Download Print deze pagina

Advertenties

Gebruiksaanwijzing
Asfaltafwerkmachine
SD2500C / SD2500CS
Type 892 / 893
10-1018
4812202151

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Dynapac SD2500C

  • Pagina 1 Gebruiksaanwijzing Asfaltafwerkmachine SD2500C / SD2500CS Type 892 / 893 10-1018 4812202151...
  • Pagina 2 www.dynapac.com...
  • Pagina 3 SD2500C - motor EU IIIb / tier 4i (o) ............17 5.12 SD2500CS - motor EU IIIb / tier 4i (o) ............. 17 5.13 SD2500C - motor motor EU IV / tier 4final (o) ......... 18 5.14 SD2500CS - motor motor EU IV / tier 4final (o) ........18 5.15...
  • Pagina 4 Overige waarschuwings- en bedieningsaanwijzingen ......32 Typeplaatje machine (41) ..............34 Toelichting bij het PIN-serienummer van 17 tekens .........35 Typeplaatje motor ..................36 EN-normen ....................37 Continu geluidsniveau SD2500C .............37 Bedrijfsomstandigheden tijdens de metingen ...........37 Meetpuntindeling ..................37 Continu geluidsniveau SD2500CS ............38 Bedrijfsomstandigheden tijdens de metingen ...........38 Meetpuntindeling ..................38 Op het hele lichaam inwerkende vibraties ..........39...
  • Pagina 5 Rijmodus ....................18 Verladen met een kraan ................19 Wegslepen ....................22 Veilig stallen ..................... 25 Optillen van de machine met hydraulische krikken, hefpunten ....26 Bediening................. 1 Veiligheidsvoorschriften ................1 Bedieningselementen ................3 Bedieningspaneel ..................3 Afstandsbediening ................... 60 Displaybediening ..............
  • Pagina 6 Terminal-foutmeldingen ................41 Symbolen van de statusmeldingen, waarschuwingen en foutmeldingen ..................41 Foutcodes aandrijfmotor ................48 Foutcodes ....................52 Menustructuur van de instel- en weergavemenu's ........53 Bedrijf ..................1 Bedieningselementen op de machine ............1 Bedieningselementen bestuurderspositie ..........1 Cabinedak (o) ..................2 Opstap ....................4 Bergruimte ....................4 Bedieningsbordes, verplaatsbaar (o) .............5 Vergrendeling bedieningsbordes (o) ............6 Bedieningspaneel ...................7...
  • Pagina 7 Rijspoorruimer (o) ................34 Excenterverstelling balk ............... 35 Duwrollentraverse, instelbaar .............. 36 Duwrollentraverse, hydraulisch uitschuifbaar (o) ......... 37 Draagbalkvergrendeling, hydraulisch (o) ..........37 Brandblusser (o) .................. 38 Verbandtrommel (o) ................38 Zwaailicht (o) ..................39 Tankpomp (o) ..................40 Lichtballon (o) ..................41 Montage en gebruik ................
  • Pagina 8 Druk instellen ..................33 Druk voor balkbesturing bij inbouwstop + ontlasting instellen: .....33 Bedrijf onderbreken, bedrijf beëindigen ............35 Bij inbouwpauzes (bijv. vertraging van materiaalvrachtwagens) ..35 Bij langere onderbrekingen (bijv. middagpauze) ........35 Na afloop van het werk ................37 Storingen ....................38 Problemen bij het inbouwen ..............38 Storingen van de machine of de balk ............40 Instellen en ombouwen ............1 Speciale veiligheidsvoorschriften ...............1...
  • Pagina 9 Middenelement monteren ..............33 Big-ski langer maken ................34 Sensorhouder monteren ..............35 Sensors monteren en afstellen ............36 Verdelerdoos monteren ............... 37 Aansluitschema ................... 38 Sleepschoen 6m, 9m ................39 Automatische besturing ................41 Automatische besturing monteren op de machine ........42 Sensors monteren en afstellen ............
  • Pagina 10 Onderhoudsoverzicht ............. 1 Onderhoudsoverzicht .................1 Onderhoud - transporteur ............1 Onderhoud- transporteur ................1 Onderhoudsintervallen ................3 Onderhoudspunten ..................4 Kettingspanning transporteur (1) ............4 Transporteuraandrijving - aandrijfkettingen (2) ........6 Transporteurleiplaten / transporteurplaten (3) ........7 Onderhoud - module worm ............1 Onderhoud - module worm .................1 Onderhoudsintervallen ................3 Onderhoudspunten ..................5 Buitenlager wormen (1) ................5...
  • Pagina 11 Aandrijfriem van de motor (6) .............. 16 Krukas-ontluchtingsfilter (7) ..............17 Uitlaatsysteem - deeltjesfilter (8) ............18 Onderhoud - module motor Tier 4F (o) ......... 1 Onderhoud - module motor ................ 1 Onderhoudsintervallen ................3 Onderhoudspunten ..................7 Motor-brandstoftank (1) ................ 7 Motor-smeeroliesysteem (2) ..............
  • Pagina 12 Planeetdrijfwerk (4) ................11 Schroefverbindingen ................13 Onderhoud - elektriciteit ............1 Onderhoud - elektriciteit ................1 Onderhoudsintervallen ................3 Onderhoudspunten ..................4 Accu's (1) ....................4 Opladen van de accu's ................5 Generator (2) ..................6 Generatorreiniging .................7 Elektrische zekeringen / relais (3) ............8 Zekeringen ....................8 Relais in de motorruimte ..............11 Relais in de aansluitdoos ..............12 Onderhoud - smeerpunten .............1 Onderhoud - smeerpunten .................1...
  • Pagina 13 F114 Smeermiddelen en bedrijfsstoffen ........1 Smeermiddelen en bedrijfsstoffen ............. 1 Vulhoeveelheden ..................3 Bedrijfsstofspecificaties ................4 Aandrijfmotor TIER 4i, 4F / stage IIIb, IV (o)- brandstofspecificatie ... 4 Smeerolie aandrijfmotor ................4 Koelsysteem ....................4 Hydraulisch systeem .................. 5 Pompverdelerdrijfwerk ................
  • Pagina 15 De fabrikant behoudt zich het recht voor in het belang van technische verbeteringen het beschreven machinetype te wijzigen, met behoud van de karakteristieke kenmer- ken, zonder ook de gebruiksaanwijzing dienovereenkomstig te wijzigen. Dynapac GmbH Wardenburg Ammerländer Strasse 93 D-26203 Wardenburg / Duitsland...
  • Pagina 16 Veronachtzaming van deze aanwijzingen, verboden en geboden kan levensgevaar- lijke verwondingen tot gevolg hebben! Ook de Dynapac “Richtlijn voor het gebruik van asfaltafwerkmachines volgens het bestemde doel en volgens de voorschriften” moet worden nageleefd!
  • Pagina 17 Veiligheidstekens, signaalwoorden De signaalwoorden "Gevaar", "Waarschuwing", "Voorzichtig", "Opmerking" in veilig- heidsaanwijzingen staan in een gekleurd titelveld. Deze volgen een bepaalde hiërar- chie en geven in combinatie met het waarschuwingssymbool de ernst van het gevaar resp. het soort opmerking aan. "Gevaar" ! GEVAAR Gevaar van verwonding van personen.
  • Pagina 18 Waarschuwingen Waarschuwing voor een gevaarlijk punt of een risico! Veronachtzaming van de waarschuwingen kan levensgevaarlijke verwondingen tot gevolg hebben! Waarschuwing voor intrekgevaar! In dit werkgebied / bij deze elementen bestaat er intrekgevaar door draaiende of transporterende elementen! Werkzaamheden uitsluitend uitvoeren wanneer de elementen zijn uitgeschakeld! Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning! Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de elektrische in-...
  • Pagina 19 Waarschuwing voor valgevaar! Waarschuwing voor gevaren van accu's! Waarschuwing voor irriterende stoffen of stoffen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid! Waarschuwing voor brandgevaarlijke stoffen! Waarschuwing voor gasflessen!
  • Pagina 20 Besproeien met water is verboden! Blussen met water is verboden! Zelfstandig onderhoud is verboden! Onderhoud uitsluitend toegestaan door een gekwalificeerde vak- man! Neem contact op met de Dynapac service Vuur, open licht en roken verboden! Niet schakelen!
  • Pagina 21 Veiligheidsuitrusting Het dragen van diverse beschermingsmiddelen kan verplicht zijn door de geldende lokale voorschriften! Neem deze voorschriften in acht! Draag een veiligheidsbril om uw ogen te beschermen! Draag een geschikte hoofdbescherming! Draag een geschikte gehoorbescherming om uw gehoor te be- schermen! Draag geschikte veiligheidshandschoenen om uw handen te beschermen!
  • Pagina 22 Milieubescherming De plaatselijk geldende wetten, richtlijnen en voorschriften voor een correct gebruik en verwijdering van afval moeten in acht worden genomen, ook als ze hier niet uit- drukkelijk worden genoemd. Bij reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen stoffen die gevaar- lijk zijn voor het water, zoals: - smeermiddelen (olie, vet) - hydraulische olie - diesel...
  • Pagina 23 Overige aanwijzingen De documenten van de fabrikant en de aanvullende documentatie in acht nemen! Bijv. de onderhoudshandleiding van de motorfabrikant Van toepassing zijnde beschrijving / weergave bij de uitrusting met gasverwarming! Van toepassing zijnde beschrijving / weergave bij de uitrusting met elektrische verwarming! t Aanduiding van standaarduitrusting.
  • Pagina 24 - reparaties of manipulaties worden uitgevoerd door personen die hiertoe niet zijn gemachtigd of niet zijn opgeleid. - toebehoren of vervangingsonderdelen worden gebruikt die de oorzaak van de schade zijn en die niet zijn vrijgegeven door Dynapac. V 10...
  • Pagina 25 Restrisico’s Dit zijn risico’s die blijven bestaan, ook na het treffen van alle mogelijk veiligheids- maatregelen die helpen om de gevaren (risico’s) te minimaliseren of de waarschijn- lijkheid van hun optreden en hun draagwijdte tot vrijwel nul te reduceren. Restrisico's in de vorm van - levensgevaar of verwondingsgevaar voor personen bij de machine - gevaren voor het milieu door de machine - materiële schade aan de machine en verminderde prestaties en werking van...
  • Pagina 26 Redelijkerwijs voorzienbare onjuiste gebruikswijzen Elke redelijkerwijs voorzienbare onjuiste gebruikswijze van de machine geldt als mis- bruik. Bij een onjuiste gebruikswijze vervalt de garantie van de fabrikant; de exploitant draagt alle verantwoordelijkheid. Redelijkerwijs voorzienbare onjuiste gebruikswijzen van de machine zijn: - oponthoud in de gevarenzone van de machine - transporteren van personen - verlaten van het bedieningsbordes terwijl de machine in bedrijf is - verwijderen van beschermingen of veiligheidsvoorzieningen...
  • Pagina 27 A Gebruik volgens het bestemde doel De Dynapac “Richtlijn voor het gebruik van asfaltafwerkmachines volgens het be- stemde doel en volgens de voorschriften” wordt meegeleverd bij deze machine. De richtlijn is onderdeel van deze gebruiksaanwijzing en dient beslist opgevolgd te wor- den.
  • Pagina 29 B Beschrijving van de machine Toepassing De Dynapac asfaltafwerkmachine SD2500C / SD2500CS is een met rupsrijwerk uit- geruste machine voor het aanbrengen van asfaltmengsel, wals- en mager beton, spoorwegballast en niet-gebonden mineraalmengsels voor bestratingen.
  • Pagina 30 Module- en functiebeschrijving Pos. Omschrijving Hopperbak Duwrollentraverse voor bevestiging aan vrachtwagen Duwrollentraverse voor bevestiging aan vrachtwagen, hydraulisch uitschuifbaar Buis voor peilstaaf (richtingaanwijzer) en sleepschoenbevestiging Kettingloopwerk Nivelleercilinder voor inbouwdikte Trekrol Draag-trekbalk Indicatie van de inbouwdikte Draagbalk Rijaandrijving van het kettingloopwerk Worm Balk Bedieningsbordes (hydraulisch verplaatsbaar) Bedieningspaneel (verschuifbaar)
  • Pagina 31 Machine Constructie De asfaltafwerkmachine bestaat uit een frame van gelast staal waarop de afzonder- lijke modules zijn gemonteerd. De kettingloopwerken effenen de bodem en garanderen door de ophanging van de inbouwbalk een bijzondere inbouwnauwkeurigheid. Met de traploze hydrostatische rijaandrijving kan de snelheid van de machine worden aangepast aan de omstandigheden.
  • Pagina 32 Motor: De machine wordt aangedreven door een watergekoelde dieselmotor. Meer details vindt u in de technische gegevens en in de gebruiksaanwijzing van de motor. Als optie zijn er verschillende motorvarianten uit verschillende emissieklassen be- schikbaar. Stage IIIa / tier 3 (o): Voor gebruik in niet-gereguleerde landen vindt er bij dit motor- type geen afzonderlijke uitlaatgasnabehandeling plaats.
  • Pagina 33 Besturing/bedieningsbordes: De onafhankelijke, hydrostatische rijaandrijvingen maken draaien op de plaats mogelijk. De elektronische synchronisatie zorgt voor een exacte rechtuitloop. Het bedieningsbordes kan hydraulisch naar links/rechts worden geschoven tot buiten de machinebuitenkant, om de bestuurder een beter zicht op het inbouwtraject te geven. Voor bediening vanaf de buitenkant van de machine kan het gehele bedieningspa- neel worden verplaatst en op verschillende posities langs het bedieningsbordes wor- den vastgezet.
  • Pagina 34 Verdeelwormen: Aandrijving en bediening van de verdeelwormen vindt onafhanke- lijk van de lattentransporteurs plaats. De linker en rechter wormhelften kunnen afzon- derlijk worden bediend. De aandrijving is volledig hydraulisch. De transportrichting kan van binnen naar buiten (en omgekeerd) worden ingesteld. Hierdoor kan er ook voldoende materiaal worden aangevoerd als er aan een kant bij- zonder veel nodig is.
  • Pagina 35 Draagbalken / balkhefvoorziening: De balkhefvoorziening dient voor het omhoog- zetten van de balk voor transportdoeleinden. De hoek van de balk kan worden ver- anderd met behulp van de excenterverstelling op de draagbalk. Als de inbouwomstandigheden dit noodzakelijk maken, kan de draagbalk kan naar achteren of naar voren worden verplaatst.
  • Pagina 36 Gevarenzones Gevaar door personen in de gevarenzone WAARSCHUWING Personen in de gevarenzone kunnen ernstig gewond of zelfs gedood worden door machinebewegingen en machinefuncties! - Oponthoud in de gevarenzone is tijdens het gebruik verboden! - Tijdens het gebruik mogen alleen de machinebestuurder en het balkpersoneel zich op de machine of in de geva- renzone bevinden.
  • Pagina 37 Veiligheidsvoorzieningen 4 5 6 7...
  • Pagina 38 Pos. Omschrijving hoppervergrendeling draagbalkvergrendeling, mechanisch / hydraulisch (o) hoofdschakelaar noodstopknop claxon contactsleutel verlichting vergrendeling cabinedak (o) brandblusser (o) balkknipperlichten (o) kappen, zijkleppen, ommantelingen zwaailicht (o) aan beide zijden van de machine Veilig werken is alleen mogelijk wanneer de bedienings- en veiligheidsvoorzieningen foutloos werken en de beveiligingen volgens de voorschriften zijn aangebracht.
  • Pagina 39 Technische gegevens standaarduitvoering Afmetingen (alle maten in mm) 2125 2900 6145 6400 1990 2550 3290 3400 Technische gegevens van de desbetreffende balk, zie de gebruiksaanwijzing van de balk. B 11...
  • Pagina 40 Toegestane hellings- en neigingshoek max 15° max 15° max 15° max 15° Voordat de machine wordt gebruikt in een schuine stand (hellingen omhoog/omlaag, zijdelingse neiging) die groter is dan de vermelde waarde, dient men overleg te ple- gen met de klantenservice over uw machine! Toegestane oprijhoek max 15°...
  • Pagina 41 Gewichten SD2500C (alle gegevens in t) Machine zonder balk ca. 14,8 Machine met balk: - V5100 ca. 18,5 Met aanbouwdelen voor max. ca. xxx werkbreedte max. extra Met volle bak ca. 15,0 extra max. Gewichten van de balken en de balkonderdelen, zie de gebruiksaanwijzing van de balken.
  • Pagina 42 Vermogengegevens SD2500C V5100TV(E) 2,55 2,05 5,10 8,80 V5100TV 2,55 2,05 5,10 8,80 V6000TV(E) 3,00 2,50 6,00 9,00 V6000TV 3,00 2,50 6,00 9,00 Transportsnelheid 0 - 4 km/h Werksnelheid 0 - 28 m/min Inbouwdikte -150 - 320 Max. korrelgrootte Theoretisch inbouwvermogen...
  • Pagina 43 Vermogengegevens SD2500CS V5100TV(E) 2,55 2,05 5,10 8,80 V5100TV 2,55 2,05 5,10 8,80 V6000TV(E) 3,00 2,50 6,00 9,70 V6000TV 3,00 2,50 6,00 9,70 R300TV(E) 3,00 10,00 R300TV 3,00 10,00 Transportsnelheid 0 - 4 km/h Werksnelheid 0 - 28 m/min Inbouwdikte -150 - 320 Max.
  • Pagina 44 Loopwerk rubbernop-aandrijfkettingen Draaimogelijkheid draaien op de plaats Snelheid zie boven SD2500C - motor EU IIIa / tier 3 (o) Merk/type Cummins QSB 6.7-C173 Uitvoering 6-cil. dieselmotor (watergekoeld) Vermogen 129 KW / 175 PK (bij 2200 toeren/min)
  • Pagina 45 5.11 SD2500C - motor EU IIIb / tier 4i (o) Merk/type Cummins QSB 6.7-C173 Uitvoering 6-cil. dieselmotor (watergekoeld) Vermogen 129 KW / 175 PK (bij 2200 toeren/min) Emissie van schadelijke stoffen in Stage IIIb / tier 4i overeenstemming met: Brandstofverbruik...
  • Pagina 46 5.13 SD2500C - motor motor EU IV / tier 4final (o) Merk/type Cummins QSB 6.7-C173 Uitvoering 6-cil. dieselmotor (watergekoeld) Vermogen 129 KW / 175 PK (bij 2200 toeren/min) Emissie van schadelijke stoffen in Stage IV / tier 4final overeenstemming met:...
  • Pagina 47 5.15 Hydraulische installatie hydropompen via verdelerdrijfwerk Drukopwekking (rechtstreeks op de motor geflensd) hydraulische kringlopen voor: - rijaandrijving - Worm - transporteur Drukverdeling - stamper, vibratie - werkfuncties - ventilator - koppeling - extra hydraulische kringlopen voor opties Hydr. olietank - inhoud (zie hoofdstuk F) 5.16 Hopperbak...
  • Pagina 48 5.19 Balkhefvoorziening bij stilstand: - balkstop - balkstop met voorspanning (max. druk 50 bar) Speciale functies bij het inbouwen: - balkbelasting - balkontlasting (max. druk 50 bar) mechanische niveausensor Nivelleersysteem Optionele systemen met en zonder dwarshel- lingregeling 5.20 Elektrische installatie Spanning 24 V Accu's...
  • Pagina 49 Aanduidingspunten Gevaar door ontbrekende of verkeerd begrepen bord- VOORZICHTIG jes op de machine Door ontbrekende of verkeerd begrepen bordjes op de machine bestaat er verwondingsgevaar! - Verwijder geen waarschuwings- of aanwijzingsbordjes van de machine. - Beschadigde of kwijtgeraakte waarschuwings- en aan- wijzingsbordjes moeten direct worden vervangen.
  • Pagina 50 B 22...
  • Pagina 51 xxxxxxxxxxxxxxxxx B 23...
  • Pagina 52 Waarschuwingsborden Pictogram Betekenis - Waarschuwing - gebruiksaanwijzing! Gevaar door ondeskundige bediening. Het machinepersoneel moet de veilig- heids-, bedienings- en onderhoudshand- leiding van de machine gelezen en begrepen hebben voordat de machine in gebruik wordt genomen! Veronachtza- ming van de bedieningsaanwijzingen en de waarschuwingen kan ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben.
  • Pagina 53 Pictogram Betekenis - Waarschuwing - beknellingsgevaar voor vingers en hand door bewegen- de, toegankelijke machinedelen! Knelpunt kan ernstig letsel veroorzaken (verlies van vingers en hand). Houd uw handen op een veilige afstand van de gevarenzone! - Waarschuwing - veerbelast onderdeel! Ondeskundig uitgevoerde werkzaamhe- den kunnen ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben.
  • Pagina 54 Pictogram Betekenis - Waarschuwing - gevaar door hydrauli- sche accumulatoren en onder druk staande hydraulische olie! Onder hoge druk vrijkomende hydrauli- sche olie kan door de huid in het lichaam dringen en ernstig, zelfs dodelijk letsel veroorzaken. Neem de gebruiksaanwijzing in acht! - Waarschuwing - gevaar door met water gevulde banden! Ondeskundige omgang met banden die...
  • Pagina 55 Informatieborden Pictogram Betekenis - Gebruiksaanwijzing Positie van het opbergvak. - Hefpunten De machine mag uitsluitend aan deze aanslagpunten worden opgetild! - Sjorpunt De machine mag uitsluitend aan deze aanslagpunten worden gesjord! - Accuschakelaar Positie van de accuschakelaar. - Diesel Positie van de vulopening. - Dieselbrandstof, zwavelgehalte <...
  • Pagina 56 Pictogram Betekenis - Motorolie Positie van de vulopening en het controlepunt. - Koelwater motor Positie van de vulopening en het controlepunt. - Hydraulische olie Positie van de vulopening. - Hydraulische oliepeil Positie controlepunt. - Aftappunt motorolie Positie van het aftappunt. - Transmissieolie Positie van de vulopening en het controlepunt.
  • Pagina 57 Pictogram Betekenis - Stamper, toerentalinstelling Positie van de toerentalinstelling. - Vibratie, toerentalinstelling Positie van de toerentalinstelling. CE-markering Nr. Pictogram Betekenis - CE, geluidsemissie B 29...
  • Pagina 58 Gebodstekens, verbodstekens, waarschuwingstekens Nr. Pictogram Betekenis - Gehoorbescherming dragen - Betreden van het oppervlak verboden! - Gedeelte of component niet met water besproeien! - Waarschuwing voor gevaren van accu's! - EHBO-doos B 30...
  • Pagina 59 Gevaarsymbolen Nr. Pictogram Betekenis - XN: Gezondheidsgevaar! Bij opname door het lichaam kan deze stof schadelijk zijn voor de gezondheid! Stof met prikkelend effect op huid, ogen en ademhalingsorganen; kan ontstekin- gen veroorzaken. Contact met het menselijk lichaam, ook door inademing van de dampen, voorko- men;...
  • Pagina 60 Overige waarschuwings- en bedieningsaanwijzingen Pictogram Betekenis - Waarschuwing - gevaar door niet- ondersteunde balk! De omlaag bewegende balk kan ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben. Draagbalkvergrendeling uitsluitend aan- brengen wanneer de wegdekprofielinstel- ling op de 0-stand staat. De draagbalkvergrendeling uitsluitend voor transportdoeleinden gebruiken! Balk niet belasten en niet onder de balk werken als...
  • Pagina 61 Pictogram Betekenis - Overzicht "Bandspanning / werkbreedte / snelheidsinstelling" - Overzicht "Bandspanning / werkbreedte / snelheidsinstelling" - Motorstart - alle schakelaars op de neutrale stand! Bij ingeschakelde functies kan de aan- drijfmotor niet worden gestart. Neem de gebruiksaanwijzing in acht! B 33...
  • Pagina 62 Typeplaatje machine (41) Pos. Omschrijving Machinetype Bouwjaar Bedrijfsgewicht incl. alle aanbouwdelen in kg Maximaal toegelaten totaalgewicht in kg Maximaal toegelaten asbelasting van de vooras in kg Maximaal toegelaten asbelasting van de achteras in kg Maximaal toegestane asbelasting van de aanhanger-as in kg (o) Nominaal vermogen in kW Productidentificatienummer (PIN) Het ingestanste productidentificatienummer (PIN) op de machine moet overeenko-...
