologisch Specificatie: afbreekbare hydraulische olie” op pagina 114 Opwekasbehuizing Motorolie SAE 15W-40 2 x 1,7 l Ä Hoofdstuk 8.3.4 „Olie voor Specificatie: (0.5 gal us) opwekasbehuizing” op pagina 114 D.ONE...
8.5.3 Na 250 bedrijfsuren Ä Hoofdstuk 8.8.1 Motorolie en oliefilterpatroon vervangen „Motorolie en oliefilterpatroon vervangen” op pagina 123. Centrale schroef van de aandrijfnaven controleren, evt. aan- draaien Ä Hoofdstuk 8.13.4 „Centrale schroef van de aan- drijfnaven controleren” op pagina 147. D.ONE...
Om de 3000 bedrijfsuren 8.12.1 Brandstofinjectiepomp controleren Indien nodig 8.13.1 Afstrijkers controleren, instellen 8.13.2 Koelermodule reinigen 8.13.3 Machine reinigen 8.13.4 Centrale schroef van de aandrijfnaven controleren 8.13.5 Bandageaandrijving / Bandages reinigen 8.13.6 Maatregelen bij langere stillegging van de machine D.ONE...
Werkschoenen Werkhandschoenen Veiligheidsbril Ä Hoofdstuk 6.5 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 96. Motor laten afkoelen. Onderhoudsindicatie controleren Onderhoudsindicatie bij luchtfilter controleren. Als de gele zuiger de rode zone (1) heeft bereikt, luchtfilter onderhouden. B-720-0097 Afb. 130 D.ONE...
Pagina 120
Afb. 133 Luchtfilter met een handlamp onderzoeken op scheuren en gaten in de papierbalg. Bij beschadiging het luchtfilter vernieuwen. Afb. 134 D.ONE...
Pagina 121
De stofafvoerklep verticaal naar beneden zetten. – Op juiste arrêtering van de dekselafsluitingen letten. Deksel weer aanbrengen. Afb. 135 Onderhoudsindicatie resetten Na afloop van het onderhoud op de knop (1) op de onder- houdsindicatie drukken. ð De onderhoudsindicatie wordt gereset. B-720-0098 Afb. 136 D.ONE...
Aftapplug weer vastschroeven. Buitenkant van de oliefilterpatroon grondig reinigen. Oliefilterpatroon met een geschikte bandsleutel eraf schroeven. Dichtvlak van de filterdrager reinigen van eventueel vuil. Rubber afdichting van de nieuwe oliefilterpatroon licht inoliën. Oliefilterpatroon erop schroeven en handvast aandraaien. B-720-0091 Afb. 140 D.ONE...
V-riem spannen Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkhandschoenen Spanschroef (1) en schroef (2) aan de generator losdraaien. Generator met een hefboom naar buiten drukken, tot de juiste spanning van de V-riem bereikt is. Spanschroef (1) en schroef (2) weer vastdraaien. Afb. 143 D.ONE...
Uitlaatbuis in filterhuis grondig van binnen reinigen. Afb. 145 Nieuw luchtfilter voorzichtig in de behuizing zetten. AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – De stofafvoerklep verticaal naar beneden zetten. – Op juiste arrêtering van de dekselafsluitingen letten. Deksel weer aanbrengen. Afb. 146 D.ONE...
Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Machine beveiligd neerzetten Ä Hoofdstuk 6.5 „Machine beveiligd neerzetten” op pagina 96. Motor laten afkoelen. Alle luchtaanzuigleidingen en slangklemmen controleren op toestand en vast zitten. Evt. beschadigde luchtaanzuigleidingen of slangklemmen vernieuwen. B-720-0099 Afb. 148 D.ONE...
116 – Geen asarme motorolies gebruiken voor de opwekasbehuizing. Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Ä Hoofdstuk 6.5 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 96. Ä Hoofdstuk 8.2.2.1 „Knik- Knikscharnierbeveiliging inleggen scharnierbeveiliging inleggen” op pagina 109. D.ONE...
Pagina 128
Machine achter optillen en achterste bandage veilig onder- stutten. Voorste bandage met een keg beveiligen. 710 mm 28 in B-720-0046 Afb. 151 Door de aflaatopening olie de voorste bandage vullen met olie. Beluchtingsschroef (1) en aftapschroef (2) weer vast- schroeven. B-720-0050 Afb. 152 D.ONE...