  • Pagina 63 Toelichting bij het PIN-serienummer van 17 tekens >10002014JHG002076< - Fabrikant - Familie/model - Controleletter - Serienummer B 35...
  • Pagina 64 Typeplaatje motor Het typeplaatje van de motor (1) is op de bovenkant van de motor aangebracht. Op het typeplaatje zijn het motortype, het serienummer en motorgegevens vermeld. Bij het bestellen van vervangingsonderdelen dient men het serienummer van de mo- tor aan te geven. Zie ook de handleiding van de motor.
  • Pagina 65 EN-normen Continu geluidsniveau SD2500C Bij deze machine is het dragen van gehoorbeschermingsmiddelen verplicht. Het ge- luidsniveau bij het oor van de bestuurder kan sterk variëren afhankelijk van het in- bouwmateriaal en kan hoger worden dan 85 dB(A). Zonder gehoorbescherming kan er gehoorbeschadiging optreden.
  • Pagina 66 Continu geluidsniveau SD2500CS Bij deze machine is het dragen van gehoorbeschermingsmiddelen verplicht. Het ge- luidsniveau bij het oor van de bestuurder kan sterk variëren afhankelijk van het in- bouwmateriaal en kan hoger worden dan 85 dB(A). Zonder gehoorbescherming kan er gehoorbeschadiging optreden. De metingen van de geluidsemissie van de machine zijn uitgevoerd volgens EN 500-6:2006 en ISO 4872 onder open-veldomstandigheden.
  • Pagina 67 Op het hele lichaam inwerkende vibraties Bij gebruik volgens het bestemde doel worden de gewogen effectieve waarden van de versnelling op de bestuurdersplaats van a = 0,5 m/s , als bedoeld in DIN EN 1032, niet overschreden. Op hand en arm inwerkende vibraties Bij gebruik volgens het bestemde doel worden de gewogen effectieve waarden van de versnelling op de bestuurdersplaats van a = 2,5 m/s...
  • Pagina 68 B 40...
  • Pagina 69 C 11 Transport Veiligheidsvoorschriften voor het transport Bij ondeskundige voorbereiding van de machine en de balk en bij ondeskundig trans- port bestaat er ongevalgevaar! De machine en de balk demonteren tot de basisbreedte. Alle uitstekende onderdelen (nivelleerautomaat, wormeindschakelaar, zijplaten etc.) demonteren. Bij transporten met speciale vergunning deze onderdelen borgen! Hopperwanden sluiten en hoppervergrendelingen bevestigen.
  • Pagina 70 Transport met dieplader De machine en de balk tot de basisbreedte demonteren, eventueel ook de zijplaten demonteren. De maximum oprijhoeken vindt u in de paragraaf "Technische gegevensg! Het vulpeil van de bedrijfsstoffen controleren; deze mogen niet overstromen wanneer machine in een schuine stand rijdt. Aanslag- en verlaadmiddelen moeten voldoen aan de bepalingen van de geldende ongevalpreventievoorschriften! Bij het kiezen van de aanslag- en verlaadmiddelen moet rekening worden gehouden...
  • Pagina 71 Taak Toetsen Functieblokkering deactiveren. Instelmodus activeren. Hopperbakhelften sluiten. Beide hoppertransportborgingen aanbrengen. Balk omhoog zetten. Nivelleercilinder volledig uitschuiven. Balk inschuiven tot de basisbreedte van de machine. Instelmodus deactiveren. C 11 3...
  • Pagina 72 Ladingzekering De onderstaande uiteenzettingen over het zekeren van de machine bij transport op een dieplader zijn uitsluitend bedoeld als voorbeelden van een correcte ladingzekering. Neem altijd de lokale voorschriften over de ladingzekering en het correcte gebruik van ladingzekeringsmiddelen in acht. Tot het normale rijbedrijf behoren ook noodstops, uitwijkmanoeuvres en slechte weg- gedeelten.
  • Pagina 73 Op de dieplader rijden Ervoor zorgen dat er zich geen personen in de gevarenzone bevinden bij het laden. OPMERKING Voorzichtig! Mogelijke botsing van onderdelen - Bij het rijden op hellingen de rijspoorruimer op de boven- ste positie vastzetten. - Op de werksnelheid (schildpad) en met een laag motortoerental op de dieplader rijden. C 11 5...
  • Pagina 74 Sjormiddelen De bij het voertuig behorende ladingzekeringsmiddelen, sjorriemen en sjorkettingen worden gebruikt. Afhankelijk van de ladingzekeringswijze kunnen er extra harpsluitin- gen, ringschroeven, randbeschermingsplaten en antislipmatten nodig zijn. De vermelde waarden m.b.t. de toegestane sjorkracht en het draagvermogen moeten beslist worden aangehouden! Sjorkettingen en sjorriemen altijd handvast (100-150daN) aantrekken.
  • Pagina 75 Verladen Bij het inladen moet rekening worden gehouden met de lastverdeling! Bij sommige voertuigen is de zadelbelasting te laag en moet de lading verder naar achteren op het voertuig worden geplaatst (A). Hierbij moeten de gegevens m.b.t. de lastverdeling van het voertuig en het zwaarte- punt van de asfaltafwerkmachine in acht worden genomen.
  • Pagina 76 Voorbereiden van de machine Nadat de machine op de dieplader is gepositioneerd, moeten de volgende voorberei- dingen plaatsvinden: - Bij een verplaatsbaar bordes: vergrendelbout (1) weer correct aanbrengen. - Hopper sluiten, hoppervergrendelingen (2) aan beide zijden aanbrengen. - Over de gehele breedte van het voertuig antislipmatten onder de balk leggen (3) en de balk laten zakken.
  • Pagina 77 Ladingzekering Zijkantzekering De zijkantzekering gebeurt door het diagonaal vastsjorren van de machine. Hierbij gebruik maken van de aanslagpunten op de machine en de dieplader. De sjorkettingen aanbrengen volgens de afbeelding. Zekering van de voorkant De zekering vooraan gebeurt door het diagonaal vastsjorren van de machine. Hierbij gebruik maken van de aanslagpunten op de machine en de dieplader.
  • Pagina 78 Zekering van de achterkant - balk met zijplaat Aan de achterkant moet de machine worden gezekerd door hem diagonaal dwars op de rijrichting vast te sjorren. Hierbij gebruik maken van de aanslagpunten op de machine (ringschroeven) en de dieplader. De sjorriemen aanbrengen volgens de afbeelding. De meegeleverde ringschroeven moeten vooraf in de daartoe bestemde boorgaten in de draagbalken worden geschroefd.
  • Pagina 79 Zekering van de achterkant - balk zonder zijplaat Stap 1 - sjorriemen aanbrengen De zekering achteraan gebeurt door het diagonaal vastsjorren van de machine. Hierbij gebruik maken van de aanslagpunten op de machine en de dieplader. De sjorriemen aanbrengen volgens de afbeelding. Stap 2 - sjorkettingen aanbrengen De zekering achteraan gebeurt door het diagonaal vastsjorren van de machine.
  • Pagina 80 Transportborging bedieningsbordes: - Om het bedieningsbordes te kunnen verplaatsen, moet de vergrendeling (1) worden losgemaakt. Bij centraal ingericht bedieningsbordes en bij transportritten moet de vergrende- ling zijn aangebracht. Om vergrendeling mogelijk te maken moet het bordes midden boven het ma- chineframe staan.
  • Pagina 81 Na het transport - Aanslagmiddelen verwijderen. - Cabinedak omhoog zetten: zie paragraaf "Cabinedak" - Balk in transportstand omhoog zetten. - Motor starten en met een laag motortoerental/lage snelheid van de dieplader rijden. - De machine op een veilige plaats zetten, de balk omlaagzetten en de motor uitzetten. - De sleutel uit het contact trekken en/of het bedieningspaneel afdekken met de kap en beveiligen.
  • Pagina 82 Cabinedak (o) OPMERKING Voorzichtig! Mogelijke botsing van onderdelen Voordat het dak omlaag wordt gezet, moeten de volgende instellingen worden gemaakt: - Bedieningsbordes is vastgezet op de middelste positie - Bedieningspaneel is vastgezet op de middelste positie - Bedieningspaneel is geborgd op de onderste positie en vergrendeld op de achterste stand - Stuurwielknop staat onderaan (machine op wielen) - Bestuurdersstoelen op de middelste stand gedraaid en...
  • Pagina 83 Het cabinedak kan met een hydrauli- sche handpomp omhoog en omlaag worden gezet. De uitlaatpijp wordt samen met het dak omlaag en omlaag bewogen. - Pomphendel (1) op de pomp (2) steken. - Pen (3) aan beide dakzijden uit- trekken. - Pomphendel (1) bedienen tot het dak de bovenste of onderste eindpositie heeft bereikt.
  • Pagina 84 Transport De machine en de balk tot de basisbreedte demonteren, eventueel ook de zijplaten demonteren. Voorbereidingen - De machine rijklaar maken (zie hoofdstuk D) - Alle uitstekende of losse onderdelen van de machine en de balk demonteren (zie ook de Gebruiksaanwijzing van de balk. De onderdelen veilig opbergen. Bij een optioneel gebruikte balk met gasverwarmingsinstallatie: - Gasflessen van de balkverwarming verwijderen:...
  • Pagina 85 Taak Toetsen Functieblokkering deactiveren. Instelmodus activeren. Hopperbakhelften sluiten. Beide hoppervergrendelingen aanbrengen. Balk omhoog zetten. Nivelleercilinder volledig uitschuiven. Balk inschuiven tot de basisbreedte van de machine. Draagbalkvergrendeling uitschuiven. Instelmodus deactiveren. C 11 17...
  • Pagina 86 Rijmodus Taak Toetsen Snel/langzaam-schakelaar eventueel op "haas" zetten. Rijsnelheidknop op nul zetten. Rijhendel op maximum zetten. Bij uitzwenking van de rijhendel heeft de machine al een geringe voort- stuwing! Gewenste rijsnelheid instellen m.b.v. de rijsnelheidknop. Machine stopzetten: rijhendel op de mid- delste stand zetten en de rijsnelheidknop op nul zetten.
  • Pagina 87 Verladen met een kraan Gevaar door zwevende lasten WAARSCHUWING De kraan en/of de opgehesen machine kunnen bij het hij- sen kantelen en letsel veroorzaken! - De machine mag alleen aan de aangegeven hefpunten worden opgehesen. - Neem het bedrijfsgewicht van de machine in acht. - Gevarenzone niet betreden.
  • Pagina 88 Er zijn vier bevestigingspunten (1,2) beschikbaar om de machine met een kraan te verladen. Afhankelijk van het gebruikt balktype bevindt het zwaartepunt van de machine met gemonteerde balk zich bij de achterste omkeerrol (3) van het loopwerk. - Het voertuig veilig stallen. - Transportborgingen vastzetten.
  • Pagina 89 zie paragraaf "Cabinedak" - Kraangereedschap aanslaan aan de vier bevestigingspunten (1, 2). De max. toegestane belasting van de bevestigingspunten bedraagt op de bevestigingspunten 73,5 kN. De toegestane belasting geldt in verticale richting! Bij het transport ervoor zorgen dat de machine horizontaal staat! C 11 21...
  • Pagina 90 Wegslepen Alle benodigde voorzorgsmaatregelen treffen die gelden voor het wegslepen van zware bouwmachines. De trekker moet de asfaltafwerkmachine ook op hellingen veilig kunnen trekken. Uitsluitend hiertoe goedgekeurde sleepstangen gebruiken. Indien nodig de machine en de balk demonteren tot de basisbreedte. C 11 22...
  • Pagina 91 In de motorruimte (linkerzijde) bevindt zich een handpomp (1) die bediend moet wor- den om de machine te kunnen wegslepen. Met de handpomp wordt de druk opgebouwd die nodig is om de loopwerkremmen te lossen. - Contramoer (2) losdraaien, schroef- draadpen (3) zo ver mogelijk in de pomp schroeven,...
  • Pagina 92 Beide rijaandrijvingspompen (5) beschik- ken over twee hogedrukpatronen (6). Om de wegsleepfunctie te activeren moet het volgende worden gedaan: - Contramoer (7) een halve slag los- draaien. - Schroef (8) inschroeven tot er weer- stand voelbaar wordt. De schroef daarna nog een halve slag in de hoge- drukpatroon schroeven.
  • Pagina 93 Veilig stallen Wanneer de machine wordt gestald op voor publiek toegankelijk terrein, moet de machine zodanig worden beveiligd dat onbevoegden of spelende kinderen geen schade kunnen aanrichten. - De contactsleutel en de hoofdschake- laar (1) verwijderen en meenemen - niet "verstoppen" op de machine. - Bedieningspaneel afdekken met de kap (2) en afsluiten.
  • Pagina 94 Optillen van de machine met hydraulische krikken, hefpunten De hydraulische krik moet een draagvermogen van minstens 10t hebben. De hydraulische krik moet altijd op een horizontale ondergrond met voldoende draag- vermogen worden geplaatst! Ervoor zorgen dat de hydraulische krik stevig staat en correct is geplaatst! Een hydraulische krik is alleen bedoeld om een last op te tillen, niet om deze te on- dersteunen.
  • Pagina 95 D 11 Bediening Veiligheidsvoorschriften Door inwerkingstelling van motor, rijaandrijving, transporteur, worm, balk of hefvoor- zieningen kunnen personen gevaar lopen. Voor het starten nagaan of er niemand werkzaamheden uitvoert in of onder de ma- chine, of zich ophoudt in de gevarenzone van de machine! - De motor niet starten en geen bedieningselementen gebruiken indien deze zijn voorzien van een uitdrukkelijke waarschuwing dat ze niet gebruikt mogen worden! De bedieningselementen uitsluitend bedienen wanneer de motor loopt, tenzij an-...
  • Pagina 96 GEVAAR Gevaar door ondeskundige bediening Ondeskundige bediening van de machines kan ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben! - De machine mag alleen worden gebruikt voor het bestemde doel. - De machine mag alleen door geïnstrueerd personeel wor- den bediend.
  • Pagina 97 Bedieningselementen Bedieningspaneel Alle vergrendelschakelaarfuncties die bij een dieselstart gevaren kunnen veroorza- ken (transportfunctie worm en transporteur), worden bij een NOODSTOP of bij her- start van de besturing in de STOP-functie gezet. Als er bij stilstaande dieselmotor instelwijzigingen worden aangebracht ("AUTO" of "HANDMATIG"), worden deze bij een dieselstart opnieuw op "STOP"...
  • Pagina 98 D 11 4...
  • Pagina 99 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Indrukken bij noodgevallen (personen in gevaar, dreigende botsing enz.)! Door indrukken van de noodstopknop worden de motor, aandrijvingen en besturing uitgeschakeld. Uitwijken, omhoog zetten van de balk en dergelijke, is dan niet meer mogelijk! Ongevalgevaar! Noodstopknop De gasverwarmingsinstallatie (o) wordt niet stopgezet door de noodstopknop.
  • Pagina 100 D 11 6...
  • Pagina 101 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Inschakeling van machinefuncties en traploze instelling van de rijsnelheid - vooruit of achteruit. Middelste stand: motor in vrijlooptoerental, geen rijaandrijving; - Om de rijhendel te kunnen bewegen moet de greep om- hoog worden getrokken. Afhankelijk van de rijhendelstand worden de volgende func- ties ingeschakeld: 1.
  • Pagina 102 D 11 8...
  • Pagina 103 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Hiermee wordt de snelheid ingesteld die moet worden bereikt wanneer de rijhendel volledig is uitgezwenkt. De schaal komt ongeveer overeen met de snelheid in m/min (bij inbouwen). Rijsnelheidknop Met een gevulde hopperbak mag er niet op de max. rijaandrijving transportsnelheid worden gereden! De rijsnelheid kan niet met de rijsnelheidknop tot "0"...
  • Pagina 104 D 11 10...
  • Pagina 105 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Toets met vergrendelstand en LED-indicatie: Schijnwerper - Voor inschakeling van de schijnwerpers vooraan vooraan - UIT-schakelen door nogmaals op de knop te drukken AAN / UIT (o) Verblinden van andere weggebruikers vermijden! Toets met vergrendelstand en LED-indicatie: Schijnwerpers - Voor inschakeling van de schijnwerpers achteraan achteraan...
  • Pagina 106 D 11 12...
  • Pagina 107 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Vergrendelfunctie met LED-indicatie: Ruitenwisser - Voor inschakelen van de ruitenwisser AAN / UIT (o) - UIT-schakelen door nogmaals op de knop te drukken Vergrendelfunctie met LED-indicatie: Ruitensproeier + - Voor inschakeling van ruitensproeier + ruitenwisser ruitenwisser AAN / UIT (o) - UIT-schakeling gebeurt d.m.v.
  • Pagina 108 D 11 14...
  • Pagina 109 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Toets met vergrendelstand en LED-indicatie: Vulpomp - Voor inschakelen van de vulpomp brandstoftank AAN / UIT (o) - UIT-schakelen door nogmaals op de knop te drukken Toets met vergrendelstand en LED-indicatie: Stoelverwarming - Voor inschakelen van de stoelverwarming AAN / UIT (o) - UIT-schakelen door nogmaals op de knop te drukken Vergrendelfunctie met LED-indicatie:...
  • Pagina 110 D 11 16...
  • Pagina 111 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Schakeltoetsfunctie met LED-indicatie: - Voor hydraulisch uitschuiven van de duwrollentra- Duwrol verse. uitschuiven (o) Bij bediening letten op de gevarenzones van bewegen- de machinedelen! Schakeltoetsfunctie met LED-indicatie: - Voor hydraulisch inschuiven van de duwrollentra- Duwrol verse. inschuiven (o) Bij bediening letten op de gevarenzones van bewegen- de machinedelen!
  • Pagina 112 D 11 18...
  • Pagina 113 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Toets met vergrendelstand en LED-indicatie: - De machine draait op de plaats (de loopwerkkettin- gen lopen in tegengestelde richting) als de besturing op "10" wordt gezet. - naar links sturen = linksom draaien - naar rechts sturen = rechtsom draaien Deze functie kan alleen bij werksnelheid worden geac- Draaien tiveerd ("rijaandrijving langzaam").
  • Pagina 114 D 11 20...
  • Pagina 115 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Schakeltoetsfunctie: - Voor het sluiten van de linker bakhelft Afzonderlijke bediening (o): Wordt gebruikt voor laden uit de vrachtwagen bij ruim- Bak links sluiten tegebrek en bij hindernissen. Bij bediening letten op de gevarenzones van bewegen- de machinedelen! Schakeltoetsfunctie: - Voor het sluiten van de rechter bakhelft...
  • Pagina 116 D 11 22...
  • Pagina 117 Het truck-assist-systeem dient voor de communicatie tussen de machinebestuurder en de bestuurder van de asfaltvrachtwagen. Het bijbehorende signaalsysteem toont de vrachtwagenbestuurder welke actie moet worden uitgevoerd (achteruit rijden / stoppen / asfalt kiepen / wegrijden). Voorzichtig! Mogelijke materiële schade door ontoerei- OPMERKING kende instructies Veronachtzaamde of verkeerd begrepen signalen kunnen...
  • Pagina 118 D 11 24...
  • Pagina 119 LED- Pos. Omschrijving Korte beschrijving indicatie Schakeltoetsfunctie met LED-indicatie: - voor omschakeling naar het signaal "Kiepen starten". (SIGNAAL GEEL, looplicht omhoog) - Opnieuw op de toets drukken om het signaal op "PAUZE" te zetten. Vrachtwagenop- (SIGNAAL GEEL, knippert) dracht "Kiepen starten"...
  • Pagina 120 D 11 26...
  • Pagina 121 LED- Pos. Omschrijving Korte beschrijving indicatie Schakeltoetsfunctie met LED-indicatie: - De functie "Truck-assist" wordt auto- matisch uitgevoerd. - UIT-schakelen door nogmaals op de knop te drukken - Door inschakeling van toets (38) wordt de asfaltvrachten opgedragen naderbij te komen. (SIGNAAL GROEN) Wanneer de afstand tussen de machine en de asfaltvrachtwagen kleiner is dan 6 m wordt de vrachtwagen gedetecteerd...
  • Pagina 122 D 11 28...
  • Pagina 123 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Schakeltoetsfunctie: - Voor het uitschuiven van de linker balkhelft Bij een machine met een niet-uitschuifbare balk is deze Balk links functie niet in gebruik. uitschuiven Bij bediening letten op de gevarenzones van bewegen- de machinedelen! Schakeltoetsfunctie: - Voor het uitschuiven van de rechter balkhelft Bij een machine met een niet-uitschuifbare balk is deze Balk rechts...
  • Pagina 124 D 11 30...
  • Pagina 125 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Toets met vergrendelstand en LED-indicatie: - De transportfunctie van de linker transporteur wordt ingeschakeld door de rijhendel te bewegen en wordt traploos geregeld door de mengsel-eindschakelaars in de materiaaltunnel. - UIT-schakelen door nogmaals op de knop te drukken Bij het indrukken van een NOODSTOP-knop of bij Transporteur links het opnieuw starten van de machine wordt de functie...
  • Pagina 126 D 11 32...
  • Pagina 127 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Toets met vergrendelstand en LED-indicatie: - De transportfunctie van de linker transporteur is con- tinu ingeschakeld met volledig transportvermogen, zonder mengselregelingdoor de eindschakelaars in de materiaaltunnel. - UIT-schakelen door nogmaals op de knop te drukken. Om overmatige aanvoer te voorkomen, wordt er uitge- schakeld bij een gedefinieerde materiaalhoogte! Transporteur links...
  • Pagina 128 D 11 34...
  • Pagina 129 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Schakeltoetsfunctie: - De transportrichting van de transporteur kan in omge- keerde richting worden geschakeld, bijv. om inbouw- materiaal dat in de materiaaltunnel ligt een stuk terug te transporteren. Activering van de functie is mogelijk bij alle bedrijfsmo- dussen van de transporteur.
  • Pagina 130 D 11 36...
  • Pagina 131 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Toets met vergrendelstand en LED-indicatie: - De transportfunctie van de linker wormhelft wordt in- geschakeld door de rijhendel te bewegen en wordt traploos geregeld door de mengsel-eindschakelaars. - UIT-schakelen door nogmaals op de knop te drukken Bij het indrukken van een NOODSTOP-knop of bij Worm links het opnieuw starten van de machine wordt de functie...
  • Pagina 132 D 11 38...
  • Pagina 133 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Toets met vergrendelstand en LED-indicatie: - De transportfunctie van de linker wormhelft is continu ingeschakeld met volledig transportvermogen, zon- der mengselregeling door de eindschakelaars. - UIT-schakelen door nogmaals op de knop te drukken Bij het indrukken van een NOODSTOP-knop of bij Worm links het opnieuw starten van de machine wordt de functie "HANDMATIG"...
  • Pagina 134 D 11 40...
  • Pagina 135 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Schakeltoetsfunctie: - Voor handmatige activering van de transportfunctie van de linker wormhelft; transportrichting naar binnen. Worm links "HANDMATIG" De wormfunctie moet voor de handmatige activering op Transportrichting "AUTO" of "HANDMATIG" geschakeld zijn. naar binnen Bij handmatige activering volgt een override van de au- tomaat met beperkt transportvermogen.
  • Pagina 136 D 11 42...
  • Pagina 137 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Vergrendelfunctie met LED-indicatie: - Voor vergrendeling van alle inbouwrelevante func- ties. Ook als de afzonderlijke functies zijn ingesteld op "Auto", worden deze bij het uitzwenken van de rij- hendel niet geactiveerd. - UIT-schakelen door nogmaals op de knop te drukken. Functiehoofdscha- kelaar De vooraf ingestelde machine kan worden omgezet en...
  • Pagina 138 D 11 44...
  • Pagina 139 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Toets met vergrendelstand en LED-indicatie: - Voor handbediening van de nivelleercilinder bij uitge- schakelde nivelleerautomaat. - UIT-schakelen door nogmaals op de knop te drukken De desbetreffende schakelaar op de afstandsbediening Wijzigen moet voor deze functie op "handmatig" staan. nivelleercilinder De nivelleercilinder wordt met de insteltoetsen in de aangegeven pijlrichting ingesteld.
  • Pagina 140 D 11 46...
  • Pagina 141 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Schakeltoetsfunctie: - Voor het verstellen van de geselecteerde functie in de Insteltoets: desbetreffende richting. links inschuiven / omhoog Bij bediening letten op de gevarenzones van bewegen- de machinedelen! Schakeltoetsfunctie: - Voor het verstellen van de geselecteerde functie in de Insteltoets: desbetreffende richting.
  • Pagina 142 D 11 48...
  • Pagina 143 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Vergrendelfunctie met LED-indicatie: Vulfunctie voor het inbouwen. Het dieseltoerental wordt verhoogd tot het ingestelde ge- wenste toerental en alle op gautomatischh gezette trans- portfuncties (transporteur en worm) worden ingeschakeld. De functiehoofdschakelaar moet op de UIT-stand staan. Machine vullen voor het inbouwen - UIT-schakelen door opnieuw op de toets te drukken...
  • Pagina 144 D 11 50...
  • Pagina 145 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Schakeltoetsfunctie met LED-indicatie: - Voor het omhoogzetten van de balk (LED AAN) en het uitschakelen van de functie "drijfstand balk" Balk omhoog- Controleren of de balktransportborging is vastgezet! zetten Bij bediening letten op de gevarenzones van bewegen- de machinedelen! Toets met vergrendelstand en LED-indicatie De functiehoofdschakelaar moet op de UIT-stand...
  • Pagina 146 D 11 52...
  • Pagina 147 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Toets met vergrendelstand en LED-indicatie: - AAN- en UIT-schakelfunctie van de stamper. - Dit wordt geactiveerd door de rijhendel uit te zwenken. - UIT-schakelen door nogmaals op de knop te drukken. Stamper De functiehoofdschakelaar moet op de UIT-stand (balkspecifiek) staan.
  • Pagina 148 D 11 54...
  • Pagina 149 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Toets met vergrendelstand en LED-indicatie: - Voor het ontlasten van de balk, om de trekkracht en de compressie te beïnvloeden. - UIT-schakeling door opnieuw op de toets te drukken Balkontlasting of wisselschakeling tussen balkontlasting en balkbe- lasting.
  • Pagina 150 D 11 56...
  • Pagina 151 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Schakeltoetsfunctie met LED-indicatie: - Voor hydraulisch uitschuiven van de draagbalkver- Draagbalkvergren- grendeling. deling uitschuiven Voor het in- en uitschuiven van de vergrendeling de draagbalken tot iets boven de vergrendelbouten optillen (balk omhoog)! Schakeltoetsfunctie met LED-indicatie: - Voor hydraulisch inschuiven van de draagbalkver- Draagbalkvergren- grendeling.
  • Pagina 152 D 11 58...
  • Pagina 153 De functie "Set assist" bereidt de machine voor op een verplaatsing naar een ander inbouwgedeelte of een andere inbouwlocatie. Bij activering van deze functie worden de eerder geselecteerde machinefuncties uit- gevoerd om de machine in de transporttoestand te zetten. Na verplaatsing van de machine kan de functie worden gereset. Daarbij worden de desbetreffende elementen op de laatst opgeslagen arbeidstoe- stand gezet of naar hun positie verplaatst.
  • Pagina 154 Afstandsbediening D 11 60...
  • Pagina 155 Afhankelijk van de machinezijde zijn de toetsenblokken (A) en (B) toegewezen aan de wormbesturing of de transporteurbesturing. Het oplichtende symbool (C) geeft aan welk element wordt aangestuurd. Attentie! Afstandsbedieningen niet losmaken tijdens het gebruik! Dit leidt tot uitschakeling van de machine! D 11 61...
  • Pagina 156 D 11 62...
  • Pagina 157 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Indrukken bij noodgevallen (personen in gevaar, dreigende botsing enz.)! Door indrukken van de noodstopknop worden de motor, aandrijvingen en besturing uitgeschakeld. Uitwijken, omhoog zetten van de balk en dergelijke, is dan 120 Noodstopknop niet meer mogelijk! Ongevalgevaar! De gasverwarmingsinstallatie wordt niet afgesloten door de noodstopknop.
  • Pagina 158 D 11 64...
  • Pagina 159 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Toets met vergrendelstand en LED-indicatie: - De transportfunctie van de desbetreffende wormhelft is continu ingeschakeld met volledig transportvermogen, zonder mengselregeling door de eindschakelaars. - UIT-schakelen door nogmaals op de knop te drukken Worm Bij het indrukken van een NOODSTOP-knop of bij het "HANDMATIG"...
  • Pagina 160 D 11 66...
  • Pagina 161 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Schakeltoetsfunctie: - Plus/min-toetsen voor wijziging van het transportver- mogen. - Afhankelijk hoelang de knop ingedrukt wordt gehou- Transportvermo- den, wordt het transportvermogen langzamer of snel- gen worm ler gewijzigd. Voor deze wijziging moet de wormfunctie op "AUTO" of "HANDMATIG"...
  • Pagina 162 D 11 68...
  • Pagina 163 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Toets met vergrendelstand en LED-indicatie: - De transportfunctie van de desbetreffende transpor- teurhelft is continu ingeschakeld met volledig trans- portvermogen, zonder mengselregeling door de eindschakelaars. - UIT-schakelen door nogmaals op de knop te drukken Transporteur "HANDMATIG" Bij het indrukken van een NOODSTOP-knop of bij het opnieuw starten van de machine wordt de functie uitge- schakeld.
  • Pagina 164 D 11 70...
  • Pagina 165 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Schakeltoetsfunctie: - Plus/min-toetsen voor wijziging van het transportver- mogen. - Afhankelijk hoelang de knop ingedrukt wordt gehou- Transportvermo- den, wordt het transportvermogen langzamer of snel- gen transporteur ler gewijzigd. Voor deze wijziging moet de transporteurfunctie op "AUTO"...
  • Pagina 166 D 11 72...
  • Pagina 167 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Toets met vergrendelstand en LED-indicatie: Bedrijfsmodus - Bedrijfsmodus "AUTO" (LED AAN): Nivellering De nivellering wordt automatisch ingeschakeld wan- "AUTO" / neer de rijhendel is uitgezwenkt voor het inbouwen. "HANDMATIG" - Bedrijfsmodus "HANDMATIG" (LED UIT): links nivellering uitgeschakeld. Schakeltoetsfunctie: - Voor het in- en uitschuiven van de nivelleercilinder aan de desbetreffende machinezijde.
  • Pagina 168 D 11 74...
  • Pagina 169 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Toets met vergrendelstand en LED-indicatie: Bedrijfsmodus - Bedrijfsmodus "AUTO" (LED AAN): Nivellering De nivellering wordt automatisch ingeschakeld wan- "AUTO" / neer de rijhendel is uitgezwenkt voor het inbouwen. "HANDMATIG" - Bedrijfsmodus "HANDMATIG" (LED UIT): rechts nivellering uitgeschakeld. Schakeltoetsfunctie: - Voor het in- en uitschuiven van de nivelleercilinder aan de desbetreffende machinezijde.
  • Pagina 170 D 11 76...
  • Pagina 171 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Schakeltoetsfunctie: - Voor handbediening van de nivelleercilinder aan de desbetreffende machinezijde, wanneer de nivelleer- Nivelleercilinder automaat is uitgeschakeld (LED UIT). handmatig Tijdens het wijzigen de nivelleerindicatie op de display van de afstandsbediening in acht nemen! Schakeltoetsfunctie: - Voor het in- en uitschuiven van de balkhelft aan de desbetreffende machinezijde.
  • Pagina 172 D 11 78...
  • Pagina 173 D 22 Displaybediening D 22 1...
  • Pagina 174 Bediening van de invoer- en weergaveterminal Betekenis van de displaytoetsen - (A) Jog-dial (draaibediening + drukknop): - Draaien: - voor het selecteren van verschillende instelparameters in een menu - voor het wijzigen van de parameter - voor het selecteren van verschillende keuzemogelijkheden in een menu - Drukken: - voor vrijgave van een parameterwijziging - voor bevestiging van een parameterwijziging...
  • Pagina 175 Een actief / opgeroepen menu wordt bevestigd doordat de kleur van het bijbehorende symbool verandert van lichtgrijs in donkergrijs! - (F) Weergavegebied van statusmeldingen, waarschuwingen en foutmeldingen: - Voor weergave van actuele waarschuwingen of foutmeldingen. De kleur van het weergegeven symbool geeft aan of het een statusmelding, een waarschuwing of een foutmelding is.
  • Pagina 176 Menubediening - handelwijze bij parameterwijziging D 22 4...
  • Pagina 177 Voorbeeld: wijzigen van de balktemperatuur - Menu "Home" wordt weergegeven op de display. - Op toets (A) drukken om het menu "Dieseltoerental" op te roepen. - Menu "Dieseltoerental" wordt weergegeven op de display. - Op toets (B) drukken om het menu "Balkverwarming" op te roepen. - Jog-dial (C) draaien om de cursor weer te geven.
  • Pagina 178 Selecteren en wijzigen van een instelparameter in een menu - Jog-dial (C) indrukken om de parameterwijziging te activeren. Rond de bovenste instelparameter van het menu wordt een blauw kader weergegeven. - Jog-dial (C) in de gewenste richting draaien tot het blauwe kader rond de gewens- te instelparameter staat.
  • Pagina 179 Selecteren en wijzigen van een keuzemogelijkheid in een menu - Jog-dial indrukken om de keuzewijziging te activeren. Er wordt een blauw kader weergegeven rond de bovenste keuzemogelijkheid van het menu. - Jog-dial in de gewenste richting draaien tot het blauwe kader rond de gewenste keuzemogelijkheid staat.
  • Pagina 180 Menustructuur Menu "Home" - indicaties Weergaven: - (1) Snelheid: - inbouwmodus (schildpad) - (m/min) / (ft/min) - rijmodus (haas) - (km/h) / (mph) Instellen van de snelheid bij stilstand is mogelijk (alleen voor inbouwmodus) - (2) Brandstofweergave ® - (3) Vulpeil AdBlue / DEF-tank (o) Als het vulpeil te laag is, wordt er bovendien een waarschuwing weergegeven.
  • Pagina 181 - (7) Uitschuifafstand - uitschuifdeel balk links (cm) / (inch) (o) - (8) Uitschuifafstand - uitschuifdeel balk rechts (cm) / (inch) (o) - (9) Inbouwdikte - balk links (cm) / (inch) (o) - (10) Inbouwdikte - balk rechts (cm) / (inch) (o) - (11) Wegdekprofiel (%)(o) - (12) Dwarshelling - links / rechts (%) (o) - (13) Totale balkbreedte (cm) / (inch) (o)
  • Pagina 182 Menu "Home" - submenu's De volgende submenu's kunnen worden opgeroepen: - (1) Weergave "Home"-functies / "Quick Settings" - (2) Oproepen menu "Dieseltoerental" / weergave meetwaarden aandrijfmotor + submenu's. - (3) Menu "Inbouwparameters" + submenu's - (4) Menu "Cameraweergave" + submenu's (o) - (5) Menu "Foutmeldingengeheugen"...
  • Pagina 183 Als de bijbehorende functietoets van een opgeroepen submenu's twee keer wordt in- gedrukt, dan wordt ook het Home-menu weergegeven; de weergave van de subme- nu's blijft zichtbaar. D 22 11...
  • Pagina 184 Menu "Home"-functies / "Quick Settings" Menu voor directe inschakeling van diverse functies. - De bijbehorende functietoets indrukken om de functies / Quick Settings (1) tot (6) weer te geven. Door opnieuw op de toets te drukken worden de functies weer verborgen. De functies worden door indrukken van de nevenstaande functietoets geactiveerd of uitgeschakeld.
  • Pagina 185 - (4): Functie "Gezamenlijke hopperbak-activering" - Beide hopperbakhelften worden gezamenlijk geactiveerd met een van de hopper- bak-functieschakelaars (hopperbak openen / hopperbak sluiten). - (5) Functie "Automatische besturing" (alleen bij asfaltafwerkmachines op rupsen) - De machine wordt automatisch bestuurd door middel van aftasting langs een re- ferentieobject (bijv.
  • Pagina 186 Menu "Dieseltoerental" / weergave meetwaarden aandrijfmotor Menu voor het instellen van het motortoerental en voor het opvragen van verschillen- de meetwaarden van de aandrijfmotor. - (1) Weergave en instelparameters van het gewenste toerental Wijziging gebeurt direct door bediening van de jog-dial. De wijziging gebeurt in stappen van 50 toeren;...
  • Pagina 187 Weergave meetwaarden "Materiaalbeheer". Menu voor het opvragen van de volgende parameters: - (1) Inbouwmateriaal - vulpeil (%) transporteur links - (2) Inbouwmateriaal - vulpeil (%) transporteur rechts - (3) Inbouwmateriaal - vulpeil (%) worm links - (4) Inbouwmateriaal - vulpeil (%) worm rechts - (5) Stampertoerental (n/min) - (6) Vibratietoerental (n/min) D 22 15...
  • Pagina 188 Instel- en weergavemenu "Balkverwarming" (o) Menu voor het instellen van de gewenste balkverwarmingstemperatuur, voor het op- vragen van de werkelijke temperaturen en voor het activeren van de functie "Verwar- men per balkdeel" (o) - (1) Weergave en instelparameters gewenste balkverwarmingstemperatuur. Wijzigingsmodus starten door de encoder (A) te bedienen.
  • Pagina 189 Menu "Inbouwtraject / automatische besturing" Menu voor het opvragen en resetten van het actuele inbouwtraject, en voor de weer- gave van de besturingbewaking en het resetten van het referentieobject van de be- sturingsbewaking. - (1) Actuele inbouwtraject (m) - Reset / waarde op nul zetten: Functie (1.1) selecteren met de jog-dial en resetten door deze in te drukken.
  • Pagina 190 Weergave meetwaarden "Voorwielaandrijving (o)" Weergave van het vermogen van de voorwielaandrijving. - (1) Weergave vermogen voorwielaandrijving links. - (2) Weergave vermogen voorwielaandrijving rechts. - (3) Weergave en instelparameters tractie (o) - (>): geringe tractie - (>>): verhoogde tractie - (>>>): maximale tractie De tractie moet worden afgesteld op de bestaande inbouwsituatie.
  • Pagina 191 Men "Regeneratie deeltjesfilter (o)" 1b 2a Menu voor de activering van een aangevraagde actieve filter-regeneratie en voor blokkering van de automatische filterregeneratie. - (1) Deeltjesfilter-regeneratie, handmatig: - Voor activering van een noodzakelijke deeltjesfilter-regeneratie. Wanneer regeneratie noodzakelijk is, wordt dit gemeld door de regeneratie-waar- schuwingsindicatie (1a)! Neem de aanwijzingen in de paragraaf "Terminal-foutmeldingen"...
  • Pagina 192 Gevaar door deeltjesfilter-regeneratie GEVAAR Ondeskundige uitvoering van de filter-regeneratie kan ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben! - De uitlaat van de uitlaatpijp buiten bereik houden van per- sonen en buiten bereik houden van voorwerpen die kun- nen branden, smelten of exploderen! - In een straal van 0,6 m rond de uitlaat mogen zich geen personen of voorwerpen bevinden.
  • Pagina 193 Menu "Inbouwparameters" Menu voor weergave en instelling van de inbouwparameters. - (1) Actuele inbouwdikteparameters - De volgende inbouwdikteparameters kunnen worden geselecteerd: - (1a) Deklaag >, lage inbouwsnelheid - (1b) Deklaag >>, hoge inbouwsnelheid - (1c) Middenlaag >, lage inbouwsnelheid - (1d) Middenlaag >>, hoge inbouwsnelheid - (1e) Onderbouw Voor elke inbouwdikteparameter zijn de toerentallen van alle transport- en stabilisa- tie-elementen ingesteld in de fabriek.
  • Pagina 194 - (2) Weergave en instelparameters gewenste transporteurtoerental links (%) - (3) Weergave en instelparameters gewenste transporteurtoerental rechts (%) - (4) Weergave en instelparameters gewenste wormtoerental links (%) - (5) Weergave en instelparameters gewenste wormtoerental rechts (%) - (6) Weergave en instelparameters gewenste stampertoerental (n/min) - (7) Weergave en instelparameters gewenste vibratietoerental (n/min) Het instelbereik van de stamper en de vibratie is afhankelijk van het balktype.
  • Pagina 195 Instellen van inbouwparameters Functies: - (8) Functie "Parameter opslaan" Ter bevestiging verandert de indicatie tijdens het opslaan gedurende 5 - 10 seconden. - (9): Functie "Parameter laden" Ter bevestiging verandert de indicatie tijdens het laden gedurende 5 - 10 seconden. - (10): Functie "Parameter-reset - fabrieksinstellingen laden"...
  • Pagina 196 Overzicht inbouwdikteparameters Menu voor de weergave van de op basis van de inbouwdikteparameters ingestelde toerentallen van alle transport- en stabilisatie-elementen. Terug naar het hoofdmenu: - (1) Menu "Inbouwparameters". D 22 24...
  • Pagina 197 Menu "Cameraweergave" (o) Machinedelen die beperkt zichtbaar zijn, kunnen door het camerasysteem worden weergegeven. Bij het oproepen wordt het beeld van camera 1 weergegeven. - (1) Camerabeeld 1 weergeven. - (2) Camerabeeld 2 weergeven. D 22 25...
  • Pagina 198 Menu "Foutmeldingengeheugen" Menu voor het opvragen van opgeslagen foutmeldingen. - (1) Aantal foutmeldingen met rijaandrijvingsstop. - Detailweergave "Foutmeldingen met rijaandrijvingsstop" oproepen: (1.1). - (2) Aantal machinewaarschuwingen. - Detailweergave "Machinewaarschuwingen" oproepen: (2.1). - (3) Aantal motor-foutmeldingen. - Detailweergave "Motor-foutmeldingen" oproepen: (3.1). - (4) Weergave systeemfouten.
  • Pagina 199 Detailweergave "Foutmeldingen met rijaandrijvingsstop" Weergave van de foutmeldingen in tabelvorm. - (1) Foutcode. - (2) Foutbeschrijving. - (3) Aanduiding van het defecte onderdeel volgens de BMK/EIC-lijst. Met behulp van de jog-dial kan men door de lijst bladeren. D 22 27...
  • Pagina 200 Detailweergave "Machinewaarschuwingen" Weergave van de foutmeldingen in tabelvorm. - (1) Foutcode. - (2) Foutbeschrijving. - (3) Aanduiding van het defecte onderdeel volgens de BMK/EIC-lijst. Met behulp van de jog-dial kan men door de lijst bladeren. - Foutmeldingenlijst wissen: (4). Ter bevestiging verandert de indicatie tijdens het wissen gedurende 5 - 10 seconden.
  • Pagina 201 Detailweergave "Motor-foutmeldingen" Weergave van de foutmeldingen in tabelvorm. - (1) SPN-code. - (2) FMI-code. - (3) OC - foutfrequentie. Alle foutmeldingen kunnen worden geïdentificeerd in de paragraaf "Foutcodes aandrijfmotor". Met behulp van de jog-dial kan men door de lijst bladeren. D 22 29...
  • Pagina 202 Menu - "Basis" Het menu "Basis" kan worden opgeroepen via elk menu, elk submenu en elke indicatie. Menu voor het oproepen van de volgende submenu's: - (1) Menu "Home" - Weergave- en "Quick Settings"-menu. - (2) Menu "Service" - Menu voor servicetechnici (wachtwoord vereist) - (3) Menu "Info &...
  • Pagina 203 Menu - "Service" Menu met wachtwoordbeveiliging voor verschillende service-instellingen. D 22 31...
  • Pagina 204 Menu - "Info & Settings" Menu voor het opvragen van diverse machine-informatie en submenu's voor verschil- lende instellingen. Weergave van de volgende informatie: - (1) Softwareversie machine - (2) Softwareversie display - (3) Bedrijfsuren motor (h) Vermeld altijd de softwareversie indien u voor uw machine contact opneemt met de technische klantenservice! De volgende submenu's kunnen worden opgeroepen: - (5) Instelmenu "Balk"...
  • Pagina 205 Instelmenu "Balk" Menu voor het instellen van de basisinstellingen van de balk en de balkfuncties. - (1) Weergave en instelparameters "Vertraagde balkstart" - vertragingsduur (sec) De drijffunctie wordt bij een rijhendelbeweging pas na afloop van de ingestelde tijd geactiveerd. Instelbereik 0-10 sec. - (2) Weergave en instelparameters centrale smering - (2.1): langere smeerinterval - (2.2): standaard smeerinterval...
  • Pagina 206 Instelmenu "Inbouwen / rijaandrijving" Menu voor het instellen van de machine- en nivelleerfuncties. - (1) Weergave en instelparameters "Vertraging frontbak" - vertragingsduur (sec). (o) De frontbak wordt na het sluiten van de bakhelften pas opgetild nadat de ingestelde tijd is afgelopen. Instelbereik 0-25 sec.
  • Pagina 207 - (3) Keuzemogelijkheid "Kruisnivellering" - (0): kruisnivellering - UIT - (1): alleen gegevensweergave van de tegenoverliggende machinezijde - (2) gegevensweergave en besturing van de tegenoverliggende machinezijde - (3): split screen op de afstandsbedieningen - gelijktijdige gegevensweergave en bediening van beide machinezijden mogelijk (o) - (4) Keuzemogelijkheid "Stuurgevoeligheid"...
  • Pagina 208 Instelmenu "Truck assist" / "Set assist" Menu voor het instellen van de functies "Truck assist" en "Set assist". - (1) Keuzemogelijkheid "Vrachtwagen-afstand" Voor aanpassing aan de huidige situatie kan de automatische detectie van de vracht- wagen worden ingesteld op 3 verschillende afstanden (tussen de machine en de vrachtwagen).
  • Pagina 209 Instelmenu "Dag/nacht-verlichting" Menu voor het instellen van de lichtsterkte van verschillende bedieningselementen. - (2) Weergave en instelparameters displayhelderheid - (2.1): dag-helderheid (%) - (2.2): nacht-helderheid (%) - (3) Weergave en instelparameters truck-assist-indicatie - (3.1): dag-helderheid (%) - (3.2): nacht-helderheid (%) D 22 37...
  • Pagina 210 Instelmenu "Display" Menu voor het instellen van de display-basisinstellingen. - (1) Keuzemogelijkheid "Systeemtaal" - Engels / Duits - (2) Keuzemogelijkheid "Maateenheden-systeem" - metrisch / imperiaal VS - (3) Weergave en instelparameters "Tijd" - h/h : min/min - 24hrs / PM/AM - (4) Weergave en instelparameters "Datum"...
  • Pagina 211 Instelmenu "Camera / weergave" Menu voor het instellen van de cameraweergave. - (1) Weergave en instelparameters - helderheid - (2) Weergave en instelparameters - contrast - (3) Weergave en instelparameters - kleur Instelbereik 0-100% De volgende submenu's kunnen worden opgeroepen: - (4) Instelmenu "Display"...
  • Pagina 212 Weergave "Licentie-info" Weergave van de softwarelicentie-informatie. De volgende submenu's kunnen worden opgeroepen: - (1) Instelmenu "Display" - (2) Instelmenu "Cameraweergave" D 22 40...
  • Pagina 213 Het motorvermogen wordt automatisch verminderd. - Controlelampje gaat uit + controlelampje "Ernstige fout aandrijfmotor" brandt continu: Een deeltjesfilter-regeneratie is niet meer mogelijk. De machine moet onmiddellijk worden stopgezet. Neem contact op met de Dynapac service Zie menu "Regeneratie deeltjesfilter". D 22 41...
  • Pagina 214 Symbool op Commando de display Controlelampje deeltjesfilter-regeneratie, auto- matisch - gedeactiveerd De deeltjesfilter-regeneratie is gedeactiveerd. De automatische regeneratie mag alleen wor- den gedeactiveerd wanneer de bedrijfstoe- stand van de machine geen automatische functie toelaat. Zie menu "Regeneratie deeltjesfilter". Waarschuwing - hoge uitlaatgastemperatuur! (HEST) Het controlelampje signaleert een hoge uitlaatgas- temperatuur!
  • Pagina 215 Symbool op Commando de display Controlelampje brandstofreserve + geluidssignaal De reservehoeveelheid in de brandstoftank is bereikt Resterende brandstof ca. 10%. Direct brandstof bijvullen! Voorgloeicontrole (geel) Het voorgloeien wordt gestart via de start- motorschakelaar door inschakeling van het contact. (contactslot op stand 1). Zodra het voorgloeien is voltooid, gaat het controlelampje uit.