Op zuiverheid letten! Omgeving van het brand- stoffilter eerst zorgvuldig reinigen. – In het brandstofsysteem binnengedrongen lucht leidt tot onregelmatig draaien van de motor, een vermindering van het vermogen, tot stilstand van de motor en maakt een start onmogelijk. D.ONE...
Pagina 130
Rubber afdichting van het nieuwe brandstoffilter licht inoliën. Nieuw filterpatroon met de hand eraan schroeven tot de dich- ting vastzit, dan handvast aandraaien. Brandstof en brandstoffilter milieuvriendelijk verwerken. Ä Hoofdstuk 8.8.6.2 „Brand- Brandstofsysteem ontluchten stofsysteem ontluchten” op pagina 131. D.ONE...
Handhefboom (1) aan de brandstofpomp zo lang activeren, tot uit de losgedraaide ontluchtingsschroef brandstof stroomt zonder bellen. Uitlopende brandstof opvangen. Ontluchtingsschroef vastdraaien. Motor starten en 5 minuten stationair laten lopen. Dichtheid van de brandstoffilters controleren. Opgevangen brandstof milieuvriendelijk verwerken. B-720-0105 Afb. 159 D.ONE...
AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – Na alle werkzaamheden aan het brand- stofsysteem moet dit ontlucht worden. Maak dan een proefrit en controleer daarbij de dichtheid. D.ONE...
Accupolen en klemmen reinigen en invetten met poolvet (vaseline). Accu monteren en accubevestiging controleren. Toestand van de trillingsdempende matten controleren, evt. vernieuwen. Bij niet-onderhoudsvrije accu's zuurstand controleren, evt. B-720-0055 met gedestilleerd water tot aan de vulstandsmarkering vullen. Afb. 161 Klem Accu Accubevestiging Trillingsdempende mat D.ONE...
Hoofduitschakeling van de accu controleren Accuhoofdschakelaar tegen de klok in draaien en eraf trekken resp. afsluiten (speciale uitrusting). Door de ontsteking in te schakelen controleren of de accu werd geïsoleerd van de elektrische installatie van de machine. B-924-0031 Afb. 162 D.ONE...
Spanschroef (1) en schroef (2) aan de generator losdraaien. Generator naar binnen drukken, V-riem ontspannen en ver- wijderen. Nieuwe V-riem erop leggen. Ä Hoofdstuk 8.8.2 V-riem spannen op de opgegeven waarde „V-riem controleren, spannen” op pagina 124. Spanschroef en schroef weer vastdraaien. B-880-0058 Afb. 163 D.ONE...
/ uitlaatklep 0,15 mm tot 0,19 mm (0.006 in tot 0.007 in) Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Ä Hoofdstuk 6.5 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 96. Motor laten afkoelen. Voorbereidende werkzaamheden Klepdeksel demonteren. B-720-0107 Afb. 164 D.ONE...
Pagina 137
Klepspeling met een voelermaat controleren aan de zwart gekenmerkte kleppen, evt. regelen. ð De voelermaat moet met lichte weerstand erdoor kunnen worden geschoven. Afb. 166 IN Inlaatklep EX Uitlaatklep Klepspeling regelen Contramoer aan de klephefboom losdraaien. Klepspeling regelen met de instelschroef. Contramoer vastdraaien. B-720-0108 Afb. 167 D.ONE...
Pagina 138
Onderhoud – Om de 1000 bedrijfsuren Afsluitende werkzaamheden Klepdeksel met een nieuwe afdichting monteren. Na kort proefdraaien dichtheid van het klepdeksel contro- leren. B-720-0107 Afb. 168 D.ONE...
Verschillende en andere koelvloeistoffen en additieven niet vermengen. Ä Hoofdstuk 8.4 „Bedrijfsstof- – Vulhoeveelheid: fentabel” op pagina 116 Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Veiligheidsbril Machine beveiligd neerzetten Ä Hoofdstuk 6.5 „Machine beveiligd neerzetten” op pagina 96. Motor laten afkoelen. D.ONE...