  • Pagina 216 Symbool op Commando de display Service vereist: Een onderhoudsinterval is aanstaande. Onderhoud direct uitvoeren om gevolgscha- de te voorkomen! Service te laat: Een aanstaande onderhoudsinterval is verlopen. Onderhoud direct uitvoeren om gevolgscha- de te voorkomen! Verwarmingsstatus "AAN": xxxxxxxxx xxxxxxxxx Uitschakeling voorwielaandrijving: Bij blokkeringvan de voorwielaandrijving, bijv.
  • Pagina 217 Symbool op Commando de display - Foutmelding "ernstige fout" Er is een ernstige fout in de aandrijfmotor. Aandrijfmotor direct uitschakelen! Foutdetails kunnen via het displaymenu "Foutmeldingengeheugen" worden opge- roepen. Brandt na inschakeling van de ontsteking enkele seconden ter controle. - Parkeerremcontrole De parkeerrem is ingeschakeld.
  • Pagina 218 Symbool op Commando de display Motorstop: Weergave bij alle foutmeldingen met een ma- chinestop. Hydraulisch filter. Het hydraulische filter moet worden vervangen. Filterelement vervangen volgens de onder- houdshandleiding! Oliedruk dieselmotor De oliedruk is te laag. Motor direct uitzetten! Overige mogelijkheden, zie de gebruiksaan- wijzing van de motor.
  • Pagina 219 Symbool op Commando de display Motorstop: Weergave bij alle foutmeldingen met een machinestop. D 22 47...
  • Pagina 220 Foutcodes aandrijfmotor Als een fout van de aandrijfmotor is geconstateerd, wordt deze gemeld door de indi- catie (1) op de display. D 22 48...
  • Pagina 221 De in het desbetreffende menu afleesbare foutmelding omvat diverse cijfercodes, die na decodering de fout exact aangeven. Met behulp van de jog-dial kan men door de lijst bladeren. Afhankelijk van de ernst van de fout kan de machine eventueel voorlopig nog worden gebruikt.
  • Pagina 222 Voorbeeld: D 22 50...
  • Pagina 223 Toelichting: Waarschuwingslicht en indicatie melden een ernstige fout van de aandrijfmotor met automatische of noodzakelijke motorstop. Display-indicatie: SPN: FMI: Oorzaak: kabelbreuk van de sensor voor de rail-druk. Gevolg: motor schakelt uit. Frequentie: fout treedt voor de eerste keer op. Meld het weergegeven foutnummer van uw machine aan de klantenservice; deze zal met u bespreken hoe u verder te werk dient te gaan.
  • Pagina 224 Foutcodes Scan de QR-code om de foutenlijst op te roepen… D 22 52...
  • Pagina 225 Menustructuur van de instel- en weergavemenu's De onderstaande afbeelding toont de menustructuur; deze is bedoeld om de bedie- ning te vereenvoudigen en laat zien hoe men te werk gaat bij verschillende instellin- gen en indicaties. D 22 53...
  • Pagina 226 D 22 54...
  • Pagina 227 D 30 Bedrijf Bedieningselementen op de machine Bedieningselementen bestuurderspositie Valgevaar van de machine WAARSCHUWING Bij het betreden en verlaten van de machine en de bedie- ningsplaats tijdens het bedrijf, bestaat er valgevaar dat ern- stig letsel en zelfs de dood tot gevolg kan hebben! - De bestuurder moet zich tijdens het bedrijf op de daartoe bestemde bedieningsplaats bevinden en op de daartoe bestemde stoel zitten.
  • Pagina 228 Cabinedak (o) OPMERKING Voorzichtig! Mogelijke botsing van onderdelen Voordat het dak omlaag wordt gezet, moeten de volgende instellingen worden gemaakt: - Bedieningsbordes is vastgezet op de middelste positie - Bedieningspaneel is vastgezet op de middelste positie - Bedieningspaneel is geborgd op de onderste positie en vergrendeld op de achterste stand - Stuurwielknop staat onderaan (machine op wielen) - Bestuurdersstoelen op de middelste stand gedraaid en...
  • Pagina 229 Het cabinedak kan met een hydrauli- sche handpomp omhoog en omlaag worden gezet. De uitlaatpijp wordt samen met het dak omlaag en omlaag bewogen. - Pomphendel (1) op de pomp (2) steken. - Pen (3) aan beide dakzijden uit- trekken. - Verstelhendel (5) op de stand "om- hoog"...
  • Pagina 230 Opstap Via de opstap betreedt men het bedie- ningsbordes. De opstap kan op de bovenste positie worden vastgezet: - Opstap door een tweede persoon om- hoog laten zetten. Vergrendeling (1) aan beide zijden van de opstap aan- brengen op de daartoe bestemde po- sities.
  • Pagina 231 Bedieningsbordes, verplaatsbaar (o) D 30 5...
  • Pagina 232 Het bedieningsbordes kan hydraulisch naar links/rechts worden geschoven tot buiten de machinebuitenkant, om de bestuurder een beter zicht op het inbouwtraject te geven. Bij transporten over de openbare weg en bij machinetransport op transportvoertuigen moet het bedieningsbordes op de middelste stand worden vastgezet! Bediening van de schuiffunctie van het bordes: zie bedieningspaneel.
  • Pagina 233 Bedieningspaneel Het bedieningspaneel kan worden ingesteld op verschillende bedieningsposities links/rechts, zittend/staan. Voor bediening buiten de machinebuitenkant kan het ge- hele bedieningspaneel worden gezwenkt. Voor een goede borging zorgen! De bedieningspositie alleen instellen wanneer de machine stilstaat! Bedieningspaneel verschuiven: - Paneelborging (2) losmaken en paneelconsole aan de handgreep (3) naar de ge- wenste positie verplaatsen.
  • Pagina 234 Cabinedak (o) D 30 8...
  • Pagina 235 VOORZICHTIG Beknellingsgevaar voor handen Bij het sluiten van de veerbelaste voor- en zijruiten bestaat er beknellingsgevaar die letsel tot gevolg kan hebben! - Niet in de gevarenzone grijpen. - Vergrendelingen correct aanbrengen. - Neem ook de aanwijzingen in het veiligheidshandboek in acht.
  • Pagina 236 Noodbediening bedieningsbordes, verplaatsbaar Als het bedieningsbordes niet meer hy- draulisch kan worden verplaatst, kan het met de hand op de middenpositie wor- den teruggezet. - Afsluitdop (1) (naast de rechter voe- truimteschijf) verwijderen. - Schroef (2) demonteren. De verbinding tussen het bordes en het frame is nu ontkoppeld en het bordes kan worden verplaatst.
  • Pagina 237 Stoelconsole Voor bediening buiten de machinebui- tenkant kunnen de stoelconsoles wor- den gezwenkt. - Vergrendeling (1) indrukken, stoelcon- sole op de gewenste positie zwenken en de vergrendeling weer vastzetten. - Indien nodig de opklapbare trede (2) omlaag klappen. Voor een goede borging zorgen! De bedieningspositie alleen instellen wanneer de machine stilstaat! D 30 11...
  • Pagina 238 Bestuurdersstoel, type I Om gezondheidsschade te voorkomen dient men voor de ingebruikneming van de machine de individuele stoelinstellin- gen te controleren en in te stellen. Na vergrendeling van de afzonderlijke elementen mogen deze niet meer ver- schoven kunnen worden. - Gewichtsinstelling (1): Het gewicht van de bestuurder dient bij onbelaste stoel ingesteld te worden door de ge- wichtsinstelhendel te draaien.
  • Pagina 239 Bestuurdersstoel, type II Om gezondheidsschade te voorkomen dient men voor de ingebruikneming van de machine de individuele stoelinstellin- gen te controleren en in te stellen. Na vergrendeling van de afzonderlijke elementen mogen deze niet meer ver- schoven kunnen worden. - Gewichtsinstelling (1): Het gewicht van de bestuurder dient bij onbelaste stoel ingesteld te worden door de ge- wichtsinstelhendel te draaien.
  • Pagina 240 Zekeringkast Onder de middelste bodemplaat van het bedieningsbordes bevindt zich de aan- sluitdoos die o.a. alle zekeringen en re- lais bevat. Een schema voor de zekeringen en re- lais vindt u in hoofdstuk F8. D 30 14...
  • Pagina 241 Accu's In de voetruimte van de machine bevin- den zich de accu's (1) van de 24 V-in- stallatie. Zie hoofdstuk B "Technische gegevens" voor de specificaties. Zie hoofdstuk F voor het onderhoud. Externe start uitsluitend volgens de in- structies (zie paragraaf "Machine star- ten, Externe start (starthulp)") Accuhoofdschakelaar De accuhoofdschakelaar onderbreekt...
  • Pagina 242 Hoppervergrendelingen Voordat de machine wordt getranspor- teerd of wordt gestald, moeten aan bei- zijden omhooggeklapte hopperwanden de hoppervergrendelin- gen worden aangebracht. - Vergrendelbout (1) eruit trekken en de transportborging (2) met de hand- greep over de zuigerstang van de hopperbakcilinder leggen. Zonder aangebrachte hoppervergrende- ling kan de hopper langzaam opengaan en bestaat er ongevalgevaar bij het...
  • Pagina 243 Draagbalkvergrendeling, hydraulisch (o) Voordat de machine met opgeheven balk wordt getransporteerd, moeten bo- vendien aan beide machinezijden de draagbalkvergrendelingen worden uit- geschoven. Bij het transporteren met een niet-ge- borgde balk bestaat er ongevalgevaar! - Balk omhoog zetten. - Functie inschakelen op het bediening- spaneel.
  • Pagina 244 Indicatie inbouwdikte Links en rechts op de machine bevindt zich een schaal waarop de actuele in- bouwdikte kan worden afgelezen. - Om de positie van de wijzer te veran- deren, klemschroef (1) losdraaien. Bij normale inbouwsituaties moet dezelf- de inbouwdikte zijn ingesteld op beide machinezijden! Meer indicaties (o) bevinden zich op de draagbalkgeleiding.
  • Pagina 245 Verlichting wormen (o) Ter verlichting van de wormruimte be- vinden zich op de wormkast twee draai- bare schijnwerpers (1). - Deze worden samen met de werk- schijnwerpers ingeschakeld. De gezamenlijke inschakeling met de andere werkschijnwerpers gebeurt met het bedieningspaneel! Verlichting motorruimte (o) Bij ingeschakeld contact kan de motor- ruimteverlichting worden ingeschakeld.
  • Pagina 246 LED-schijnwerper (o) Voor- en achterop de machine bevinden zich twee LED-schijnwerpers (1). Stel de schijnwerpers altijd zo af dat ze het bedieningspersoneel of andere verkeersdeelnemers niet kunnen ver- blinden! D 30 20...
  • Pagina 247 500 watt schijnwerper (o) Voor- en achterop de machine zijn twee halogeenschijnwerpers aange- bracht. Stel de schijnwerpers altijd zo af dat ze het bedieningspersoneel of andere verkeers- deelnemers niet kunnen verblinden! Risico van brandwonden! De schijnwer- pers worden zeer heet! Ingeschakelde of hete schijnwerpers niet aanraken! Bij uitrusting met een elektroverwar-...
  • Pagina 248 Ratel wormhoogte-instelling (o) Voor mechanische instelling van de wormhoogte - Ratelmeeneembout (1) instellen op links- of rechtsdraaiend. Meename naar links beweegt de worm omlaag, naar rechts wordt de worm omhoog gezet. - Ratel (2) bedienen. - De gewenste hoogte instellen door af- wisselend de linker en de rechter ratel te bedienen.
  • Pagina 249 Peilstok / peilstokverlengstuk De peilstok dient de machinebestuurder als oriënteringshulpmiddel tijdens het inbouwen. Met de peilstok kan de machinebestuurder een langs het inbouwtraject gespannen referentiedraad of een andere markering volgen. De peilstok loopt daarbij langs het referentiedraad of over de markering. Zo kunnen stuurafwijkingen door de bestuurder opgemerkt en gecorrigeerd worden.
  • Pagina 250 - Als de peilstok op de gewenste breedte is ingesteld, moeten de klemschroeven (2) weer worden vastgezet. - Het aangebrachte peilstokverlengstuk wordt vastgezet met de schroeven (4). Afhankelijk van de gewenste peilzijde van de machine moet bij gebruik van het peil- stokverlengstuk eventueel de gehele peilstok worden verwijderd en aan de andere zijde van de machine weer worden aangebracht! - Nadat de vleugelmoeren (5) zijn losgedraaid, kan het eindgedeelte van het peil-...
  • Pagina 251 Oplosmiddel- handsproeiapparaat (o) Voor het besproeien met oplosmiddel van onderdelen die met asfalt in aanra- king zijn gekomen. - Sproeiapparaat (1) uit de houder nemen. - Druk opbouwen door de pomphen- del (2) te bedienen. - De druk wordt weergegeven op de manometer (3).
  • Pagina 252 Sproei-installatie voor oplosmiddel (o) Voor het besproeien met oplosmiddel van onderdelen die met asfalt in aanra- king zijn gekomen. - Slang (1) aansluiten op de snelkoppe- ling (2). Sproei-installatie alleen inschakelen wanneer de dieselmotor loopt, anders raakt de accu leeg. Na gebruik uitschakelen.
  • Pagina 253 Transporteureindschakelaar - uitvoering PLC De mechanische transporteureindscha- kelaars (1) of de transporteureindscha- kelaar met ultrasone sensor (2) regelen het mengseltransport van de desbetref- fende transporteurhelft. De transport- banden moeten stilhouden wanneer het mengsel ongeveer tot onder de worm- buis is getransporteerd. Voorwaarde hierbij is dat de worm op de juiste hoogte...
  • Pagina 254 Transporteureindschakelaar - conventionele uitvoering De mechanische transporteureindscha- kelaars (1) regelen het mengseltrans- port desbetreffende transporteurhelft. De transportbanden moeten stilhouden wanneer het meng- sel ongeveer tot onder de wormbuis is getransporteerd. Voorwaarde hierbij is dat de worm op de juiste hoogte ingesteld (zie hoofdstuk E).
  • Pagina 255 Ultrasone wormeindschakelaars (links en rechts) - uitvoering PLC De eindschakelaars regelen contactloos het mengseltransport van de desbetref- fende wormhelft. De ultrasone sensor (1) is met een hou- der (2) bevestigd op de zijplaat. - Om de instelling te wijzigen moet de klem / borgschroef (3) worden losge- maakt en de hoek van de sensor wor- den gewijzigd.
  • Pagina 256 Ultrasone wormeindschakelaars (links en rechts) - conventionele uitvoering De eindschakelaars regelen contactloos het mengseltransport van de desbetref- fende wormhelft. De ultrasone sensor (1) is met een hou- der (2) bevestigd op de zijplaat. - Om de sensorhoek te wijzigen de klemmen (3) losmaken en de houder draaien.
  • Pagina 257 Stopcontacten 24 volt / 12 volt (o) Achter de stoelconsoles links/rechts be- vindt zich een stopcontact (1). Hier kunnen bijv. extra schijnwerpers worden aangesloten. - Stoelconsole rechts: 12V stopcontact - Stoelconsole links: 24V stopcontact Er staat spanning op wanneer de hoofd- schakelaar is ingeschakeld.
  • Pagina 258 Drukregelklep voor balkbelasting/- ontlasting Met klep (1) wordt de druk van de extra balkbelasting/-ontlasting ingesteld. Inschakelen zie balkbelasting/-ontlas- ting (hoofdstuk "Bedieningspaneel", "Bediening"). - Drukweergave, zie manometer (3). Drukregelklep voor inbouwstop met ontlasting Hiermee wordt de druk voor "balkbestu- ring bij machinestop - drijfstop met ontlasting" ingesteld. - Inschakelen zie Balkstop / inbouwstop (hoofdstuk "Bedieningspaneel", "Bediening").
  • Pagina 259 Centrale smeerinstallatie (o) De automatische werking van de centra- le smeerinstallatie wordt geactiveerd zo- dra de stabilsatie-elementen van de balk worden ingeschakeld. De in de fabriek ingestelde pompinter- vallen moeten worden afgestemd op de inbouwsituatie. Wijziging van de smeer- en pauzetijden kan nodig zijn bij het inbouwen van mi- neraal- of cementgebonden mengsels.
  • Pagina 260 Rijspoorruimer (o) Voor beide loopwerken bevindt zich een draaibare rijspoorruimer (1) die kleine obstakels naar de zijkant afvoert. De rijspoorruimers dienen alleen tijdens het inbouwen omlaag te staan. Rijspoorruimer draaien: - Rijspoorreiniger (1) omhoog zetten en in de bovenste positie vastzetten met de klemlip (2).
  • Pagina 261 Excenterverstelling balk Voor het inbouwen van dikke materiaal- lagen: wanneer de zuigerstangen van de nivelleercilinder niet voor de gewens- te inbouwdikte kunnen zorgen, is het mogelijk de invalshoek van de balk te wijzigen met behulp van de excenterver- stelling. - Pos. I: inbouwdikte tot ca. 7 cm - Pos.
  • Pagina 262 Duwrollentraverse, instelbaar Voor aanpassing aan de verschillende vrachtwagenconstructies kan de duwrol- lentraverse (1) op twee posities worden gezet. De verstelafstand is 90 mm. - Hopperbakhelften sluiten om de hop- perbakklep (2) omhoog te zetten. - De borgplaat (3) aan de onderzijde van de traverse verwijderen nadat de schroeven (4) zijn gedemonteerd.
  • Pagina 263 Duwrollentraverse, hydraulisch uitschuifbaar (o) Voor aanpassing aan de verschillende vrachtwagenconstructies kan de duwrol- lentraverse (1) hydraulisch worden in- en uitgeschoven. De max. verstelafstand is 90 mm. - De werking kan desgewenst op het be- dieningspaneel worden ingeschakeld. Door de duwrol uit te schuiven, wordt de transportlengte van de machine vergroot.
  • Pagina 264 Brandblusser (o) Het machinepersoneel moet op de hoogte zijn van de bediening van de brandblusser (2). Neem de testintervallen van de brand- blusser in acht! Verbandtrommel (o) Verwijderd verbandmateriaal direct aan- vullen! Neem de houdbaarheidsdatum van de verbandtrommel in acht! D 30 38...
  • Pagina 265 Zwaailicht (o) De werking van het zwaailicht moet da- gelijks voor het begin van het werk wor- den gecontroleerd. - Het zwaailicht op het steekcontact plaatsen en vastzetten met de vleu- gelschroef (1). - De houder (2) optillen en op de buiten- ste positie draaien;...
  • Pagina 266 Tankpomp (o) De tankpomp mag alleen worden gebruikt voor het pompen van dieselbrandstof. Vuildeeltjes die groter zijn dan de maas- wijdte van het filter (1) veroorzaken schade. Daarom moet er altijd een filter worden gebruikt. Bij het tanken moet het filter (1) altijd op schade worden gecontroleerd;...
  • Pagina 267 Lichtballon (o) D 30 41...
  • Pagina 268 De lichtballon verspreidt schaduwbeperkend, niet-verblindend licht. Bij gebruik van de lichtballon worden de hoogte en breedte van de machine groter. Houd rekening met de doorrijhoogte van bruggen en tunnels en met de grotere ma- chinebreedte. Voordat er werkzaamheden worden uitgevoerd aan de lichtballon, moet de stroom- toevoer worden onderbroken! Nooit recht in de ingeschakelde ballon kijken! De lichtballon mag niet worden gebruikt in de buurt van licht ontvlambare materialen...
  • Pagina 269 Montage en gebruik Gevaar door elektrische schok VOORZICHTIG Elektrische schokken kunnen ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben - De powermoon pas aansluiten op het stroomnet en inschakelen nadat hij volledig is uitgepakt, geassem- bleerd en afgesteld! Beknellingsgevaar! VOORZICHTIG Vingers en handen kunnen bekneld raken tussen de houder en bevestigingsbuis!
  • Pagina 270 Inschakeling gebeurt op de schakelkast. Bij uitrusting met een elektroverwarmingsbalk kunnen tijdens de opwarmfase en gelijktijdige inzet van 500 watt schijnwerpers (o) en lichtballon (o) de verlichtingsmiddelen onregelmatig gaan flikkeren. Tijdens de opwarmfase zo mogelijk slechts één soort verlichting inschakelen. Buitenwerkingstelling VOORZICHTIG Gevaar door elektrische schok...
  • Pagina 271 Truck assist (o) Het truck-assist-systeem dient voor de communicatie tussen de machinebestuurder en de bestuurder van de asfaltvrachtwagen. Het bijbehorende signaalsysteem toont de vrachtwagenbestuurder welke actie moet worden uitgevoerd (achteruit rijden / stoppen / asfalt kiepen / wegrijden). Het systeem bestaat uit: - twee LED lichtbalken (1) als signaal voor de vrachtwagenbestuurder en een laser- sensor (2) voor detectie van de vrachtwagen.
  • Pagina 272 D 30 46...
  • Pagina 273 D 41 Bedrijf Bedrijf voorbereiden Benodigde apparaten en hulpmiddelen Om vertraging op de bouwplaats te voorkomen, dient men voor het werkbegin te con- troleren of de volgende apparaten en hulpmiddelen beschikbaar zijn: - laadwagen voor het transport van zware aanbouwdelen - diesel - motorolie, hydraulische olie, smeermiddelen - oplosmiddel (emulsie) en handsproeier...
  • Pagina 274 Gevaar door beperkt zicht VOORZICHTIG Door beperkt zicht bestaat er verwondingsgevaar! - Voor begin van het werk de daartoe bestemde bedie- ningsplaats zodanig inrichten dat er voldoende zicht is. - Bij beperkt zicht, ook naar de zijkanten en bij het achter- uitrijden, moeten er personen worden gebruikt die aan- wijzingen geven.
  • Pagina 275 Voor het begin van het werk ('s morgens of bij het begin van een nieuw inbouwtraject) - Veiligheidsvoorschriften in acht nemen. - Persoonlijke veiligheidsuitrusting controleren. - Rond de machine lopen en deze controleren op lekkages en beschadigingen. - Gedemonteerde onderdelen (voor transport of ‘overnachting’) weer monteren. - Bij een optioneel gebruikte balk met gasverwarmingsinstallatie de afsluitkleppen en de hoofdafsluiters openen.
  • Pagina 276 Controleren! Hoe? Bij de aanbouw voor grote werkbreed- ten moeten de loopplanken worden Wormafdekkingen verbreed en moet de wormtunnel afgedekt zijn. De opklapbare loopplanken moeten zijn aangebracht op de basisbalk en op alle aanbouwdelen, en moeten omlaagge- Balkafdekkingen en loopplanken klapt zijn.
  • Pagina 277 D 41 5...
  • Pagina 278 Machine starten Voor het starten van de machine Voordat de dieselmotor wordt gestart en de machine in gebruik kan worden geno- men, dient men het volgende te doen: - Dagelijks onderhoud van de machine (zie hoofdstuk F). Controleer aan de hand van de bedrijfsurenteller of er verdere onderhoudswerk- zaamheden uitgevoerd moeten worden.
  • Pagina 279 D 41 7...
  • Pagina 280 Externe start (starthulp) Als de accu’s leeg zijn en de startmotor niet draait, kan de motor worden gestart met behulp van een externe stroombron. Geschikt als stroombron: - voertuig met 24-V-installatie; - 24-V-reserveaccu; - startapparaat dat geschikt is voor 24 V/90 A. Normale acculaders of snelladers zijn niet geschikt als starthulp.
  • Pagina 281 - Eventueel de motor van de stroomleverende machine starten en een tijdje laten lopen. Nu proberen de andere machine te starten. - Startknop (12) indrukken om de motor te starten. Maximaal 30 seconden ononder- broken starten, daarna 2 minuten pauzeren! - Als de motor na twee startpogingen nog niet is aangesprongen, dient men de oor- zaak op te sporen! - Als de motor is aangesprongen: de startkabels in omgekeerde volgorde losmaken.
  • Pagina 282 D 41 10...
  • Pagina 283 Na het starten Om het motortoerental te verhogen: - Motortoerental verhogen door op knop (68) te drukken. Het motortoerental wordt verhoogd tot de vooraf ingestelde gewenste waarde. Als de motor koud is, de machine ca. 5 minuten laten warmdraaien. D 41 11...
  • Pagina 284 D 41 12...
  • Pagina 285 Controlelampjes controleren De volgende controlelampjes moeten beslist worden gecontroleerd: Overige mogelijkheden, zie de gebruiksaanwijzing van de motor. Koelwatertemperatuurcontrole motor (A) Brandt wanneer de motortemperatuur buiten het toegestane bereik ligt. Machine stoppen (rijhendel op de middelste stand), motor in vrijloop laten afkoelen. Oorzaak zoeken en eventueel verhelpen Het motorvermogen wordt automatisch verminderd.
  • Pagina 286 D 41 14...
  • Pagina 287 Oliedrukcontrole rijaandrijving (D) - Moet na het starten uitgaan. Als het lampje niet uitgaat: rijaandrijving uitgeschakeld laten! Anders kan het gehele hydraulische systeem be- schadigd raken. Als de hydraulische olie koud is: - Functie "instelmodus" (68) activeren. - Transporteurfunctie (49)/(50) op "handmatig" zetten en de wormfunctie (55)/(56) op "handmatig"...
  • Pagina 288 D 41 16...
  • Pagina 289 Voorbereiden van transportbewegingen - De hopperbak sluiten met schakelaar (34)/(35). - Beide hoppertransportborgingen aanbrengen. - Balk volledig omhoog zetten met schakelaar (69), draagbalkvergrendeling aan- brengen (75). - Rijsnelheidknop rijaandrijving (15) op nul zetten. - Functie "instelmodus" (68) activeren. - Nivelleercilinder volledig uitschuiven met schakelaar (61),(63)/(64). Voor het uitschuiven van de nivelleercilinder moet de bedrijfsmodus Nivellering (126)/(130) op de afstandsbedieningen op "HANDMATIG"...
  • Pagina 290 D 41 18...
  • Pagina 291 Rijden met en stopzetten van de machine - Snel/langzaam-schakelaar (33) op "haas" zetten. - Rijsnelheidknop (15) op 10 zetten. - De machine in beweging zetten door de rijhendel (13) voorzichtig in de gewenste rijrichting te zetten. - Snelheid bijstellen met rijsnelheidknop (15). - Stuurbewegingen uitvoeren met behulp van de stuurpotentiometer (16).
  • Pagina 292 Voorbereidingen voor het inbouwen Oplosmiddel Alle onderdelen die in aanraking komen met asfaltmengsel besproeien met op- losmiddel (bak, balk, worm, duwrol etc.). Geen dieselolie gebruiken, omdat die- selolie het bitumen oplost (verboden in Duitsland!) F0147_A1.TIF Balkverwarming De balkverwarming moet ca. 15-30 minuten (afhankelijk van de buitentemperatuur) voor het begin van de inbouwwerkzaamheden worden ingeschakeld.
  • Pagina 293 Richtingmarkering Voor een rechte inbouw moet er een richtingmarkering aanwezig zijn of wor- den aangebracht (rijbaanrand, krijtstre- pen o.i.d.). - Bedieningspaneel naar de gewenste zijde schuiven en vastzetten. - Richtingaanwijzer op de bumper (pijl) uittrekken en instellen. D 41 21...
  • Pagina 294 D 41 22...
  • Pagina 295 Mengselopname/mengseltransport - Schakelaar (59) moet uitgeschakeld zijn. - De hopperbak openen met knoppen (36)/(37). De vrachtwagenchauffeur aanwijzingen geven bij het storten van het mengsel. - Wormschakelaars (53)/(54) en de transporteurschakelaars (47)/(48) op "auto" zetten. - Functie (67) inschakelen om de machine te vullen. - Transporteurbanden instellen.
  • Pagina 296 D 41 24...
  • Pagina 297 Starten voor het inbouwen Wanneer de balk op inbouwtemperatuur is en er voldoende mengsel voor de balk ligt, dienen de volgende schakelaars, hendels en regelaars in de vermelde stand te wor- den gezet Pos. Schakelaar Stand Rijhendel middelste stand Transport-/werksnelheid LED UIT Rijsnelheidknop rijaandrijving schaalstreepje 6 - 7...
  • Pagina 298 Controles tijdens het inbouwen Tijdens het inbouwen dienen de volgende zaken voortdurend te worden gecontroleerd: Machinefuncties - Balkverwarming - Stamper en vibratie - Temperatuur motorolie en hydraulische olie - Bijtijds intrekken en uitschuiven van de balk voor hindernissen aan de buitenzijden - Gelijkmatig mengseltransport en verdeling resp.
  • Pagina 299 Inbouwen met "balkbesturing bij inbouwstop" en "balkbelasting/-ontlasting" Algemeen Om optimale inbouwresultaten te behalen, kan de balkhydraulica op drie manieren worden beïnvloed: - Inbouwstop + ontlasting bij stilstaande machine, - drijf-inbouw bij rijdende machine, - drijf-inbouw met balkbelasting of -ontlasting bij rijdende machine. Ontlasting maakt de balk lichter en verhoogt de trekkracht.
  • Pagina 300 D 41 28...
  • Pagina 301 Balkbelasting/-ontlasting Met deze functie wordt de balk belast of ontlast ten opzichte van het eigen gewicht. Functie (73) ontlasting (balk ‘lichter’) Functie (74) belasting (balk ‘zwaarder’) De functies "balkbelasting en -ontlasting" zijn alleen actief wanneer de machine rijdt. Bij stilstaande machine wordt er afhankelijk van de geactiveerde functie automatisch omgeschakeld naar "inbouwstop + ontlasting".
  • Pagina 302 De hoogte van de druk is in de eerste plaats afhankelijk van het draagvermogen van het mengsel. Eventueel moet de druk tijdens de eerste pauzes worden aangepast aan de omstandigheden, totdat de afdrukken van de balkonderzijde zijn verholpen na de herstart. Bij een druk vanaf ca.
  • Pagina 303 D 41 31...
  • Pagina 304 D 41 32...
  • Pagina 305 Druk instellen Drukinstellingen kunnen uitsluitend bij lopende dieselmotor worden uitgevoerd. Daarom: - Dieselmotor starten, rijhendel (15) op nul draaien (voorzorgsmaatregel tegen on- gewenste vooruitbeweging). - "Drijfstand" activeren met schakelaar (70). Voor balkbelasting/-ontlasting: - Rijhendel (13) op de middelste stand zetten. - Functie balkbelasting (73) of balkont- lasting (74) activeren (LED AAN).
  • Pagina 306 D 41 34...
  • Pagina 307 Bedrijf onderbreken, bedrijf beëindigen Bij inbouwpauzes (bijv. vertraging van materiaalvrachtwagens) - Schatting maken v.d. vertragingsduur. - Als men verwacht dat het materiaal afkoelt tot onder de minimum inbouwtempera- tuur, de machine leegmaken en een sluitrand aanbrengen zoals bij einde van het wegdek.
  • Pagina 308 D 41 36...
  • Pagina 309 Na afloop van het werk - Machine leegmaken en stoppen. - Balk omhoog zetten met schakelaar (69), draagbalkvergrendeling aanbrengen (75). - Balk inschuiven tot de basisbreedte en de worm naar boven zetten. Evtl. nivelleer- cilinder geheel uitschuiven - Hopperbakhelften sluiten, hoppervergrendeling aanbrengen. In opgetilde toestand is de balk hydraulisch geborgd.
  • Pagina 310 Storingen Problemen bij het inbouwen Probleem Oorzaak - Mengseltemperatuur is veranderd, ontmenging - Onjuiste mengselsamenstelling - Onjuiste bediening van de wals - Onjuist geprepareerde onderbouw - Lange stilstandtijden tussen ladingen - Ongeschikte referentielijn niveausensor - Niveausensor springt op referentielijn Golvend oppervlak - Niveausensor wisselt tussen Omhoog en Omlaag ("korte golven") (te hoge traagheidsinstelling)
  • Pagina 311 Probleem Oorzaak - Temperatuur van het mengsel Scheuren in het - Balk is koud wegdek - Bodemplaten versleten of vervormd (middelstreep) - Onjuist wegdekprofiel van de balk - Temperatuur van het mengsel - Balkaanbouwdelen onjuist gemonteerd Scheuren in het - Eindschakelaars onjuist ingesteld wegdek - Balk is koud (buitenstrepen)
  • Pagina 312 Storingen van de machine of de balk Storing Oorzaak Oplossing Dieselmoter Diverse Zie bedrijfshandleiding vd motor Accu’s leeg Zie "Externe start" (starthulp) Dieselmotor springt niet aan Diverse Zie "Wegslepen" Stamper geblokkeerd door Balk goed verwarmen koud bitumen Te weinig hydraulische olie Olie bijvullen in de tank Klep vervangen, evt.
  • Pagina 313 Storing Oorzaak Oplossing Regelklep defect Vervangen Bak gaat ongewenst Manchetten van de hydrau- omlaag Vervangen lische cilinder ondicht Oliedruk te laag Oliedruk verhogen Manchet ondicht Vervangen Balk kan niet Balkbelasting of -ontlasting Schakelaar moet op de middel- omhoog worden is ingeschakeld ste stand staan gezet Stroomtoevoer...
  • Pagina 314 Storing Oorzaak Oplossing Zekering rijaandrijving Vervangen (zekeringssokkel defect op het bedieningspaneel) Stroomtoevoer Potentiometer, kabel, stekker onderbroken controleren; evt. vervangen Rijaandrijvingscontrole Vervangen (typeafhankelijk) defect Elektro-hydraulische Geen vooruit- instelvoorziening van Instelvoorziening vervangen beweging de pomp defect Controleren, evt. instellen Aanzuigfilter controleren, Voedingsdruk onvoldoende evt.
  • Pagina 315 E 10 Instellen en ombouwen Speciale veiligheidsvoorschriften Door onbedoelde inwerkingstelling van motor, rijaandrijving, transporteur, worm, balk of hefvoorzieningen kunnen personen gevaar lopen. De werkzaamheden altijd bij stilstaande motor uitvoeren, tenzij anders is aangegeven! - De machine beveiligen tegen onbedoelde inwerkingstelling: Rijhendel op de middelste stand zetten en de rijsnelheidknop op nul draaien;...
  • Pagina 316 Verdeelworm Hoogte-instelling Afhankelijk van het materiaal moet de in- gestelde hoogte van de verdeelworm (1) - gemeten vanaf zijn onderkant - boven de materiaalinbouwhoogte liggen. Korrelgrootte tot 16mm Voorbeeld: inbouwdikte 10 cm F0130_A1.TIF hoogte-instelling min. 15 cm vanaf de bodem Korrelgrootte >...
  • Pagina 317 Bij mechanische instelling met ratel (o) - Ratelmeeneembout (1) instellen op links- of rechtsdraaiend. Meename naar links beweegt de worm omlaag, naar rechts wordt de worm omhoog gezet. - De gewenste hoogte instellen door af- wisselend de linker en de rechter zijde te bedienen.
  • Pagina 318 Hoogte-instelling bij grote werkbreedte / met stut De hoogte-instelling van de worm kan bij grote werkbreedte worden uitgevoerd met een vastgezette stut: Hoogte-instelling van de worm alleen uitvoeren wanneer de steekbouten van de zwenkhouders zijn verwijderd! - Splitpen (1) en steekbout (2) van de zwenkhouder (3) demonteren aan beide ma- chinezijden.
  • Pagina 319 - Door draaien van de stelstangen (5) de stutten langer of korter maken tot de steek- bouten kunnen worden aangebracht. - Contramoeren (4) weer vastdraaien. - Splitpen (1) en steekbout (2) aanbrengen. Na elke hoogte-instelling moet de worm opnieuw worden afgesteld m.b.v. de stutten! Zie paragraaf "Worm afstellen"! E 10 5...
  • Pagina 320 Wormverbreding Auger_DEM.bmp Afhankelijk van de balkuitvoering zijn verschillende werkbreedten mogelijk. Worm- en balkverbreding moeten op elkaar zijn afgestemd. Zie hiervoor in de gebruiksaanwijzing van de balk het hoofdstuk "Instellen en ombouwen": – balkmontageschema Om de gewenste werkbreedte te bereiken, moeten de desbetreffende balkaanbouw- delen, zijplaten, wormen, tunnelplaten of reduceerschoenen worden gemonteerd.
  • Pagina 321 Verbredingsdelen monteren Materiaalschacht en wormverlengstuk monteren - Aanvullende materiaalschacht (1) met de bijbehorende montagedelen (2) (schroe- ven, schijfjes, moeren) op het basisapparaat resp. op de naastliggende materiaal- schacht bevestigen. - Montagedelen (3) van het naastliggende wormblad demonteren, stop (4) verwijderen. - Wormasverlengstuk in de wormas steken.
  • Pagina 322 Wormbuitenlager monteren - Montagedelen (1) van het naastliggende wormblad demonteren, stop (2) verwijderen. - Worm-buitenlager (3) in het wormverlengstuk steken. - Wormbuitenlager met de bijbehorende montagedelen (4) (schroeven, schijfjes, pennen) op de stutschacht bevestigen. Indien nodig pasplaten (5) gebruiken! - De eerder losgemaakte montagedelen (1) weer monteren en tegelijk de wormas en de lageras vastschroeven.
  • Pagina 323 Wormeindlager monteren - Eerst moet het wormeindlager worden voorgemonteerd: - Wormeindlager (1) samen met de pasplaat (2) m.b.v. de bijbehorende montage- delen (3) (schroef, schijfje) op de tussenplaat (4) monteren. - Montagedelen (5) van het naastliggende wormblad demonteren, stop (6) verwijderen. - Wormeindlager (7) in het wormverlengstuk steken.
  • Pagina 324 Wormmontageschema Symbool Betekenis - wormblad 160mm - (160L) links - wormblad 160mm 160L 160R - (160R) rechts - wormaanbouwdeel 320mm - (320L) links - wormaanbouwdeel 320mm 320L 320R - (320R) rechts - wormaanbouwdeel 640mm - (640L) links - wormaanbouwdeel 640mm 640L 640R - (640R)
  • Pagina 325 Symbool Betekenis wormbuitenlager wormeindlager E 10 11...
  • Pagina 326 Wormuitrusting, werkbreedte 3.14m 320 L 320 R Wormuitrusting, werkbreedte 3,78m 640 L 640 R Wormuitrusting, werkbreedte 4,42m 640 L 320 R 320 L 640 R E 10 12...
  • Pagina 327 Wormuitrusting, werkbreedte 5,06m 320 L 960 L 320 R 960 R Wormuitrusting, werkbreedte 5,70m 640 L 960 L 960 R 640 R E 10 13...
  • Pagina 328 Wormuitrusting, werkbreedte 6,34m E 10 14...
  • Pagina 329 Wormuitrusting, werkbreedte 6,98m E 10 15...
  • Pagina 330 Wormuitrusting, werkbreedte 7,62m E 10 16...
  • Pagina 331 Wormuitrusting, werkbreedte 8,26m E 10 17...
  • Pagina 332 Wormuitrusting, werkbreedte 8,90m E 10 18...
  • Pagina 333 Wormstut monteren E 10 19...
  • Pagina 334 Voor montage van de wormstut moet de vereiste wormhoogte al zijn ingesteld op de basisworm! Paragraaf "Hoogte-instelling bij grote werkbreedte / met stut" in acht nemen! - Geleidingsplaten (1) links/rechts met de bijbehorende montagedelen (2) monteren op de klampen van het machineframe. De geleidingsplaten moeten aan de voorzijde van de klampen worden gemonteerd.
  • Pagina 335 Worm afstellen - Contramoeren (26) losdraaien. De indicatie linksdraaiend (L) en rechtsdraaiend (R) op de stut in acht nemen! - Stutten (17) langer of korter maken door beide stelstangen (21) te draaien, tot alle gemonteerde materiaalschachten uitgelijnd zijn t.o.v. de worm. Op de stelstang (21) bevindt zich links en rechts een boorgat (27).
  • Pagina 336 Materiaalschacht, opklapbaar Om de spleet tussen de wormkast en de zijplaat van de balk te sluiten, kunnen op- klapbare materiaalschachten worden ge- monteerd op beide zijden van de worm. opklapbare materiaalschachten zwenken open door de materiaaldruk en zwenken dicht door het inschuiven van de balk.
  • Pagina 337 Hopperbakafstrijkers Om de spleet tussen de hopperbak en het machineframe kleiner te maken, moeten de hopperbakafstirjkers (1) op beide hopperhelften worden ingesteld. - Bevestigingsschroeven los- draaien. - Een spleetgrootte van 6 mm instellen langs de gehele afstrijkerlengte. - Bevestigingsschroeven (2) weer goed vastdraaien.
  • Pagina 338 Draagbalkgeleiding Om een goede draagbalkgeleiding te waarborgen, moeten de geleidingspla- ten (1) aan beide machinezijden op de toepasselijke inbouwomstandigheden (bijv. wegdekprofiel positief of negatief enz.) worden ingesteld. - Schroef (2) losdraaien en schroeven (3) demonteren. - Geleidingsplaat instellen op de ge- wenste maat (basisinstelling 25mm).
  • Pagina 339 Balk verplaatsen Als de inbouwomstandigheden dit nood- zakelijk maken, kan de draagbalk kan naar achteren of naar voren worden ver- plaatst. Door de verplaatsing wordt de materi- aalruimte tussen de worm en de balk vergroot. - Die vier bevestigingsschroeven (1) losdraaien.
  • Pagina 340 Nivellering Dwarshellingregelaar Tijdens het werk mogen er geen werk- zaamheden aan de dwarshellingstan- gen of de dwarshellingregelaar worden uitgevoerd! - Dwarshellingstangen (1) op de daar- toe bestemde positie tussen de twee draagbalken monteren. - Dwarshellingregelaar (2) op de beves- tigingsplaat (3) van de dwarshel- lingstangen monteren.
  • Pagina 341 Tastarm monteren - De opname (1) van de tastarm op de desbetreffende pen van het balkzijp- laat steken. - De bout (2) zo ver aandraaien dat de tastarm nog slechts met moeite kan bewegen. De tastarm kan met vergrendeling (3) op de zijplaat worden vastgezet.
  • Pagina 342 Tastarm instellen Voordat er met inbouwen wordt begon- nen moet de tastarm met de gemonteer- de niveausensor worden ingesteld op zijn referentiepunt (draadkabel, trottoir- band enz.). De aftasting dient plaats te vinden ter hoogte van de worm. - Tastarm (2) over het referentiepunt draaien.
  • Pagina 343 Big-ski 9m, big-ski 13m MBS6.bmp De big-ski dient voor contactloze aftasting over een bijzonder grote referentieafstand. Met de combinatie van 1 middenelement en 2 module-elementen kan samen met de sensorarmen een totale skilengte van max. ca. 9,30 m worden bereikt. Met de com- binatie van 1 middenelement en 4 module-elementen is samen met de sensorarmen een totale skilengte van max.
  • Pagina 344 - sensorhouder, uitbreidbaar (7) - arm (8) In het onderstaande wordt de montage van de korte versie beschreven; de lange va- riant bestaat slechts uit het toevoegen van meer module-elementen. MBS11.bmp In het ideale geval zijn de afstanden tussen de sensoren gelijk (X1 = X2). De middelste sensor wordt aangebracht op de gebruikelijke éénsensorpositie, zodat er desgewenst eenvoudig met de MOBA-matic kan worden omgeschakeld naar het gebruik van slechts één sensor (bijv.
  • Pagina 345 Big-ski-houder monteren op de draagbalk De gehele big-ski constructie wordt ge- monteerd op de zijkant van de draagbal- ken. Daartoe moeten eerst de beide draagbalkhouders worden gemonteerd. De uitvoering van de draagbalkhouders verschilt per machine. Bij de montage is het mogelijk om de houders rechtstreeks in de beschikbare boorgaten te schroeven of volgens de onderstaande afbeelding met klempla-...
  • Pagina 346 Zwenkarmen monteren - Een fixeerring (1) over de buis van de big-ski-houder (2) schuiven. De 45°-kant van de fixeerring moet naar boven wijzen. - Daarna beide zwenkarmen (3) op de buis van de big-ski-houder schuiven. De achterste zwenkarm wordt 180° ge- draaid op de big-ski-houder gestoken.
  • Pagina 347 Middenelement monteren MBS6b.bmp Bij de montage moet ervoor worden gezorgd dat het ronde uitsteeksel (1) naar boven wijst om de volgende module te kunnen aanbrengen. Het middenelement (2) heeft standaard 2 voorgemonteerde schuifstukken (3) / (4) die over de beide ronde opnamepennen van de zwenkarmen worden geschoven. - Daarna het achterste schuifstuk (3) van onderaf op de achterste zwenkarm schuiven.
  • Pagina 348 Big-ski langer maken De big-ski kan worden verlengd tot de uitvoeringen van 9m en 13m. Constructie van de 9m-uitvoering: een verlengstuk vooraan / achteraan. Constructie van de 13m-uitvoering: twee verlengstukken vooraan / achteraan. - Uitbreidingsmodule (1) op het midde- nelement (2) leggen en vastzetten met schroef (3).
  • Pagina 349 Sensorhouder monteren Een aftasting met 3 sensoren is voorzien voor de gehele lengte van de big-ski. Eén sensor voor het middenelement, één voor het voorste element en één voor het achterste element. De middelste sensor dient exact op de- zelfde plaats op de ski gemonteerd te worden waar hij bij normaal gebruik zou zitten (ca.
  • Pagina 350 Sensors monteren en afstellen - Sensoropname (1) in de houder (2) plaatsen. - Sensor afstellen en vastzetten met de bijbehorende kruisknopschroeven. - Door losdraaien van de kruisknop- schroeven (3) kan de hoogte van de aftasting worden ingesteld. Bij de twee buitenste sensorhouders kan de sensor ook worden gemonteerd op de draaibare sensorarm (4).
  • Pagina 351 Verdelerdoos monteren De verdelerdoos moet zodanig worden gemonteerd dat een eenvoudige bedra- ding van de regelaar en de sensoren mogelijk is. De aansluitingen voor de sensoren moe- ten altijd naar beneden wijzen om te voorkomen dat er water in de verdelerd- oos komt.
  • Pagina 352 Aansluitschema De aansluiting van de drie sensoren op de verdelerdoos en de verbinding verdelerd- oos-machine vinden plaats volgens het hiernaast afgebeelde schema. - Sensoren - vooraan (1) - midden (2) - achteraan (3) - Verdelerdoos (4) - Aansluitpunt machine (5) E 10 38...
  • Pagina 353 Sleepschoen 6m, 9m De sleepschoen bestaat uit een schoen met meerdere scharnieren die over het refe- rentievlak loopt en een rotary sensor die een op de schoen aangebracht referentie- draad aftast. De sleepschoen is vooral geschikt voor de vereffening van lange oneffenheden in de weg.
  • Pagina 354 - De schoen zodanig afstellen dat deze over de gehele lengte parallel aan de as- faltafwerkmachine ligt, zonder neiging naar de zijkant. - Vooraan vastzetten met de schroeven (9). - Achteraan de borgclip (10) aanbrengen. - Sensor (11) aanbrengen in de hoog- teaftasting (12).
  • Pagina 355 Automatische besturing E 10 41...
  • Pagina 356 Automatische besturing monteren op de machine Tijdens het bedrijf mogen er geen werkzaamheden aan de automatische besturing worden uitgevoerd! Afhankelijk van de gewenste aftastzijde van de machine moet eventueel de peilstok- buis worden verwijderd en aan de andere machinezijde worden aangebracht! - De peilstokbuis (1) aan de machinevoorzijde tot de gewenste lengte uittrekken en vastzetten met de klemschroeven (2).
  • Pagina 357 Sensors monteren en afstellen - Sensoropname (13) in de houder (14) steken en vastzetten met de vleugelschroef (15). - De hoek sensor-referentiepunt bepalen en vastzetten met de bijbehorende klem- schroef (16). De sensor het referentiepunt moeten in een rechte hoek ten opzichte van elkaar staan! - Door losdraaien van de bevestigingsschroef (17) kan de hoogte van de aftasting worden ingesteld.
  • Pagina 358 Gebruiksaanwijzingen automatische besturing - Wanneer de automatische besturing is geactiveerd, is de besturingspotme- ter gedeactiveerd. De besturing ge- beurt automatisch d.m.v. aftasting ski - kabel. - Deze functie kan desgewenst op het bedieningspaneel worden inge- schakeld. - Een override van de automatische be- sturing is mogelijk door activering van de besturingspotentiometer.