Pagina 142
Slangklem (1) losmaken en slang (2) van de koeler aftrekken. Koelvloeistof aflaten en opvangen. Aflaatkraan weer sluiten. Slang erop steken en slangklem vastdraaien. B-720-0113 Afb. 176 Koelvloeistof erin gieten tot aan de onderkant van de vulope- ning. B-720-0059 Afb. 177 D.ONE...
8.11.3 Slangleidingen vernieuwen Deze werkzaamheid mag alleen worden uitgevoerd door bevoegd servicepersoneel. Onderhoudswerkzaamheden ten laatste na twee jaar uitvoeren. De volgende slangleidingen moeten worden vernieuwd: brandstofslangleidingen, luchtaanzuigleidingen. 8.11.4 Inspuitkleppen controleren Deze werkzaamheid mag alleen worden uitgevoerd door bevoegd servicepersoneel. D.ONE...
Onderhoud – Om de 3000 bedrijfsuren 8.12 Om de 3000 bedrijfsuren 8.12.1 Brandstofinjectiepomp controleren Deze werkzaamheid mag alleen worden uitgevoerd door bevoegd servicepersoneel. D.ONE...
"inweektijd" schoonspuiten met een koude waterstraal. Motor korte tijd laten warmlopen om roestvorming te voor- komen. 8.13.3 Machine reinigen Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Machine beveiligd neerzetten Ä Hoofdstuk 6.5 „Machine beveiligd neerzetten” op pagina 96. Motor minstens 30 minuten laten afkoelen. D.ONE...
Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Ä Hoofdstuk 6.5 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 96. Draaimoment van de centrale schroef aan alle vier de aan- 900 Nm drijfnaven controleren. Gewenste waarde 900 Nm (664 ft·lbf) B-720-0051 Afb. 183 D.ONE...
Ä Hoofdstuk 8.2.2.1 „Knik- Knikscharnierbeveiliging inleggen scharnierbeveiliging inleggen” op pagina 109. Ä Hoofdstuk 9 Evt. bandageverbreding demonteren „Inrichten / Ombouwen” op pagina 153 en grondig reinigen. Aanslagmiddelen aanbrengen aan het vastsjorpunt voor resp. achter. Machine optillen en veilig ondersteunen. B-720-0140 Afb. 184 D.ONE...
Pagina 149
Afdichtring controleren op slijtage en beschadiging, evt. ver- nieuwen. Spanring met kleef- en dichtmiddel (bijv. onderdeelnummer: DL 009 780 66) erin zetten en vastschroeven. Bevestigingsschroeven met een middelvast borgmiddel (bijv. onderdeelnummer: DL 009 780 06) in de spanring zetten en vastschroeven. Bandage vastschroeven. B-720-0144 Afb. 188 D.ONE...
Motorolie verversen en oliefilter vervangen, als de olieverver- sing langer dan 300 bedrijfsuren geleden werd uitgevoerd resp. de olie ouder is dan 12 maanden. Concentratie van het antivriesmiddel en koelvloeistofpeil con- troleren. Massaleidingen aan de accu´s isoleren (zelfontlading door ruststroomverbruikers wordt daardoor vermeden). D.ONE...
Pagina 151
Brandstoffilter vernieuwen. Luchtfilter vernieuwen. Motorolie verversen en oliefilter vervangen. Koelvloeistofpeil controleren. Laadtoestand van de accu´s controleren, evt. naladen. Vóór en na het laden het vloeistofpeil in de accu´s controleren. Massaleidingen aansluiten aan de accu´s. Werking van de elektrische installatie controleren. D.ONE...
Pagina 152
Motor starten en gedurende 15 tot 30 minuten met stationair toerental laten lopen. Bij lopende motor indicaties voor motoroliedruk en koelvloei- stoftemperatuur observeren. Oliepeilen controleren. Werking van de elektrische installatie, besturing en remmen controleren. Machine grondig reinigen. D.ONE...
Beschermkap (1) eraf nemen en kabel (2) aansluiten aan de afstandsbediening. Positie innemen in het beschermveld aan de machine. ð Afstand: < 1,2 m (1.3 yd). B-720-0029 Afb. 194 Tuimelschakelaar bedrijfsmodus in stand "Links" zetten. B-720-0013 Afb. 195 Contactsleutel in stand "I" draaien. B-720-0077 Afb. 196 D.ONE...