  • Pagina 359 Noodstop bij actieve vulinstallatie Als deze functie niet wordt gebruikt, moet de brugstekker in het bijbehorende stopcontact zijn gestoken, omdat anders de rijaandrijving geblokkeerd is! E 10 45...
  • Pagina 360 Wormtemperatuurmeting (O) Om de materiaaltemperatuur bij de worm te meten, kan er een sensor wor- den geïnstalleerd. - Sensor (1) met de bijbehorende magneethouder (2) volgens de afbeelding boven de worm-basisbreedte op het machineframe bevestigen. - Aansluitkabel (3) van de sensor aansluiten op het middelste stopcontact (TEMP) van de signaalomvormer (4).
  • Pagina 361 Eindschakelaar Wormeindschakelaars (links en rechts) - PLC-uitvoering monteren De ultrasone eindschakelaar van de worm wordt aan beide zijden gemon- teerd op de handlijst van de zijplaat. - Sensorhouder (1) op de handlijst zet- ten, afstellen en vastzetten met de vleugelschroef (2). - Sensor (3) afstellen en vastzetten met de klem (4).
  • Pagina 362 Wormeindschakelaars (links en rechts) - conventionele uitvoering monteren De ultrasone sensor (1) is met een hou- der (2) bevestigd op de zijplaat. - Om de sensorhoek te wijzigen de klemmen (3) losmaken en de houder draaien. - Om de sensorhoogte / het uitschakel- punt in te stellen de stergrepen (4) los- draaien en het stangwerk op de gewenste hoogte zetten.
  • Pagina 363 De kuip dient voor het opnemen van een grote hoeveelheid mengsel, dat door een voorlader wordt geleverd. Gebruik van de mengselkuip is toegestaan voor de volgende combinaties: MH2500 - korte kuip (universele kuip): SD2500C, SD2500CS MH2550 - lange kuip: SD2550C, SD2550CS E 10 49...
  • Pagina 364 Module- en functiebeschrijving Pos. Omschrijving frontklep, zwenkbaar zijkleppen, zwenkbaar onderhoudsdeur reflectorplaat voor afstandssensor voorlader verlengbuis reflectorplaat - voor gebruik aan de zijkant opzetstuk voor machineoptie "afzuiging" sjorogen aanslagpunten voor verlading met kraan E 10 50...
  • Pagina 365 Technische gegevens Afmetingen, kuip MH2500 - (korte uitvoering) 3700 3700 E 10 51...
  • Pagina 366 Afmetingen, kuip MH2550 - (lange uitvoering) 3690 3690 3000 E 10 52...
  • Pagina 367 Gewichten kuip MH2500 - korte uitvoering ca. 1,2t kuip MH2550 - lange uitvoering ca. 1,7t Capaciteit ca. 10,9 m / 24,0t kuip MH2500 - korte uitvoering ca. 10,0m / 22,0t (OFFSET) kuip MH2550 - lange uitvoering ca. 12,7 m / 28,0t E 10 53...
  • Pagina 368 Aanduidingspunten Gevaar door ontbrekende of verkeerd begrepen bordjes op de machine Door ontbrekende of verkeerd begrepen bordjes op de machine bestaat er verwondingsgevaar! - Verwijder geen waarschuwings- of aanwijzingsbordjes van de machine. - Beschadigde of kwijtgeraakte waarschuwings- en aan- wijzingsbordjes moeten direct worden vervangen. - Maakt u zich vertrouwd met de betekenis en de positie van de waarschuwings- en aanwijzingsbordjes.
  • Pagina 369 11.1 Informatieborden Pictogram Betekenis - Hefpunten De machine mag uitsluitend aan deze aanslagpunten worden opgetild! - Sjorpunt De machine mag uitsluitend aan deze aanslagpunten worden gesjord! 11.2 Waarschuwingsborden Pictogram Betekenis - Waarschuwing - heet oppervlak - risico van brandwonden! Hete oppervlakken kunnen ernstig letsel tot gevolg hebben! Houd uw handen op een veilige afstand van de gevarenzone! Gebruik veilig-...
  • Pagina 370 11.4 Gebodstekens, verbodstekens, waarschuwingstekens Nr. Pictogram Betekenis - Niet openen - gevaarlijk punt! E 10 56...
  • Pagina 371 Ladingzekering - kuip De onderstaande uiteenzettingen over het zekeren van de kuip bij transport op een dieplader zijn uitsluitend bedoeld als voorbeelden van een correcte ladingzekering. Neem altijd de lokale voorschriften over de ladingzekering en het correcte gebruik van ladingzekeringsmiddelen in acht. Tot het normale rijbedrijf behoren ook noodstops, uitwijkmanoeuvres en slechte weg- gedeelten.
  • Pagina 372 Sjormiddelen De bij het voertuig behorende ladingzekeringsmiddelen, sjorriemen en sjorkettingen worden gebruikt. Afhankelijk van de ladingzekeringswijze kunnen er extra harpsluitin- gen, ringschroeven, randbeschermingsplaten en antislipmatten nodig zijn. De vermelde waarden m.b.t. de toegestane sjorkracht en het draagvermogen moeten beslist worden aangehouden! Sjorkettingen vastsjorren volgens de instructies van de fabrikant.
  • Pagina 373 Vastsjorren E 10 59...
  • Pagina 374 Bij het zekeren van de kuip moet ervoor worden gezorgd dat de sensorplaat is gede- monteerd en de frontklep goed afgesloten is. De zekering vooraan en achteraan gebeurt door het diagonaal vastsjorren van de kuip. Hierbij dient men gebruik te maken van de aanslagpunten op de kuip en de dieplader. De sjorriemen aanbrengen volgens de afbeelding.
  • Pagina 375 Verladen met een kraan - MH2500 E 10 61...
  • Pagina 376 Verladen met een kraan - MH2550 E 10 62...
  • Pagina 377 Gevaar door zwevende lasten WAARSCHUWING De kraan en/of de opgehesen last kunnen bij het hijsen kantelen en letsel veroorzaken! - De last mag alleen aan de aangegeven hefpunten wor- den opgehesen. - Gevarenzone niet betreden. - Uitsluitend hijsgereedschappen met voldoende draag- vermogen gebruiken.
  • Pagina 378 Kuip vastsjorren in de machine E 10 64...
  • Pagina 379 De onderstaande opmerkingen over het zekeren van de kuip in de asfaltafwerkma- chine dienen als voorbeeld voor een correcte bevestiging in een Dynapac asfaltaf- werkmachine. Bij combinaties van verschillende merken moet de zekering worden uitgevoerd op basis van de onderstaande mogelijkheden.
  • Pagina 380 Bedrijf E 10 66...
  • Pagina 381 Afhankelijk van de toepassing kan de reflectorplaat (1) midden voor de kuip of links/ rechts naast de kuip worden gemonteerd. - Reflectorplaat in het midden: het vastzetten gebeurt met de desbetreffende klem (2). - Reflectorplaat niet in het midden: Reflectorplaat (1) demonteren, extra bevesti- gingsstang (3) en steunhouder (4) op de gewenste zijde monteren.
  • Pagina 382 Reiniging van de kuip De kuip regelmatig reinigen, vastgekoekte asfaltresten verwijderen. De hopper alleen in afgekoelde toestand reinigen. Als de kuip tijdens de reiniging zich in een asfaltafwerkmachine bevindt, moet deze zijn uitgeschakeld en tegen herinschakeling zijn beveiligd. Alle oppervlakken die in contact komen met asfaltmengsel besproeien met op- losmiddel.
  • Pagina 383 Balk Alle werkzaamheden voor het monteren, instellen en verbreden van de balk worden beschreven in de gebruiksaanwijzing van de balk. 12.1 Elektrische aansluitingen zijplaat - balk Na montage en instelling van de mechanische modules moeten de volgende elektri- sche aansluitingen voorbereid of aangelegd worden: - Afstandsbediening op de houder (1) plaatsen.
  • Pagina 384 Als de zijplaat niet is aangesloten, moet stopcontact (4) worden aansloten op de brug-stekker (4a). Overige aansluitmogelijkheden: - Wormeindschakelaar (5) - Niveausensor (6) - Externe nivelleerautomaat (7) - 24 volt verbruiker, bijv. extra verlichting (8). Bij gebruik van een externe nivelleerautomaat moet deze worden aangemeld in het menu van de afstandsbediening.
  • Pagina 385 F 10 Onderhoud Veiligheidsvoorschriften voor het onderhoud GEVAAR Gevaar door onjuist machineonderhoud Ondeskundig uitgevoerde onderhouds- en reparatiewerk- zaamheden kunnen ernstig letsel en zelfs de dood veroor- zaken! - Laat onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen uitvoeren door geschoold vakpersoneel. - Alle onderhouds-, reparatie- en reinigingswerkzaamhe- den uitsluitend uitvoeren bij uitgeschakelde motor.
  • Pagina 386 VOORZICHTIG Hete oppervlakken! Oppervlakken, ook achter ommantelingen, evenals ver- brandingsgassen van de motor en de balkverwarming, kunnen zeer heet zijn en letsel veroorzaken! - Draag uw persoonlijke veiligheidsuitrusting. - Raak geen hete machinedelen aan. - Onderhouds- en instandhoudingsmaatregelen uitslui- tend uitvoeren bij afgekoelde machine. - Neem ook de andere aanwijzingen in deze handleiding en in het veiligheidshandboek in acht.
  • Pagina 387 F 25 Onderhoudsoverzicht Onderhoudsoverzicht 90 100 F 25 1...
  • Pagina 388 Onderhoud nodig na ... bedrijfsuren Module Hoofdstuk Transporteur q q q q Worm Aandrijfmotor- Tier3 / q q q q Stage IIIa Aandrijfmotor - Tier4i / q q q q Stage IIIb Aandrijfmotor- Tier4F / q q q q q Stage IV Hydraulica q q q...
  • Pagina 389 F 31 Onderhoud - transporteur Onderhoud- transporteur F 31 1...
  • Pagina 390 Intrekgevaar door draaiende of transporterende WAARSCHUWING machinedelen Draaiende of transporterende machinedelen kunnen ern- stig letsel en zelfs de dood veroorzaken! - Gevarenzone niet betreden. - Niet in draaiende of transporterende onderdelen grijpen. - Nauwsluitende kleding dragen. - Waarschuwings- en aanwijzingsbordjes op de machine in acht nemen.
  • Pagina 391 Onderhoudsintervallen Interval Onderhoudspunt Opmerking - Transporteurketting Spanning controleren - Transporteurketting Spanning instellen - Transporteurketting Ketting vervangen - Transporteuraandrijvig - aandrijf- kettingen Kettingspanning controleren - Transporteuraandrijvig - aandrijf- kettingen Kettingspanning instellen - Transporteurleiplaten / transpor- teurplaten vervangen Onderhoud Onderhoud tijdens de inrijdperiode F 31 3...
  • Pagina 392 Onderhoudspunten Kettingspanning transporteur (1) Kettingspanning controleren: Wanneer de transporteurketting correct is gespannen, staat de onderkant van de ketting ca. 20- 25mm boven de frameon- derkant. De transporteurketting mag niet te slap of te strak zijn gespannen. Bij een te strak gespanning ketting kan materiaal tussen ketting en kettingwiel leiden tot stilstand of breuken.
  • Pagina 393 - transporteurketting - transporteurleiplaten - transporteurplaten - Keerplaten - omkeerrollen van de transporteurketting - Kettingwielen van de transporteuraandrijving De Dynapac Klantenservice helpt u graag bij onderhoud, reparatie en vervanging van slijtageonderdelen! F 31 5...
  • Pagina 394 Transporteuraandrijving - aandrijfket- tingen (2) Controleren van de kettingspanning: - De spanning is correct wanneer de ketting ca. 10 - 15 mm heen en weer kan worden bewogen. Bijspannen van de kettingen - Bevestigingsschroeven (A) en contra- moeren (B) iets losdraaien. - De benodigde kettingspanning instel- len met behulp van de stelschroef (C).
  • Pagina 395 - transporteurketting - transporteurleiplaten - transporteurplaten - Keerplaten - omkeerrollen van de transporteurketting - Kettingwielen van de transporteuraandrijving De Dynapac Klantenservice helpt u graag bij onderhoud, reparatie en vervanging van slijtageonderdelen! F 31 7...
  • Pagina 396 F 31 8...
  • Pagina 397 F 40 Onderhoud - module worm Onderhoud - module worm F 40 1...
  • Pagina 398 Intrekgevaar door draaiende of transporterende WAARSCHUWING machinedelen Draaiende of transporterende machinedelen kunnen ern- stig letsel en zelfs de dood veroorzaken! - Gevarenzone niet betreden. - Niet in draaiende of transporterende onderdelen grijpen. - Nauwsluitende kleding dragen. - Waarschuwings- en aanwijzingsbordjes op de machine in acht nemen.
  • Pagina 399 Onderhoudsintervallen Interval Opmer- Onderhoudspunt king Wormbuitenlager - Smeren Planeetdrijfwerk worm - Oliepeil controleren Planeetdrijfwerk worm - Olie bijvullen Planeetdrijfwerk worm - Olie verversen Aandrijfketting worm - Spanning controleren Aandrijfketting worm - Spanning instellen Wormkast - Oliepeil controleren Wormkast - Olie bijvullen Wormkast - Olie verversen Afdichtingen en afdichtringen -...
  • Pagina 400 Interval Opmer- Onderhoudspunt king Drijfwerkschroeven - Controleren op goede bevesti- ging Drijfwerkschroeven - Correcte aanhaalmoment tot stand brengen Buitenlagerschroeven - Controle van het aanhaalmo- ment Buitenlagerschroeven - Correcte aanhaalmoment tot stand brengen Wormblad - Controleren op slijtage Wormblad - Wormblad vervangen Onderhoud Onderhoud tijdens de inrijdperiode F 40 4...
  • Pagina 401 Onderhoudspunten Buitenlager wormen (1) De smeernippels bevinden zich aan bei- de zijden boven op de buitenste wormla- gers. Deze punten moeten dagelijks (na beëindiging werk) gesmeerd worden, waardoor in warme toestand (eventueel) het lager gereinigd en gesmeerd wordt. Als de worm wordt uitgebreid moet men bij de eerste maal vetten van de buiten- ste lagerpunten de buitenringen iets los- maken om voor een betere beluchting te...
  • Pagina 402 Planeetdrijfwerk wormen (2) - Voor oliepeilcontrole de controle- schroef (A) uitdraaien. Het oliepeil is correct wanneer de olie tot aan de onderkant van de controleope- ning staat of wanneer er een beetje olie uit de opening druipt. Vullen met olie: - Controleschroef (A) en vulschroef (B) uitdraaien.
  • Pagina 403 Aandrijfkettingen van de transportworm (3) Controleren van de kettingspanning: - Beide wormen met de hand naar rechts en links draaien. De speling (A) bij de buitenomtrek van de wormen dient hierbij 10 mm te zijn. Verwondingsgevaar door scherpe randen! Bijspannen van de kettingen - Bevestigingsschroeven los- draaien.
  • Pagina 404 Wormkast (4) Oliepeil controleren Het oliepeil is correct wanneer het tus- sen de twee markeringen op de peilstok (A) staat. Vullen met olie: - Schroeven (B) van het bovenste dek- sel van de wormkast uitdraaien. - Deksel (C) verwijderen. - Olie bijvullen tot het juiste peil. - Deksel weer monteren.
  • Pagina 405 Afdichtingen en afdichtringen (5) Controleer nadat de bedrijfstemperatuur is bereikt het drijfwerk op dichtheid. Bij zichtbare lekkage, bijv. tussen de flensvlakken (A) van het drijfwerk, moe- ten de afdichtingen en afdichtringen worden vervangen. F 40 9...
  • Pagina 406 Drijfwerkschroeven Controle van het aanhaalmoment (6) Na de inlooptijd moeten de aanhaalmo- menten van de buitenste drijfwerk- schroeven gecontroleerd worden. Ga na welke drijfwerkvariant in uw machine wordt gebruikt. - Eventueel moeten de volgende aan- haalmomenten tot stand worden ge- bracht: - (A): 86 Nm - (B): 83 Nm...
  • Pagina 407 Bevestigingsschroeven - wormbuitenlager Controle van het aanhaalmoment (7) Na de inlooptijd moeten de aanhaalmo- menten van de bevestigingsschroeven van de wormbuitenlagers gecontroleerd worden. - Eventueel moeten de volgende aan- haalmomenten tot stand worden ge- bracht: - (F): 210 Nm Wanneer de werkbreedte van de worm is gewijzigd, moet na de inlooptijd op- nieuw het aanhaalmoment worden ge- controleerd!
  • Pagina 408 Wormblad (8) Wanneer het oppervlak van het worm- blad (A) scherpe randen krijgt, neemt de diameter van de worm af; de bladen (B) moeten dan worden vervangen. - Schroeven (C), schijfjes (D), moeren (E) en wormblad (B) demonteren. Verwondingsgevaar door scherpe ran- den! Wormbladen moeten zonder speling worden gemonteerd;...
  • Pagina 409 F 50 Onderhoud - module motor Tier 3 (o) Onderhoud - module motor Behalve deze onderhoudshandleiding moet in elk geval de onderhoudshandleiding van de motorenfabrikant in acht worden genomen. Ook alle daarin vermelde onder- houdswerkzaamheden en intervallen zijn bindend. F 50 1...
  • Pagina 410 Intrekgevaar door draaiende of transporterende WAARSCHUWING machinedelen Draaiende of transporterende machinedelen kunnen ern- stig letsel en zelfs de dood veroorzaken! - Gevarenzone niet betreden. - Niet in draaiende of transporterende onderdelen grijpen. - Nauwsluitende kleding dragen. - Waarschuwings- en aanwijzingsbordjes op de machine in acht nemen.
  • Pagina 411 Onderhoudsintervallen Interval Onderhoudspunt Opmerking - Brandstoftank Vulpeil controleren - Brandstoftank Brandstof bijvullen - Brandstoftank Tank en installatie reinigen - Motor-smeeroliesysteem Oliepeil controleren - Motor-smeeroliesysteem Olie bijvullen - Motor-smeeroliesysteem Olie verversen - Motor-smeeroliesysteem Oliefilter vervangen - Brandstofsysteem van de motor Brandstoffilter (waterafscheider leegmaken) - Brandstofsysteem van de motor Brandstofvoorfilter vervangen...
  • Pagina 412 Interval Onderhoudspunt Opmerking - Motor-luchtfilter Luchtfilter controleren - Motor-luchtfilter Stofreservoir Leegmaken - Motor-luchtfilter Luchtfilterinzetstuk Vervangen - Motorkoelsysteem Koelribben controleren - Motorkoelsysteem Koelribben schoonmaken - Motorkoelsysteem Koelmiddelpeil controleren - Motorkoelsysteem Koelmiddel bijvullen - Motorkoelsysteem Koelmiddelconcentratie controle- - Motorkoelsysteem Koelmiddelconcentratie aanpassen - Motorkoelsysteem Koelmiddel vervangen Onderhoud Onderhoud tijdens de inrijdperiode...
  • Pagina 413 Interval Onderhoudspunt Opmerking - Aandrijfriem van de motor Aandrijfriem controleren - Aandrijfriem van de motor Aandrijfriem spannen - Aandrijfriem van de motor Aandrijfriem vervangen Onderhoud Onderhoud tijdens de inrijdperiode F 50 5...
  • Pagina 414 Onderhoudspunten Motor-brandstoftank (1) - Het vulpeil controleren op de indicatie op het bedieningspaneel. Altijd de brandstoftank vullen voordat men begint met het werk; zo voorkomt u 'drooglopen' en daardoor een tijdro- vende ontluchting. Bijvullen van brandstof: - Deksel (A) afschroeven. - Brandstof bijvullen via de vulopening tot het gewenste vulpeil is bereikt.
  • Pagina 415 Motor-smeeroliesysteem (2) Oliepeil controleren Het oliepeil is correct wanneer het tus- sen de twee markeringen op de peilstok (A) staat. Oliecontrole bij horizontaal staande ma- chine! Teveel olie in de motor beschadigt de pakkingen; te weinig olie leidt tot over- verhitting en beschadiging van de motor.
  • Pagina 416 - Opvangbak onder de olieaftapschroef (E) van het carter plaatsen. - Olieaftapschroef (E) demonteren en de olie volledig laten weglopen. - Olieaftapschroef (E) met een nieuwe afdichting weer monteren en goed vastdraaien. - Via de vulopening (B) van de motor olie van de voorgeschreven kwaliteit toevoegen tot het correcte oliepeil is bereikt op de peilstok (A).
  • Pagina 417 Het nieuwe filter wordt aangebracht tij- dens de olieverversing nadat de oude olie is afgetapt. - Filter (H) met een filtersleutel of filter- band losmaken en afschroeven. Be- vestigingsvlak reinigen. - De afdichting van het nieuwe filter lichtjes smeren en het filter met olie vullen voordat het wordt aangebracht.
  • Pagina 418 Brandstofsysteem van de motor (3) Alle filters zijn toegankelijk via de servi- ceklep (A) in de middenwand van de ma- chine: - Schroeven (B) van de framebinnenzij- de demonteren en de serviceklep (A) verwijderen. - Na afloop van de onderhoudswerk- zaamheden de serviceklep (A) weer correct monteren.
  • Pagina 419 Voorfilter vervangen: - Afgescheiden water aftappen met kraan (E) en opvangen; kraan weer sluiten. - Stekker van de watersensor (F) eruit trekken. - Filterpatroon (C) met een filtersleutel of filterband losmaken en afschroeven. - Afdichtvlak van de filterhouder reinigen. - Afdichting van de filterpatroon licht oliën en handvast onder de houder schroeven. - Stekker van de watersensor (F) weer aanbrengen.
  • Pagina 420 Motor-luchtfilter (4) Stofreservoir leegmaken - De stofafvoerklep (A) op het luchtfilter- huis leegmaken door de afvoerspleet samen te drukken. - Eventueel vastgekoekte stof verwijde- ren door het bovenste deel van het ventiel samen te drukken. Stofafvoerklep af en toe schoonmaken. F 50 12...
  • Pagina 421 Luchtfilterinzetstuk vervangen Filteronderhoud is nodig bij: - Service-indicatie van de motorelektro- nica - Luchtfilterhuis (B) openen m.b.v. de klemmen (C). - Filterelement (D) een stuk opzij trek- ken en dan uit de behuizing trekken. - Veiligheidselement (E) eruit trekken en op beschadiging controleren. Veiligheidselement (E) na 3 filteronder- houdsbeurten, maar uiterlijk na 2 jaar, vervangen (niet reinigen!).
  • Pagina 422 Motorkoelsysteem (5) Koelmiddelpeil controleren / bijvullen Het koelwaterpeil moet in koude toe- stand worden gecontroleerd. Men dient te zorgen voor voldoende antivries en anticorrosiemiddel (-25 °C). De installatie staat in warme toestand onder druk. Bij het openen bestaat er ri- sico van brandwonden! - Eventueel geschikt koelmiddel bijvul- len via de geopende sluiting (A) van...
  • Pagina 423 Koelribben controleren / schoonmaken - Eventueel de koeler ontdoen van bladeren, stof en zand. Gebruiksaanwijzing van de motor in acht nemen! Koelmiddelconcentratie controleren - Concentratie controleren m.b.v. een geschikt testapparaat (hydrometer). - Eventueel de concentratie aanpassen. Gebruiksaanwijzing van de motor in acht nemen! F 50 15...
  • Pagina 424 Aandrijfriem van de motor (6) Aandrijfriem controleren - Aandrijfriem controleren op beschadi- ging. Kleine dwarsscheurtjes in de riem zijn acceptabel. Bij langsscheuren die dwarsscheuren raken, en bij materiaalbarsten, moet de riem worden vervangen. Gebruiksaanwijzing van de motor in acht nemen! Aandrijfriem vervangen Gebruiksaanwijzing van de motor in acht nemen!
  • Pagina 425 F 52 Onderhoud - module motor Tier 4i (o) Onderhoud - module motor Behalve deze onderhoudshandleiding moet in elk geval de onderhoudshandleiding van de motorenfabrikant in acht worden genomen. Ook alle daarin vermelde onder- houdswerkzaamheden en intervallen zijn bindend. F 52 1...
  • Pagina 426 Intrekgevaar door draaiende of transporterende WAARSCHUWING machinedelen Draaiende of transporterende machinedelen kunnen ern- stig letsel en zelfs de dood veroorzaken! - Gevarenzone niet betreden. - Niet in draaiende of transporterende onderdelen grijpen. - Nauwsluitende kleding dragen. - Waarschuwings- en aanwijzingsbordjes op de machine in acht nemen.
  • Pagina 427 Onderhoudsintervallen Interval Onderhoudspunt Opmerking - Brandstoftank Vulpeil controleren - Brandstoftank Brandstof bijvullen - Brandstoftank Tank en installatie reinigen - Motor-smeeroliesysteem Oliepeil controleren - Motor-smeeroliesysteem Olie bijvullen - Motor-smeeroliesysteem Olie verversen - Motor-smeeroliesysteem Oliefilter vervangen - Brandstofsysteem van de motor Brandstoffilter (waterafscheider leegmaken) - Brandstofsysteem van de motor Brandstofvoorfilter vervangen...
  • Pagina 428 Interval Onderhoudspunt Opmerking - Motor-luchtfilter Luchtfilter controleren - Motor-luchtfilter Stofreservoir Leegmaken - Motor-luchtfilter Luchtfilterinzetstuk Schoonmaken / vervangen - Motorkoelsysteem Koelribben controleren - Motorkoelsysteem Koelribben schoonmaken - Motorkoelsysteem Koelmiddelpeil controleren - Motorkoelsysteem Koelmiddel bijvullen - Motorkoelsysteem Koelmiddelconcentratie controle- - Motorkoelsysteem Koelmiddelconcentratie aanpassen - Motorkoelsysteem Koelmiddel vervangen...
  • Pagina 429 Interval Onderhoudspunt Opmerking - Aandrijfriem van de motor Aandrijfriem controleren - Aandrijfriem van de motor Aandrijfriem spannen - Aandrijfriem van de motor Aandrijfriem vervangen - Krukas-ontluchtingsfilter filterelement vervangen - Uitlaatsysteem (>129 KW (o)) deeltjesfilter inspecteren Onderhoud Onderhoud tijdens de inrijdperiode F 52 5...
  • Pagina 430 Onderhoudspunten Motor-brandstoftank (1) - Het vulpeil controleren op de indicatie op het bedieningspaneel. Altijd de brandstoftank vullen voordat men begint met het werk; zo voorkomt u 'drooglopen' en daardoor een tijdro- vende ontluchting. Neem aanwijzingen m.b.t. brandstofadviezen specificatie hoofdstuk „Smeermiddelen bedrijfsstoffen“...
  • Pagina 431 Motor-smeeroliesysteem (2) Oliepeil controleren Het oliepeil is correct wanneer het tus- sen de twee markeringen op de peilstok (A) staat. Oliecontrole bij horizontaal staande ma- chine! Teveel olie in de motor beschadigt de pakkingen; te weinig olie leidt tot over- verhitting en beschadiging van de motor.
  • Pagina 432 - Opvangbak onder de olieaftapschroef (E) van het carter plaatsen. - Olieaftapschroef (E) demonteren en de olie volledig laten weglopen. - Olieaftapschroef (E) met een nieuwe afdichting weer monteren en goed vastdraaien. - Via de vulopening (B) van de motor olie van de voorgeschreven kwaliteit toevoegen tot het correcte oliepeil is bereikt op de peilstok (A).
  • Pagina 433 Het nieuwe filter wordt aangebracht tij- dens de olieverversing nadat de oude olie is afgetapt. - Filter (H) met een filtersleutel of filter- band losmaken en afschroeven. Be- vestigingsvlak reinigen. - De afdichting van het nieuwe filter lichtjes smeren en het filter met olie vullen voordat het wordt aangebracht.
  • Pagina 434 Brandstofsysteem van de motor (3) Alle filters zijn toegankelijk via de servi- ceklep (A) in de middenwand van de ma- chine: - Schroeven (B) van de framebinnenzij- de demonteren en de serviceklep (A) verwijderen. - Na afloop van de onderhoudswerk- zaamheden de serviceklep (A) weer correct monteren.
  • Pagina 435 Voorfilter vervangen: - Afgescheiden water aftappen met kraan (E) en opvangen; kraan weer sluiten. - Stekker van de watersensor (F) eruit trekken. - Filterpatroon (C) met een filtersleutel of filterband losmaken en afschroeven. - Afdichtvlak van de filterhouder reinigen. - Afdichting van de filterpatroon licht oliën en handvast onder de houder schroeven. - Stekker van de watersensor (F) weer aanbrengen.
  • Pagina 436 Motor-luchtfilter (4) Stofreservoir leegmaken - De stofafvoerklep (A) op het luchtfilter- huis leegmaken door de afvoerspleet samen te drukken. - Eventueel vastgekoekte stof verwijde- ren door het bovenste deel van het ventiel samen te drukken. - Verzamelbak (B) openen m.b.v. de klemmen (C) en het stof verwijderen.
  • Pagina 437 Luchtfilterinzetstuk reinigen / vervangen Filteronderhoud is nodig bij: - Service-indicatie van de motorelektro- nica - Verzamelbak (B) openen m.b.v. de klemmen (C). - Luchtfilterhuis (D) openen m.b.v. de klemmen (E). - Filterelement (F) en beveiligingsele- ment (G) eruit trekken. Filterelement (F) reinigen, uiterlijk na een jaar vervangen.
  • Pagina 438 Motorkoelsysteem (5) Koelmiddelpeil controleren / bijvullen Het koelwaterpeil moet in koude toe- stand worden gecontroleerd. Men dient te zorgen voor voldoende antivries en anticorrosiemiddel (-25 °C). De installatie staat in warme toestand onder druk. Bij het openen bestaat er ri- sico van brandwonden! - Eventueel geschikt koelmiddel bijvul- len via de geopende sluiting (A) van...
  • Pagina 439 Koelribben controleren / schoonmaken - Eventueel de koeler ontdoen van bladeren, stof en zand. Gebruiksaanwijzing van de motor in acht nemen! Koelmiddelconcentratie controleren - Concentratie controleren m.b.v. een geschikt testapparaat (hydrometer). - Eventueel de concentratie aanpassen. Gebruiksaanwijzing van de motor in acht nemen! F 52 15...
  • Pagina 440 Aandrijfriem van de motor (6) Aandrijfriem controleren - Aandrijfriem controleren op beschadi- ging. Kleine dwarsscheurtjes in de riem zijn acceptabel. Bij langsscheuren die dwarsscheuren raken, en bij materiaalbarsten, moet de riem worden vervangen. Gebruiksaanwijzing van de motor in acht nemen! Aandrijfriem vervangen Gebruiksaanwijzing van de motor in acht nemen!
  • Pagina 441 Krukas-ontluchtingsfilter (7) Filterelement vervangen - Deksel (A) verwijderen en filterdeksel (B) demonteren. - Verwijder het oude filter. Deksel en dekselafdichting moeten op beschading gecontroleerd en eventueel vervangen worden! - Reinig het bevestigingsvlak (D) van het filter en de afdichtvlakken van de O-ringen met een licht oplosmiddel en een poetslap en maak ze daarna droog met een schone poetslap.
  • Pagina 442 Uitlaatsysteem - deeltjesfilter (8) Deeltjesfilter inspecteren Het deeltjesfilter moet voor een volledi- ge inspectie worden gedemonteerd. Een uitvoerige beschrijving vindt u in de gebruiksaanwijzing van de motor. Alle veiligheidsaanwijzingen, evenals in- structies over de voorgeschreven aan- haalmomenten en benodigde hulpmid- delen (bijv.
  • Pagina 443 F 54 Onderhoud - module motor Tier 4F (o) Onderhoud - module motor Behalve deze onderhoudshandleiding moet in elk geval de onderhoudshandleiding van de motorfabrikant in acht worden genomen. Ook alle daarin vermelde onder- houdswerkzaamheden en intervallen zijn bindend. F 54 1...
  • Pagina 444 Intrekgevaar door draaiende of transporterende WAARSCHUWING machinedelen Draaiende of transporterende machinedelen kunnen ern- stig letsel en zelfs de dood veroorzaken! - Gevarenzone niet betreden. - Niet in draaiende of transporterende onderdelen grijpen. - Nauwsluitende kleding dragen. - Waarschuwings- en aanwijzingsbordjes op de machine in acht nemen.
  • Pagina 445 Onderhoudsintervallen Interval Onderhoudspunt Opmerking - Brandstoftank Vulpeil controleren - Brandstoftank Brandstof bijvullen - Brandstoftank Tank en installatie reinigen - Motor-smeeroliesysteem Oliepeil controleren - Motor-smeeroliesysteem Olie bijvullen - Motor-smeeroliesysteem Olie verversen - Motor-smeeroliesysteem Oliefilter vervangen - Brandstofsysteem van de motor Brandstoffilter (waterafscheider leegmaken) - Brandstofsysteem van de motor Brandstofvoorfilter vervangen...
  • Pagina 446 Interval Onderhoudspunt Opmerking - Motor-luchtfilter Luchtfilter controleren - Motor-luchtfilter Stofreservoir leegmaken - Motor-luchtfilter Luchtfilterinzetstuk schoonma- ken / vervangen - Motorkoelsysteem Koelribben controleren - Motorkoelsysteem Koelribben schoonmaken - Motorkoelsysteem Koelmiddelpeil controleren - Motorkoelsysteem Koelmiddel bijvullen - Motorkoelsysteem Koelmiddelconcentratie controleren - Motorkoelsysteem Koelmiddelconcentratie aanpassen - Motorkoelsysteem...
  • Pagina 447 Interval Onderhoudspunt Opmerking ® - AdBlue / DEF-tank Vulpeil controleren ® - AdBlue / DEF-tank ® AdBlue / DEF bijvullen ® - AdBlue / DEF-tank Zuigfilter vervangen ® - AdBlue / DEF-tank tankdeksel controleren ® - AdBlue / DEF-tank tankdeksel reinigen ®...
  • Pagina 448 Interval Onderhoudspunt Opmerking - Aandrijfriem van de motor Aandrijfriem controleren - Aandrijfriem van de motor Aandrijfriem spannen - Aandrijfriem van de motor Aandrijfriem vervangen - Krukas-ontluchtingsfilter Filterelement vervangen - Uitlaatsysteem / dieseloxidatiekatalysator inspecteren Onderhoud Onderhoud tijdens de inrijdperiode F 54 6...
  • Pagina 449 Onderhoudspunten Motor-brandstoftank (1) - Het vulpeil controleren op de indicatie op het bedieningspaneel. Altijd de brandstoftank vullen voordat men begint met het werk; zo voorkomt u "drooglopen" en daardoor een tijdro- vende ontluchting. Neem de aanwijzingen m.b.t. brandsto- fadviezen en specificatie in het hoofdstuk "Smeermiddelen en bedrijfsstoffen" in acht! GEVAAR Gevaar door ultra-zwavelarme diesel Ultra-zwavelarme diesel (ULSD) brengt een groter gevaar...
  • Pagina 450 Bijvullen van brandstof: - Deksel (A) afschroeven. - Brandstof bijvullen via de vulopening tot het gewenste vulpeil is bereikt. - Deksel (A) weer vastschroeven. Tank en installatie reinigen: - Aftapschroef (B) uit de tankbodem draaien, ca. 1 liter brandstof aftappen in een opvangbak.
  • Pagina 451 Motor-smeeroliesysteem (2) Oliepeil controleren Het oliepeil is correct wanneer het tus- sen de twee markeringen op de peilstok (A) staat. Oliecontrole bij horizontaal staande machine! Teveel olie in de motor beschadigt de pakkingen; te weinig olie leidt tot over- verhitting en beschadiging van de motor. Vullen met olie: - Deksel (B) verwijderen.
  • Pagina 452 - Opvangbak onder de olieaftapschroef (E) van het carter plaatsen. - Olieaftapschroef (E) demonteren en de olie volledig laten weglopen. - Olieaftapschroef (E) met een nieuwe afdichting weer monteren en goed vastdraaien. - Via de vulopening (B) van de motor olie van de voorgeschreven kwaliteit toevoegen tot het correcte oliepeil is bereikt op de peilstok (A).
  • Pagina 453 Het nieuwe filter wordt aangebracht tij- dens de olieverversing nadat de oude olie is afgetapt. - Filter (H) met een filtersleutel of filter- band losmaken en afschroeven. Be- vestigingsvlak reinigen. - De afdichting van het nieuwe filter lichtjes smeren en het filter met olie vullen voordat het wordt aangebracht.
  • Pagina 454 Brandstofsysteem van de motor (3) Alle filters zijn toegankelijk via de servi- ceklep (A) in de middenwand van de machine: - Schroeven (B) van de framebinnenzij- de demonteren en de serviceklep (A) verwijderen. - Na afloop van de onderhoudswerk- zaamheden de serviceklep (A) weer correct monteren.
  • Pagina 455 Voorfilter vervangen: - Afgescheiden water aftappen met kraan (E) en opvangen; kraan weer sluiten. - Stekker van de watersensor (F) eruit trekken. - Filterpatroon (C) met een filtersleutel of filterband losmaken en afschroeven. - Afdichtvlak van de filterhouder reinigen. - Afdichting van de filterpatroon licht oliën en onder de houder schroeven. - Zodra de afdichting contact maakt met de filterkop, het filter 3/4 tot een hele slag verder draaien.
  • Pagina 456 Filtervervanging bij afzuiging (o) Om de filters toegankelijk te maken, moet eerst de afvoerluchtschacht (A) worden gedemonteerd. - Motorkap openen, schroeven (B) aan de onderzijde van de schacht demon- teren. - Klemmen (C) aan de framebinnenzij- de losmaken en de afvoerlucht- schacht (A) verwijderen.
  • Pagina 457 Motor-luchtfilter (4) Stofreservoir leegmaken - De stofafvoerklep (A) op het luchtfilter- huis leegmaken door de afvoerspleet samen te drukken. - Eventueel vastgekoekte stof verwijde- ren door het bovenste deel van het ventiel samen te drukken. - Verzamelbak (B) openen m.b.v. de klemmen (C) en het stof verwijderen.
  • Pagina 458 Luchtfilterinzetstuk reinigen / vervangen Filteronderhoud is nodig bij: - Service-indicatie van de motorelektro- nica of volgens onderhoudsinterval. - Verzamelbak (B) openen m.b.v. de klemmen (C). - Luchtfilterhuis (D) openen m.b.v. de klemmen (E). - Filterelement (F) en beveiligingsele- ment (G) eruit trekken. - Nieuwe filterelementen in omgekeer- de volgorde aanbrengen.
  • Pagina 459 Motorkoelsysteem (5) Koelmiddelpeil controleren / bijvullen Het koelwaterpeil moet in koude toe- stand worden gecontroleerd. Men dient te zorgen voor voldoende antivries en anticorrosiemiddel (-25 °C). De installatie staat in warme toestand onder druk. Bij het openen bestaat er ri- sico van brandwonden! - Eventueel geschikt koelmiddel bijvul- len via de geopende sluiting (A) van...
  • Pagina 460 Koelribben controleren / schoonmaken - Eventueel de koeler ontdoen van bladeren, stof en zand. Gebruiksaanwijzing van de motor in acht nemen! Koelmiddelconcentratie controleren - Concentratie controleren m.b.v. een geschikt testapparaat (hydrometer). - Eventueel de concentratie aanpassen. Gebruiksaanwijzing van de motor in acht nemen! F 54 18...
  • Pagina 461 ® - Nooit olie, diesel of andere vloeistoffen in de AdBlue DEF -installatie doen: - Bij een onjuiste vulling de motor niet starten. - Neem contact op met de Dynapac-service. ® - Gebruik uitsluitend AdBlue / DEF volgens ISO 22241-1 / DIN 70070.
  • Pagina 462 ® WAARSCHUWING Gevaar door AdBlue / Diesel Exhaust Fluid (DEF) Onvoldoende voorbereidingsmaatregelen bij de omgang ® met AdBlue / DEF kunnen ernstig letsel veroorzaken! ® AdBlue / DEF mag niet in contact komen met huid, ogen ® en kleding, en het mag niet worden ingeslikt. AdBlue DEF uit de buurt van kinderen houden.
  • Pagina 463 Gevaar door ammoniakdampen, overdruk in WAARSCHUWING de container ® Wanneer u het deksel van de AdBlue / DEF-container bij hoge temperatuur opent, kunnen er ammoniakdampen ont- snappen die letsel kunnen veroorzaken! ® - Vul de AdBlue / DEF-container alleen in een goed geventileerde ruimte.
  • Pagina 464 AdBlue ® / DEF-tank - zuigfilter Filterelement vervangen - Voor de filtervervanging moeten op de ® AdBlue / DEF-multikop (A) de toe- voerleidingen (B) worden gedemon- teerd moet elektrische aansluiting (stekker) (C) worden los- gemaakt. Weglopende resthoeveelheden uit de slangen opvangen in een geschikte bak of met een poetsdoek.
  • Pagina 465 - De multikop (A) aan de omvang voor- zichtig uit het tankoppervlak tillen met geschikte platte schroeven- draaier. Daarbij gelijktijdig aan de kop trekken. Niet aan de aansluitkabels of aan het aansluitstuk trekken! - De multikop voorzichtig omhoog trek- ken tot het onderstuk zich bij de onder- zijde van de tankopening bevindt.
  • Pagina 466 Filtervervanging < / = serienr. 003055 - De bevestigingsschroef (F) van het fil- ter losmaken. - Het oude filter (G) van de zuigbuis trekken. - Het nieuwe filter op de zuigbuis steken en monteren met een nieuwe bevesti- gingsschroef (F). F 54 24...
  • Pagina 467 - De O-ring (H) van de multikop licht invetten. - Het filterelement (G) in het midden in de richting van de onderzijde van het onderstuk vouwen. - Het onderstuk kantelen in een hoek van ca. 45°. - De filterzijde en de punt van het onder- stuk in de tankopening plaatsen vol- gens de afbeelding.
  • Pagina 468 - De borgring (E) over de filterkop leggen. - De schroeven (D) weer goed vast- draaien. - Tenslotte de toevoerleidingen (B) monteren en de elektrische verbinding tot stand brengen (stekker) (C). Na de montage moet de correcte afdich- ting worden gecontroleerd d.m.v. proef- draaien.
  • Pagina 469 Filtervervanging > / = serienr. 003056 - De bevestigingsschroef (F) van het fil- ter losmaken. - Het oude filter (G) van de zuigbuis trekken. - Het nieuwe filter op de zuigbuis steken en monteren met een nieuwe bevesti- gingsschroef (F). Zorg voor een correcte plaatsing van het filter en de houders! - De O-ring (H) van de multikop...
  • Pagina 470 - Plaats de filterzijde in de tankopening volgens de afbeelding. - Breng voorzichtig de gehele eenheid I stukje bij beetje aan in de tankopening. De onderdelen niet ineens en met druk in de tankopening duwen. Dit leidt tot be- schadigingen! - Zet de kop in de gewenste positie.
  • Pagina 471 - De schroeven (D) weer goed vast- draaien. - Tenslotte de toevoerleidingen (B) monteren en de elektrische verbinding tot stand brengen (stekker) (C). Na de montage moet de correcte afdich- ting worden gecontroleerd d.m.v. proef- draaien. F 54 29...
  • Pagina 472 AdBlue ® / DEF-tank - tankdeksel tankdeksel reinigen Verontreinigingen of AdBlue / DEF- ® kristallen op de buiten- en binnenzijde van het tankdeksel kunnen tot ernstig beschadiging van de installatie leiden! Als het tankdeksel zichtbaar vuil is, moet het als volgt worden gereinigd. - Maak de klemlip (A) los en schroef het tankdeksel (B) van de tank.
  • Pagina 473 - Als er DEF-kristallen of vuil op de af- dichting achtergebleven zijn, veegt u de afdichting af met een vochtige lap. - Daarna het tankdeksel met de eerder losgemaakte klemlip verbinden en op de tank schroeven. F 54 31...
  • Pagina 474 AdBlue ® / DEF-doseervoorziening De accuklemmen van het voertuig niet losmaken voordat het doseersysteem een spoelcyclus heeft voltooid. Na uit- schakeling van het contact minstens 5 minuten wachten voordat u begint met werkzaamheden aan de doseervoorzie- ning. Filterelement vervangen - Een geschikte opvangbak onder het fil- terhuis zetten om wegstromende Ad- ®...
  • Pagina 475 Aandrijfriem van de motor (7) Aandrijfriem controleren - Aandrijfriem controleren op beschadi- ging. Kleine dwarsscheurtjes in de riem zijn acceptabel. Bij langsscheuren die dwarsscheuren raken, en bij materiaalbarsten, moet de riem worden vervangen. Gebruiksaanwijzing van de motor in acht nemen! Aandrijfriem vervangen Gebruiksaanwijzing van de motor in acht nemen!
  • Pagina 476 Krukas-ontluchtingsfilter (8) Filterelement vervangen - Deksel (A) verwijderen en filterdeksel (B) demonteren. - Verwijder het oude filter. Deksel en dekselafdichting moeten op beschadiging gecontroleerd en even- tueel vervangen worden! - Reinig het bevestigingsvlak (D) van het filter en de afdichtvlakken van de O-ringen met een licht oplosmiddel en een poetslap en maak ze daarna droog met een schone poetslap.
  • Pagina 477 - Raak geen hete machinedelen aan. - Neem ook de andere aanwijzingen in de gebruiksaanwij- zing van de motor en in het veiligheidshandboek in acht. Alle reparaties aan het uitlaatsysteem moeten worden afgesproken met de klantenservice van Dynapac! F 54 35...
  • Pagina 478 F 54 36...
  • Pagina 479 F 60 Onderhoud - hydraulica Onderhoud - hydraulica F 60 1...
  • Pagina 480 Gevaar door hydraulische olie WAARSCHUWING Onder hoge druk vrijkomende hydraulische olie kan ernstig letsel en zelfs de dood veroorzaken! - Werkzaamheden aan de hydraulische installatie mogen uitsluitend worden uitgevoerd door deskundig personeel! - Hydraulische slangen die scheurvorming vertonen of doorlekken, moeten direct worden vervangen. - Hydraulische installatie drukloos maken.
  • Pagina 481 Gevaar door restdruk in hydraulische leidingen WAARSCHUWING Restdruk in het hydraulische systeem kan tot ernstig letsel en zelfs de dood leiden! - Ga bij werkzaamheden aan het hydraulische systeem als volgt te werk: 1. Machine op een vlakke ondergrond zetten, beveili- gen tegen onbedoeld wegrollen en eventueel de par- keerrem activeren.
  • Pagina 482 Onderhoudsintervallen Interval Onderhoudspunt Opmerking - Hydraulische tank - Vulpeil controleren - Hydraulische tank - Olie bijvullen - Hydraulische tank - Olie verversen en reinigen - Hydraulische tank - Onderhoudsindicatie controleren - Hydraulische tank - Hydraulisch aanzuig-/retourfilter vervangen, ontluchten - Hydraulische tank - Ventilatiefilter vervangen - Hogedrukfilter - Onderhoudsindicatie controleren...
  • Pagina 483 Interval Onderhoudspunt Opmerking - Pompverdelerdrijfwerk - Oliepeil controleren - Pompverdelerdrijfwerk - Olie bijvullen - Pompverdelerdrijfwerk - Olie verversen - Pompverdelerdrijfwerk - Ontluchter controleren - Pompverdelerdrijfwerk - Ontluchter reinigen - Hydraulische slangen - Visuele controle - Hydraulische installatie Dichtheidscontrole - Hydraulische installatie Schroefverbindingen vastdraaien - Hydraulische slangen - Slangen vervangen...
  • Pagina 484 Onderhoudspunten Hydraulische olietank (1) - Oliepeil controleren op het kijkglas (A). Bij de controle moet de hydraulische olie een temperatuur van minstens 50 °C hebben. Het oliepeil moet bij ingeschoven cilinders tot het midden van het kijkglas reiken. verplaatsbare bedieningsbor- des (o) moet daarbij naar links zijn verplaatst.
  • Pagina 485 Verversen van olie: - Aftapschroef (D) in de tankbodem uit- draaien om de hydraulische olie af te tappen. - De olie met behulp van een trechter opvangen in een bak. - Na het aftappen de schroef weer vast- draaien met een nieuwe afdichting. Bij gebruik van de aftapslang (o): - Afsluitdop (E) afschroeven.