Pagina 157
Met de afstandsbediening het beschermveld verlaten. ð Afstand: > 1,2 m (1.3 yd). > 1,2 m > 1.3 yd B-720-0017 Afb. 200 De waarschuwingslamp Active Zone System dooft na ca. 2 seconden. De machine is operationeel. B-SYM-0226 Afb. 201 D.ONE...
Pagina 158
Inrichten / Ombouwen – Active Zone System aanleren D.ONE...
Ä Hoofdstuk 6.2.4 „Motor starten” Motor starten: op pagina 87. Na de start eerst de minpool en daarna de pluspool isoleren. 12 V Achterste beschermkap sluiten. B-ELE-0027 Afb. 202 D.ONE...
Voorste beschermkap weer sluiten. Klep openen. Accuhoofdschakelaar tegen de klok in draaien en eraf trekken resp. afsluiten (speciale uitrusting). Klep weer sluiten. B-720-0114 Machine stilleggen en onze klantendienst op de hoogte brengen. Afb. 205 Machine pas na reparatie weer in bedrijf nemen. D.ONE...
Werkschoenen Werkhandschoenen Veiligheidsbril Ä Hoofdstuk 6.5 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 96. Machine voor of achter 145 mm (5.7 in) optillen, veilig stutten en met een keg beveiligen. 145 mm 5.7 in B-720-0005 Afb. 207 D.ONE...
Pagina 163
ð Normaal gezien reikt het oliepeil tot aan de onderste rand van het aftapgat. Indien er een grotere hoeveelheid olie uit het aftapgat treedt, informeer dan onze klantendienst. Aftapplug en beluchtingsstop weer vastschroeven. B-720-0006 Machine laten zakken. Afb. 208 Evt. opgevangen olie milieuvriendelijk verwerken. D.ONE...
Luchtfilter vervuild Reinigen, evt. vernieuwen Injectieklep defect Door een vakman laten controleren Motor wordt te Koelribben van de koeler sterk vervuild Koelribben schoonmaken heet, motor moet (waarschuwingslamp koelvloeistoftempe- meteen afgezet ratuur brandt) worden! Motoroliepeil te laag Controleren, evt. bijvullen D.ONE...
Pagina 167
(waarschu- laten controleren wingslamp motoro- liedruk brandt) Laadcontrolelampje Toerental van de generator te laag Riem generator, spanning controleren, licht op tijdens het evt. riem vernieuwen bedrijf, waarschu- Generator of regelaar defect Door een vakman laten controleren wingszoemer weer- klinkt D.ONE...
Accu niet geladen of defect Acculading controleren, evt. laden Defecte accu vervangen Hellingsensor defect Signaal van de hellingsensor controleren, invoercode 1405 Door een vakman laten controleren, evt. vervangen Relais K39 defect Signaal relaisaansturing controleren, invoercode 5070 Door een vakman laten controleren, evt. vervangen D.ONE...
Pagina 169
Door een vakman laten controleren, evt. vervangen Relais K114 defect Signaal relaisaansturing controleren, invoercode 5050 Door een vakman laten controleren, evt. vervangen Besturing defect Door een vakman laten controleren, evt. vervangen Kabel defect Kabel controleren op vastzitten Door een vakman laten controleren, evt. vervangen D.ONE...
Door een vakman laten controleren, evt. vervangen Noodstop-schakelaar geactiveerd of Noodstop-schakelaar uittrekken defect Door een vakman laten controleren, evt. vervangen Ontvanger of afstandsbediening defect Door een vakman laten controleren, evt. vervangen Kabelboom defect Door een vakman laten controleren, evt. vervangen D.ONE...
Besturing van het Active Zone System Steekverbinding van de besturing contro- niet juist aangesloten of defect leren, evt. vernieuwen Draadloze afstandsbediening defect Laten controleren door een vakman, evt. vernieuwen Kabelboom defect Laten controleren door een vakman, evt. vernieuwen D.ONE...
Als een foutcode verschijnt, foutcode uitlezen en storing door per- soneel dat door de exploitant geautoriseerd is, laten verhelpen. Evt. onze klantendienst informeren. Overzicht van de foutcodes Ä Hoofdstuk 12 „Aanhangsel” op pagina 177. B-720-0090 Afb. 211 D.ONE...
Contactsleutel in stand "I" draaien. B-720-0077 Afb. 212 Functietoetsen F1 en F2 tegelijkertijd indrukken. ð Weergave „0000” verschijnt. Het eerste cijfer knippert. B-720-0093 Afb. 213 Eerste cijfer van de invoercode instellen door op functietoets F1 te drukken. B-720-0094 Afb. 214 D.ONE...
Pagina 174
Al naargelang de functie (bijv. ECO- modus in- of uitschakelen) moeten er nog Ä Hoofd- meer codes worden ingevoerd stuk 12 „Aanhangsel” op pagina 177. B-720-0096 Afb. 216 Om de invoerfunctie te beëindigen als invoercode „0000” instellen of contactsleutel in stand "0" draaien. D.ONE...
Ä Hoofdstuk 3.4 „Omgang met bedrijfsstoffen” op pagina 27. Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Veiligheidsbril Accu’s demonteren. Brandstoftank leegmaken. Hydrauliekolietank leegmaken. Koelvloeistof van koelsysteem en motor aflaten. Motorolie van motor en opwekasbehuizing aflaten. D.ONE...
1032 stroom uit deze uitgang. binding met +12V 1033 Motor wordt uitge- Uitgang klep rijden vooruit, Stroompad heeft ver- X3:22 1030 schakeld Y 16 binding met +12V 1031 Hoewel de uitgang uitgescha- 1032 keld is, staat er spanning op. D.ONE...
Pagina 179
1060 Uitgang wordt uitge- Uitgang remklep, Y 04 Te hoge stroomflow in X3:40 schakeld, functie het stroompad, evt. Er vloeit een te grote stroom niet meer mogelijk door defecte spoel of uit deze uitgang. Uitgang werd kortsluiting tegen uitgeschakeld! massa D.ONE...
Pagina 180
Uitgang klep trillen gr. Te hoge stroomflow in X3:13 schakeld, functie ampl., Y 57 het stroompad, evt. niet meer mogelijk door defecte spoel of Er vloeit een te grote stroom kortsluiting tegen uit deze uitgang. Uitgang werd massa uitgeschakeld! D.ONE...
Pagina 181
1012 stroom uit deze uitgang. ding met +12V 2013 Motor wordt uit- Uitgang klep sturen rechts, Y Stroompad heeft verbin- X3:19 1010 geschakeld ding met +12V 1011 Hoewel de uitgang uitgescha- 1012 keld is, staat er spanning op. D.ONE...
Pagina 182
Motor wordt gestopt, Noodstop- Ontvangstsignaal te zwak Draadloze overdracht 2605 relais in de besturing wordt uitge- gestoord 2605 wordt alleen schakeld, alle uitgangen van de uitgevoerd bij soft- Afstand tussen zender en besturing zijn uitgeschakeld wareversies ouder machine te groot dan 1.11! D.ONE...
Pagina 183
DBV achter motorolief- ilter vervuild Oliedrukschakelaar defect 5021 Motor wordt bij Ingang motoroliedruk, B 06 zie foutcode 5 0 2 0 X3:03 5020 lage oliedruk uit- Fout 5 0 2 0 is langer dan 8 geschakeld seconden actief Motor wordt uitgeschakeld D.ONE...
Pagina 184
5052 Uitgang wordt uit- Uitgang HW-afzetmagneet, Y Draadbreuk in het X3:09 5050 geschakeld, motor stroompad 5051 loopt alleen nog Er vloeit geen of een te kleine Stroompad heeft verbin- met standgas 5052 stroom uit deze uitgang. ding met +12V D.ONE...
Pagina 185
Uitgang relais K 39, starter Te hoge stroomflow in X3:06 geschakeld, motor het stroompad, evt. door Er vloeit een te grote stroom uit kan niet meer defecte spoel of kortslui- deze uitgang starten ting tegen massa Uitgang werd uitgeschakeld! D.ONE...
Pagina 186
Ingang hellingschakelaar B56 Draadbreuk in het X3:23 1405 stroompad Machine kan niet gestart worden, aangezien er geen sig- Schakelaar defect naal van de hellingschakelaar Schakelaar bevindt zich aan de ingang wordt gegeven. in de geschakelde toe- stand (verkeerde inbouwpositie) D.ONE...