  • Pagina 486 Hydraulisch aanzuig-/retourfilter (2) Filtervervanging uitvoeren volgens de intervallen of wanneer het controlelamp- je op het bedieningspaneel dit aangeeft! - Dekselbevestigingsschroeven (A) ver- wijderen en deksel eraf tillen. - De eruit genomen eenheid demonte- ren in: - Deksel (B) - Scheidingsplaat (C) - Filter (D) - Vuilopvangkorf (E) - Filterhuis, deksel, scheidingsplaat en...
  • Pagina 487 Filter ontluchten - Het geopende filterhuis met hydrauli- sche olie vullen tot ca. 2 cm onder de bovenrand. - Olie bijvullen wanneer het oliepeil la- ger wordt. Een langzame daling van het oliepeil van ca. 1 cm / min is normaal! - Wanneer het oliepeil stabiel blijft, de geassembleerde eenheid met het nieuwe filterelement langzaam in de...
  • Pagina 488 Hogedrukfilter (3) De filterelementen moeten worden ver- vangen zodra de onderhoudsindicatie (A) rood is. De hydraulica van de machine heeft 3 hogedrukfilters. - Filterhuis (B) afschroeven. - Filterinzetstuk verwijderen. - Filterhuis reinigen. - Nieuw filterinzetstuk aanbrengen. - Afdichtring van het filterhuis vervan- gen.
  • Pagina 489 Pompverdelerdrijfwerk (4) - Oliepeil controleren met de peilstok (A). Het oliepeil moet tussen de bovenste en onderste markering liggen. Vullen met olie: - Peilstaaf (A) volledig uittrekken. - Verse olie toevoegen via de peilstoko- pening (B). - Vulpeil controleren m.b.v. de peilstok. Even wachten voordat u het peil contro- leert met de peilstok, omdat de nieuwe olie eerst omlaag moet stromen.
  • Pagina 490 Ontluchter De ontluchter (A) bevindt zich op de ach- terkant van de behuizing van het pomp- verdelerdrijfwerk. - De werking van de ontluchter moet gewaarborgd worden. Wanneer er vuil is binnengedrongen, moet de ontluchter gereinigd worden. F 60 12...
  • Pagina 491 Hydraulische slang (5) - De toestand van de hydraulische slan- gen doelgericht controleren. - Beschadigde slangen direct vervangen. Vervang de hydraulische slangleidingen wanneer deze bij de inspectie de vol- gende eigenschappen blijken te hebben: - Beschadiging van de buitenlaag tot aan het inlegwerk (bijv.
  • Pagina 492 Bij het monteren en demonteren van hydraulische slangleidingen moeten de volgen- de aanwijzingen beslist in acht worden genomen: - Gebruik uitsluitend originele hydraulische slangen van Dynapac! - Houd ze altijd goed schoon! - Hydraulische slangleidingen moeten in principe zodanig worden gemonteerd dat in alle bedrijfstoestanden - geen trekbelasting optreedt, uitgezonderd door het eigengewicht.
  • Pagina 493 Kenmerking van hydraulische slang- leidingen / opslag- en gebruiksduur Een ingestanst nummer op het schroe- faansluitstuk geeft informatie over de productiedatum (A) (maand/jaar) en de maximaal toegestane druk voor de slang (B). Nooit slangen inbouwen die te lang heb- ben gelegen en altijd op de toegestane druk letten.
  • Pagina 494 Nevenfilter (6) Bij gebruik van een nevenstroomfilter vervalt de hydraulische olieverversing! De kwaliteit van de olie moet regelmatig worden gecontroleerd. Eventueel moet er olie worden bijgevuld! Filterelement vervangen: - Schroefdeksel (A) losdraaien; dan de afsluitklep kort openen om het oliepeil in het filter lager te maken; vervolgens de afsluitklep weer sluiten.
  • Pagina 495 F 73 Onderhoud - loopwerk Onderhoud - loopwerk F 73 1...
  • Pagina 496 Intrekgevaar door draaiende of transporterende WAARSCHUWING machinedelen Draaiende of transporterende machinedelen kunnen ern- stig letsel en zelfs de dood veroorzaken! - Gevarenzone niet betreden. - Niet in draaiende of transporterende onderdelen grijpen. - Nauwsluitende kleding dragen. - Waarschuwings- en aanwijzingsbordjes op de machine in acht nemen.
  • Pagina 497 Onderhoudsintervallen Interval Onderhoudspunt Opmerking - Kettingspanning - Controleren - Kettingspanning - Instellen - Kettingen - Ontspannen - Bodemplaten - Controleren op slijtage - Bodemplaten - Vervangen - Looprollen - Dichtheid controleren - Looprollen - Controleren op slijtage - Looprollen - Vervangen Onderhoud Onderhoud tijdens de inrijdperiode...
  • Pagina 498 Interval Onderhoudspunt Opmerking - Planeetdrijfwerk Oliepeil controleren - Planeetdrijfwerk Olie bijvullen - Planeetdrijfwerk Olie verversen - Planeetdrijfwerk Controle van de oliekwaliteit - Planeetdrijfwerk Schroefverbindingen Controleren - Planeetdrijfwerk Schroefverbindingen Vastdraaien Onderhoud Onderhoud tijdens de inrijdperiode F 73 4...
  • Pagina 499 Bij het repareren van de veerelementen zijn aanzienlijke veiligheidsmaatregelen ver- eist; daarom mag het alleen door een deskundige werkplaats worden uitgevoerd! De Dynapac Klantenservice helpt u graag bij onderhoud, reparatie en vervanging van slijtageonderdelen! F 73 5...
  • Pagina 500 Onderhoudspunten Kettingspanning (1) Te slap gespannen kettingen kunnen uit de geleiding van de rollen, het aandrijf- wiel en het leiwiel lopen en versnellen de slijtage. Te strak gespannen kettingen versnellen de slijtage van de leiwiel- en aandrijflagers en de slijtage van de bouten en bussen van de ketting. Kettingspanning controleren / instel- - De kettingspanning wordt ingesteld m.b.v.
  • Pagina 501 - Voordat de kettingspanning wordt gecontroleerd of ingesteld, moet men ervoor zor- gen dat de stand van de ketting t.o.v. het leiwiel overeenkomt met afbeelding (A). Eventueel de machine iets verplaatsen om dit te corrigeren. - Met een meetlat de maximale doorhang tussen glijstukken (C) en (D) van het loopwerk meten: - De afstand (E) tussen de bodemplaat en de meetlat moet tussen 10 - 20 mm liggen.
  • Pagina 502 Als bij de meting een afwijkende doorhang wordt geconstateerd, dient men als volgt te werk te gaan: - Hulpstuk voor platte nippels (gereed- schapskist) smeerpistool schroeven. - Via vulaansluiting (A) vet toevoegen aan de kettingspanner, smeerpistool verwijderen. - De kettingspanning nogmaals contro- leren volgens bovenstaande beschrij- ving.
  • Pagina 503 Bodemplaten (2) Bij het monteren van nieuwe bodempla- ten altijd nieuwe schroeven en moeren gebruiken! - Na demontage van versleten bodem- platen moeten de contactvlakken van de kettingschalmen en de moergaten worden ontdaan van vuil. - Leg de bodemplaat met de voorkant (A) over het boutoog (B) van de ket- tingschalmen.
  • Pagina 504 Looprollen (3) Looprollen met versleten loopvlakken en ondichte looprollen moeten direct wor- den vervangen! - Loopwerkketting ontspannen. - Loopwerkframe optillen met een ge- schikte hefvoorziening en het vastge- kleefde vuil verwijderen. Veiligheidsmaatregelen in acht nemen bij het optillen en borgen van lasten! - Defecte looprol demonteren.
  • Pagina 505 Planeetdrijfwerk (4) - Tuimelaar zodanig draaien dat de af- tapschroef (B) zich onderaan bevindt. - Voor oliepeilcontrole de controle- schroef (A) uitdraaien. Het oliepeil is correct wanneer de olie tot aan de onderkant van de controleope- ning staat of wanneer er een beetje olie uit de opening druipt.
  • Pagina 506 Als alternatief kunnen de oliepeilcontrole en de olieverversing worden uitgevoerd aan de achterkant van het drijfwerk: - Veiligheidsdeksel (A) demonteren. - Op de achterkant van het drijfwerk be- vinden zich: - Olievulopening (B) - Oliepeilcontrole (C) - Olieaftapopening (D) Oliepeilcontrole en olieverversing uit- voeren volgens de bovenstaande be- schrijving.
  • Pagina 507 Schroefverbindingen Controleer na 250 bedrijfsuren bij volle- dige belasting alle bevestigingsschroe- ven van het drijfwerk op stevige bevestiging. Schroeven die niet goed zijn vastge- draaid, kunnen tot verhoogde slijtage en beschadiging van onderdelen leiden! - Het juiste aanhaalmoment voor de verbindingsschroeven drijfwerk-loopwerkframe (B) bedraagt: 500Nm +/-50Nm...
  • Pagina 508 F 73 14...
  • Pagina 509 F 81 Onderhoud - elektriciteit Onderhoud - elektriciteit F 81 1...
  • Pagina 510 Intrekgevaar door draaiende of transporterende WAARSCHUWING machinedelen Draaiende of transporterende machinedelen kunnen ern- stig letsel en zelfs de dood veroorzaken! - Gevarenzone niet betreden. - Niet in draaiende of transporterende onderdelen grijpen. - Nauwsluitende kleding dragen. - Waarschuwings- en aanwijzingsbordjes op de machine in acht nemen.
  • Pagina 511 Onderhoudsintervallen Interval Onderhoudspunt Opmerking Vulpeil van het accuzuur controleren q Gedestilleerd water bijvullen Accupolen invetten - Generator Functiecontrole van de isolatiebe- waking van de elektro-installatie - Generator Visuele controle op vervuiling en beschadiging - Ventilatieluchtopeningen contro- leren op vervuiling en verstop- ping, eventueel reinigen q Elektrische zekeringen Onderhoud...
  • Pagina 512 Onderhoudspunten Accu's (1) Onderhoud van de accu's De accu's zijn in de fabriek gevuld met de juiste hoeveelheid accuzuur. Het vloeistofpeil moet tot de bovenste mar- kering reiken. Indien nodig dient men uit- sluitend gedestilleerd water bij te vullen! De poolklemmen moeten oxidevrij zijn en met speciaal accuvet worden be- schermd.
  • Pagina 513 Opladen van de accu's Beide accu's moeten afzonderlijk worden opgeladen; hiertoe moeten ze uit de machi- ne worden gedemonteerd. Accu's altijd rechtop transporteren! Voor en na het opladen van een accu moet altijd het elektrolytpeil van elke cel worden gecontroleerd; eventueel uitsluitend met gedestilleerd water bijvullen. Tijdens het opladen van een accu moet elke cel geopend zijn, d.w.z.
  • Pagina 514 Generator (2) Isolatiebewaking elektro-installatie 3 SEC Dagelijks moet voor het begin van het werk worden gecontroleerd of de isolatiebewa- king goed werkt. Bij deze test wordt alleen de werking van de isolatiebewaking gecontroleerd, en niet of er isolatiefout bestaat in de verwarmingssecties of in de verbruikers. - Aandrijfmotor van de machine starten.
  • Pagina 515 Generatorreiniging De generator moet regelmatig worden gecontroleerd op overmatige vervuiling, en evt. worden gereinigd. - Luchtinlaat (1) en ventilatorkap (2) moeten vuilvrij worden gehouden. Reinigen met een hogedrukreiniger is niet toegestaan! F 81 7...
  • Pagina 516 Elektrische zekeringen / relais (3) Zekeringen De zekeringsuitrusting kan verschillen per versie. werking F1.2 Hoofdzekering 1 F1.2 Hoofdzekering 2 F1.3 Voorgloei-installatie dieselmotor F1.4 Motor T4F Nivellering Remlicht Bedieningspaneel / noodstop Sensor rem Schijnwerper worm F 81 8...
  • Pagina 517 werking Balk / Engeland-stopknop / voorwielaandrijving Truck assist Verwarmingssysteem Afstandsbediening links + rechts Balk T4F AdBlue-verwarming Motor-besturingsapparaat Motor T4F-systeem Sensor bordes verplaatsen / Pave IR Stopcontact (24V) Sensor wormhoogte Waarschuwingsknipperlicht Bedieningspaneel Diagnose-aansluitpunt besturingsapparaat / display Diagnose-aansluitpunt motor Stroomvoorziening slave A11 Stroomvoorziening slave A1 Stopcontact (12V) Stroomvoorziening master / slave / Screed Controller...
  • Pagina 518 werking Stoelverwarming Schijnwerpers achteraan Ruitenwisser Centrale smering Hoofdzekering verlichting Parkeerlicht links Parkeerlicht rechts Bedieningspaneel-verlichting Dimlicht Groot licht F 81 10...
  • Pagina 519 Relais in de motorruimte werking Motorstart F 81 11...
  • Pagina 520 Relais in de aansluitdoos De relaisuitrusting kan verschillen per versie. werking Ontsteking Aandrijfmotor start / stop Master / slave / Screed Controller Motorstart Verlichting vooraan Verlichting achteraan Wormverlichting voor Claxon Parkeerlicht T4F - Adblue-verwarming F 81 12...
  • Pagina 521 werking T4F - Adblue-verwarming T4F - Adblue-verwarming Dieselpomp AdBlue Supply Module Knipperlicht Zwaailicht Stoelverwarming Ruitenwisser Ruitensproeier Achteruitrijwaarschuwingssignaal Centrale smering Licht StVZO (Duitse regeling van de toelating van motorvoertuigen tot het wegverkeer) Grootlicht / dimlicht Coming-home verlichting Coming-home verlichting Voorgloei-installatie F 81 13...
  • Pagina 522 F 81 14...
  • Pagina 523 F 90 Onderhoud - smeerpunten Onderhoud - smeerpunten Gegevens over de smeerpunten van de verschillende modules bevinden zich in de specifieke onderhoudsbeschrijvingen en moeten daar geraadpleegd worden! F 90 1...
  • Pagina 524 Door gebruik van een centrale smeerinstallatie (o) kan het aantal smeerpunten af- wijken van de beschrijving. Onderhoudsintervallen Interval Onderhoudspunt Opmerking Vulpeil smeermiddelreservoir controleren Smeermiddelreservoir vullen Centrale smeerinstallatie ont- luchten Overdrukklep controleren Smeermiddeldoorstroming van de verbruiker controleren Lagerpunten Onderhoud Onderhoud tijdens de inrijdperiode F 90 2...
  • Pagina 525 Onderhoudspunten Centrale smeerinstallatie (1) Verwondingsgevaar! Niet in het reservoir grijpen wanneer de pomp loopt! De centrale smeerinstallatie mag uitslui- tend worden gebruikt met een gemon- teerde veiligheidsklep! Handverl.jpg/Gefahr.jpg Tijdens het bedrijf geen werkzaamhe- den uitvoeren aan de overdrukklep! Verwondingsgevaar door vrijkomend smeermiddel, omdat de installatie onder hoge druk werkt! Ervoor zorgen dat de dieselmotor niet kan worden gestart tijdens werkzaamheden aan de installatie!
  • Pagina 526 Centrale smeerinstallatie Vulpeil controleren Het smeermiddelreservoir moet altijd voldoende gevuld zijn, om „drooglopen“ te voorkomen, om te zorgen dat de smeerpunten altijd voldoende worden gesmeerd en om tijdrovende ontluchting te voorkomen. - Het vulpeil moet altijd tot boven de „MIN“-markering (a) op het reservoir staan.
  • Pagina 527 Centrale smeerinstallatie ontluchten Ontluchting van het smeersysteem is nodig wanneer de centrale smeerinstal- latie heeft gewerkt met een leeg smeer- middelreservoir. - De hoofdleiding (a) van de smeer- pomp losmaken van de verdeler (b). - De centrale smeerinstallatie in wer- king zetten met een gevuld smeer- middelreservoir (c).
  • Pagina 528 Smeermiddeldoorstroming van de verbruikers controleren Elk smeerkanaal van de verbruikers moet op verstoppingen worden gecon- troleerd. - Smeerleiding (a) demonteren en een normale smeernippel (b) monteren. - Het meegeleverde smeerpistool (c) aansluiten op de smeernippel (b). - Het smeerpistool bedienen tot er zichtbaar smeermiddel uittreedt.
  • Pagina 529 Lagerpunten (2) Bij de lagerpunten van de hydraulische cilinder bevindt zich (bovenaan en on- deraan) een smeernippel (A). Bij de lagerpunten van de duwrollen be- vindt zich een smeernippel (B) F 90 7...
  • Pagina 530 F 90 8...
  • Pagina 531 F 100 Controles, stillegging ... Controles, tests, reiniging, stillegging F 100 1...
  • Pagina 532 Onderhoudsintervallen Interval Onderhoudspunt Opmerking - Algemene visuele controle - Schroeven en moeren controle- regelmatig ren op stevige bevestiging q - Controle door een deskundige q - Reiniging - Reiniging van sensoren - Conservering van de asfaltaf- werkmachine Onderhoud Onderhoud tijdens de inrijdperiode F 100 2...
  • Pagina 533 Algemene visuele controle Bij de dagelijkse routine dient men rond de machine te lopen en de volgende contro- les uit te voeren: - Onderdelen of bedieningselementen beschadigd? - Lekkages in motor, hydraulisch systeem, drijfwerken enz.? - Alle bevestigingspunten (transporteur, worm, balk enz.) in orde? - Zijn de op de machine aangebrachte waarschuwingen compleet en goed leesbaar? - Zijn de antislip-oppervlakken van trappen, treeplanken enz.
  • Pagina 534 door een deskundige Machine, balk en optioneel gebruikte gas- of elektro-installatie door een gekwalifi- ceerde deskundige - indien nodig (afhankelijk van gebruiksomstandigheden en bedrijfsomstandighe- den), - maar minstens eenmaal per jaar worden gecontroleerd op zijn bedrijfsveilige toe- stand. F 100 4...
  • Pagina 535 Reiniging - Alle onderdelen die in aanraking komen met inbouwmateriaal reinigen. - Verontreinigde componenten besproeien met de sproei-installatie voor oplosmid- del (o). Voor reinigingswerkzaamheden met de hogedrukreiniger moeten alle lagerpunten volgens de voorschriften worden gesmeerd. - Na het inbouwen van minerale mengsels, mager beton e.d. de machine met water reinigen.
  • Pagina 536 Intrekgevaar door draaiende of transporterende WAARSCHUWING machinedelen Draaiende of transporterende machinedelen kunnen ern- stig letsel en zelfs de dood veroorzaken! - Gevarenzone niet betreden. - Niet in draaiende of transporterende onderdelen grijpen. - Nauwsluitende kleding dragen. - Waarschuwings- en aanwijzingsbordjes op de machine in acht nemen.
  • Pagina 537 Reiniging van optische of akoestische sensoren Sterk vervuilde sensoren kunnen meetresultaten of functies negatief beïnvloeden. Dagelijke reiniging met een droge en vezelvrije doek. F 100 7...
  • Pagina 538 Conservering van de asfaltafwerkmachine Stillegging tot 6 maanden - De machine zodanig stallen dat deze is beschermd tegen fel zonlicht, wind, vocht en vorst. - Alle smeerpunten volgens de voorschriften smeren. Eventueel de optionele centra- le smeerinstallatie laten lopen. - Olie van de dieselmotor verversen. - Uitlaatdemper luchtdicht afsluiten.
  • Pagina 539 Machinegebruik in bijzondere klimatologische omstandigheden of omgevingen Zilte lucht in kustomgevingen, hoge uv-straling, zand of aarde of wisselvallige omstandigheden kunnen onderdelen en oppervlakken van de machine blijvend beschadigen Zichtbare corrosie of veranderingen aan oppervlakken kunnen optreden. Dit heeft een nadelige invloed op het waardebehoud van de machine! Voorzichtig! Mogelijke beschadiging of vernieling OPMERKING van onderdelen!
  • Pagina 540 Milieubescherming, afvoeren Milieubescherming Verpakkingsmateriaal, verbruikte bedrijfsstoffen en resten van bedrijfsstoffen, reini- gingsmiddelen en machinetoebehoren moeten correct worden afgevoerd voor recy- cling. Neem de lokale voorschriften in acht! Afvoeren Na het vervangen van slijtage- en vervangingsonderdelen of indien de machine wordt afgedankt (sloop) moeten de onderdelen gesorteerd worden afgevoerd.
  • Pagina 541 Schroeven - aanhaalmomenten Metrische schroefdraad - sterkteklasse 8.8 / 10.9 / 12.9 droog/licht geolied Molykote ® 10.9 10.9 12.9 12.9 10.9 10.9 12.9 12.9 1020 1206 1410 1067 1281 1200 1622 1948 1049 1475 1770 1581 2224 2669 1400 1969 2362 2000 2854...
  • Pagina 542 Metrische fijne schroefdraad - sterkteklasse 8.8 / 10.9 / 12.9 droog/licht geolied Molykote ® 10.9 10.9 12.9 12.9 10.9 10.9 12.9 12.9 M3x0,35 M4x0,5 M5x0,5 M6x0,75 12,9 15,5 11,6 13,9 M8x1 21,7 30,6 36,7 19,5 27,4 32,8 M10x1,25 42,1 10,5 59,2 17,8 37,7...
  • Pagina 543 F 114 Smeermiddelen en bedrijfsstoffen Smeermiddelen en bedrijfsstoffen Gebruik uitsluitend de vermelde smeermiddelen of een bekend merk van dezelfde kwaliteit. Gebruik voor het bijvullen van olie of brandstof uitsluitend reservoirs die van binnen en van buiten schoon zijn. Vulhoeveelheden in acht nemen (zie paragraaf "Vulhoeveelheden"). Een verkeerd olie- of smeermiddelpeil bevordert de slijtage en machineuitval.
  • Pagina 544 F 114 2...
  • Pagina 545 28,0 liter (Tier 3 / 4i) Koelsysteem motor Koelvloeistof 32,0 liter (Tier 4F) Hydraulische olietank Hydraulische olie liter Pompverdelerdrijfwerk Transmissieolie liter liter (SD2500C/CS) Planeetdrijfwerk Transmissieolie loopwerk liter (SD2550C/CS) Planeetdrijfwerk Transmissieolie liter Wormen (per zijde) Wormkast Transmissieolie liter Wormbuitenlager Hete-lagervet gram (per lager)** ®...
  • Pagina 546 Houd de brandstof en het brandstofsysteem vrij van water en verontreinigingen! Neem de aanwijzingen m.b.t. brandstofadviezen en specificatie in de onder- houdshandleiding van de motorfabrikant in acht! Smeerolie aandrijfmotor Esso / Dynapac Aral Fuchs Mobil Shell Exxon Engine Oil (* ) = advies Neem de aanwijzingen m.b.t.
  • Pagina 547 Hydraulisch systeem Dynapac AGIP Chevron Caltex Fuchs Mobil Shell Finke -Tellus Oil Hydraulic Rando Rando S2 V46 Aviaticon HDZ 46 HDZ 46 -Tellus S2 HV 46 VX46 (*) = advies Pompverdelerdrijfwerk Esso / Dynapac Aral Fuchs Mobil Shell Exxon -Spirax S4...
  • Pagina 548 Wormkast Esso / Dynapac Aral Fuchs Mobil Shell Exxon -Omala S4WE460 (*) = advies Smeervet Esso / Dynapac Aral Fuchs Mobil Shell Chevron Exxon Paver -High -Gadus S5 Grease Temp T460 1.5 Premium2 (*) = advies F 114 6...
  • Pagina 549 Bij machines die in Noord-Amerika worden gebruikt, wordt dringend geadviseerd een DEF - vloeistof met API-goedkeuring te gebruiken! ® Neem de aanwijzingen m.b.t. AdBlue / DEF-adviezen en specificatie in de onder- houdshandleiding van de motorfabrikant in acht! Dynapac F 114 7...
  • Pagina 550 2.11 Hydraulische olie Geprefereerde hydraulische olie: a) Synthetische hydraulische vloeistof op basis van esters, HEES Fabrikant ISO viscositeitsklasse VG 46 Dynapac Hydraulic 120 (*) Shell Naturelle HF-E46 Panolin HLP SYNTH 46 Esso Univis HEES 46 Total Total Biohydran SE 46...
  • Pagina 552 www.dynapac.com...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sd2500cs892893