Pagina 187
Opgelet: alleen voor servicedoel- einden! 6010 Geen rijbeweging mogelijk, alleen Fout beschermveldantenne Draadbreuk in het stroompad, stuurbewegingen voor (W12) beschermveldantenne voor defect 6011 Geen rijbeweging mogelijk, alleen Fout beschermveldantenne Draadbreuk in het stroompad stuurbewegingen achter (W13) beschermveldantenne achter defect D.ONE...
Pagina 188
Ontvangstkwaliteit beschermveldbesturing Fout in de parametrering Code Foutreactie Foutbeschrijving Mogelijke oorzaak Klem op Invoercode besturing voor dia- gnose 7010 Machine kan niet gestart Geen machinetype Module is nieuw, 0725 worden, module wordt niet ingesteld parameters werden helemaal geïnitialiseerd gewist D.ONE...
0000 = uitgang niet aangestuurd 0001 = uitgang aangestuurd Logisch niveau, van de aansturing 0000 = uitgang niet aangestuurd 0001 = uitgang aangestuurd 1035 Klepaansturing, rijden 0100 = rijden vooruit 0010 = bandage staat stil 0011 = rijden achteruit D.ONE...
Pagina 190
Spanning aan de uitgang Indicatiewaarde = uitgangsspanning in volt 1306 Uitgang klep trillen kleine amplitude, Y Indicatiewaarde = uitgangsspanning in ampère Stroom aan de uitgang Indicatiewaarde = uitgangsspanning in ampère 1307 Uitgang klep trillen kleine amplitude, Y 0000 = uitgang niet aangestuurd D.ONE...
Pagina 191
12 V > bedrijfsmodus kabelbesturing 1410 Activeringsingang draadloze afstandsbe- 12 V > bedrijfsmodus draadloos diening, S 101 Dieselmotor, machine-elektronica Foutbe- Oorzaak Verhelpen schrijving 5010 Toerental dieselmotor Indicatiewaarde = 1/min 5020 Motoroliedruk, B 06 0000 = geen motoroliedruk 0001 = motoroliedruk OK D.ONE...
Pagina 192
Eerst 5055 invoeren! 5058 ECO-modus aan Eerst 5055 invoeren! 5059 Indicatie ECO-modusinstelling 0 = ECO-modus uit 1 = ECO-modus aan 5060 Uitgang relais K 11, potentiaalomscha- Indicatiewaarde = uitgangsspanning in volt keling Spanning aan de uitgang Indicatiewaarde = uitgangsspanning in volt D.ONE...
Pagina 193
Uitgang 2 hoorn, H 07 0000 = uitgang niet aangestuurd 0001 = uitgang aangestuurd Logisch niveau, van de aansturing 0000 = uitgang niet aangestuurd 0001 = uitgang aangestuurd 5100 Koelwatertemperatuursensor B 53 0000 = temperatuur te hoog, overtemperatuur 0001 = temperatuur OK D.ONE...
Pagina 194
Voor de controle van de spiraalkabel de keuze- schakelaar voor de bedrijfsmodus op kabelbedrijf schakelen, de spiraalkabel aansluiten aan de zender en de machine starten. Als de machine start, dan is de spiraalkabel in orde! D.ONE...
Pagina 195
Zone System gedurende 15 min. Opgelet: alleen voor service- actief doeleinden! 6002 Servicebedrijf inactief Bedrijfsurenteller uitlezen Foutbeschrijving Oorzaak Verhelpen 7500 Indicatie van de uren, bedrijfsurenteller De volle bedrijfsuren worden weergegeven 7501 Indicatie van de minuten, bedrijfsuren- De minuten van de bedrijfsurenteller teller worden weergegeven D.ONE...
Pagina 196
Aanhangsel – Invoercode voor de besturing Machinetype instellen Foutbeschrijving Oorzaak Verhelpen 7010 Functie „Machinetype instellen“ inschakelen zie instelhandleiding 7011 Ingevoerde machinetype bevestigen zie instelhandleiding 7103 Machinetype met beschermbeugel selecteren zie instelhandleiding 7104 Machinetype zonder beschermbeugel selecteren zie instelhandleiding D.ONE...